Bijnamen, die de Lemsters kregen D

Dam, Hendrik. De Sterrekieker. Keek altijd wat omhoog, met het hoofd in de nek.

Dam, Luite?. De Barmhartige Samaritaan. Chef van de sociale dienst hielp de armen en de steuntrekkers.

Deinum en Meie. Snuit en Hoem. Dat waren Meie Deinum en zijn broer die Hoem werd genoemd. Meie was getrouwd met Oeds, zij zijn later naar Sneek verhuisd, de broer die Hoem als bijnaam had heeft nog gewoond daar waar nu dr Weber woont, zij hebben nog een broer die Wietse heet.

Deinum, Frans. De Pikhaek

Deinum, Frans. Frans Noas, Frans. Had een flinke voorgevel.

Deinum, gebroeders. De Blue Diamonds. 2 broers met het zelfde postuur.

Deinum, Jan, De Bison. Als hij een paar slokjes op had ramde hij overal doorheen.

Deinum, Johan. Barchje. Waarschijnlijk in verband met uiterlijk.

Deinum-de Jong, Antsje. Antsje de Flybkster. Spuugde als een kerel.

Denkers, H. Ds, Fliegend Evangely. Ds. Dominee, reed op een brommer.

Dijk, Gouke en Siemen. Kromme Goune

Dijk, Marten. Zuurbier

Dijkman, Gees. Gees Protter. Protter, is Fries voor een Spreeuw. Gees woonde met haar grote gezin in een héél klein huisje. "Och, mem, myn protter is dea! Hie ik myn protter wat iten jûn, Dan wie myn protter yn 't libben bleaun. Och, mem myn protter is dea".

Dijkstra, Hendrik. De Klep

Dijkstra, Jan. De Bealch. Was een forse kerel.

Dijkstra, Jan. Jan Kont, Jan. Was door zwaar werk kromgegroeid, en liep met kont naar achteren. Er werden meerdere met de bijnaam kont(sje) genoemd in Lemmer.

Dijkstra, Jan. Jan Skoen. Zijn vader had in Lemmer een Schoenmakerij.

Dijkstra, Otto. Otto Plug

Dijkstra, Otto. Otto Plug. Dreef als schoenmaker wel houten pluggen in lekke zolen.

Dijkstra, Ruud. Ruud Suurtsje. Vroeg vaak om een 'Suurtsje'

Doeven, Akke. Akke Pûdsje. Vroeg altijd om een pûdsje (zakje)

Duim, Harm. Harm van Ús Oate. Was opgegroeid bij zijn beppe (Oate)

Harm Duim.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.