Binnenhaven (Oude haven) te Lemmer |1|

Verbetering van de haven

Op prenten uit de achttiende eeuw is te zien dat de haven van Lemmer werd omsloten door met paalwerken beschermde havendammen. Op het westelijke havenhoofd stond in die tijd een eenvoudige lantaarn. Op 19 september 1811 vond een aanbesteding plaats van herstelwerkzaamheden aan de haven, hoofden en zeewerken
van Lemmer. Het plan behelsde een vergroting van de havenmond door de aanleg van nieuwe havendammen en
een nieuwe door basaltstenen beschermd paalwerk vóór de oude zeedijk ten westen van Lemmer. In 1812 werden op de westelijke havendam twee houten havenlichten geplaatst: een kleine lantaarn op het havenhoofd en meer naar binnen een grote lantaarn op een hoge geschoorde paal. Ze vormden samen een lichtenlijn voor het invaren van de haven.

De nieuwe haven heeft ruim een halve eeuw goed gefunctioneerd maar in de jaren zeventig van de negentiende
eeuw kwamen er klachten over de onderhoudstoestand ervan. Bovendien besloten Provinciale Staten van Friesland in 1877 dat er waterstaatkundige aanpassingen nodig waren in de provincie. Daaronder vielen ook verbetering van de zeewering bij Lemmer en het aanbrengen van ebdeuren bij de sluis van Lemmer. In 1879 ontwikkelde Rijkswaterstaat een plan voor aanpassing van de haven van Lemmer door verlenging van de havenhoofden, vergroting van de havenkom en baggerwerkzaamheden.

Het duurde echter even voordat de plannen tot uitvoering werden gebracht. De stormvloed van 14 en 15 oktober 1881, waarbij water over de dijk bij Lemmer sloeg en veel schade aanrichtte, maakte duidelijk dat er haast was geboden. Besloten werd om drie werken te combineren: verbetering van de zeedijk, vergroting van de haven en aanpassing van de sluis.

Bij wet van 4 december 1885 tot verbetering van de haven te Lemmer werd het volgende vastgelegd: “Voor rekening van den Staat wordt te Lemmer gemaakt ene buitenhaven, buiten de vanwege de provincie Friesland te bouwen schutsluis, benevens ene tot ligplaats voor de schepen en tot vluchthaven dienende geul tussen de buitenhaven en de mede vanwege die provincie te bouwen uitwateringssluis, een en ander met de daartoe
behorende werken, mits de Staat in het vervolg te Lemmer met geen ander onderhoud van haven en aanverwante werken belast blijven dan dat van de dammen der genoemde buitenhaven.”

Een bestektekening uit 1886 visualiseert het uitgewerkte plan. Een nieuwe sluis met sluiswachterswoning zou meer zeewaarts worden gebouwd, iets ten westen van de toen bestaande havenmonding. Deze sluis zou uitsluitend scheepvaartsluis zijn. Meer naar het oosten moest een nieuwe sluis komen voor afstroming van het water van de Lemster Rien. Het in 1812 aangelegde paalwerk ten westen van de haven zou worden omgevormd tot een nieuwe zeedijk, bij de nieuwe schutsluis overgaand in een langgerekte westelijk havendam. De oostelijke havendam moest helemaal worden doorgetrokken naar de uitwateringssluis.

De voorbereiding voor verbetering van de haven begonnen in 1886 maar het werk is grotendeels in 1887 uitgevoerd. Op 7 oktober 1887 verscheen in de Opregte Haarlemse Courant het bericht dat de nieuwe haven zo
goed als gereed is. Wel werd er bij opgemerkt dat het met de verlichting van de nieuwe haven nog niet goed ging.

Door Peter Kouwenhoven

Hier zien we de grote lantaarn, de lantaarn is de voorloper van de vuurtoren en er werd omstreeks 1800 met kolen en houtvuur gestookt.

De kleine binnenvaartschepen, kwamen naar Lemmer, om hun handel af te leveren, waarna het in grotere schepen doorgevoerd werd naar Amsterdam. Verder komen we hier terug in een tijd dat de havenwerken, nog niet aangelegd waren en de Markt, niet doorgegraven was. Het enige dat nog herkenbaar is, is het huis in het midden. Dat moet wel het tegenwoordige Hoekje zijn.
Rechts daarvan, zijn wat daken te zien, daar zou de boerderij bij kunnen zijn waar Zwarthoed, voorheen zijn Hang in had. Helemaal rechts; zien we de 'Grote Lantaarn', die we moeten zien als de toenmalige vuurtoren.

Van mijn grootvader heb ik vaak de verhalen gehoord, dat de weg daarheen van hout was. 's Avonds liep men vaak naar de vuurtoren, en hij vertelde dan, dat het een geklots van klompen was, voor hun huis aan de Schulpen. We zien hier een schip liggen op de plaats waar later de Rien, met de haven verbonden werd. De huizen links daarvan, werden met die doorbraak afgebroken.

Evert de Vries

In 1790 heeft J. Bulthuis gravures van het dorp Lemmer gemaakt. Deze afbeeldingen tonen de Lemster toren en de Binnenhaven, die toen nog de Oude haven was. Achter de brug ligt de zeesluis, waar nu nog de naam 'Oude Sluis' aan herinnert. In die tijd hadden veel zeilschepen Lemmer als bestemming, want in die tijd was vooral het vrachtvervoer per zeilschip belangrijk in Lemmer.

(Oude haven) Binnenhaven met Schulpen en de Andringa state.

Binnenhaven met Emmakade voor 1898.

Ut: Op alle winen Fedde Schurer.

Er is niemand meer, die zich dit beeld van Lemmer herinnert. Toch is dit een goed vertrekpunt, omdat de huidige contouren van Lemmer, uit deze situatie zijn ontstaan. De foto laat zien hoe ons dorp er aan de zeezijde uitzag in 1886, vlak voordat de omvangrijke havenwerken begonnen. Na genoemd jaar werd een nieuwe zeedijk om Lemmer gelegd en kwam dit water achter nieuwe schutsluizen te liggen en daarmee kreeg ze de naam binnenhaven. In het midden het 'Grote Vuur' bij de haveningang.

Het schip aan de rechterzijde, vaart in de richting van de oude sluis. Links zien we de Emmakade, de bebouwing is nog goed herkenbaar, rechts de Prinsessekade.

De binnenhaven rond het jaar 1920. Aan de linkerzijde is mogelijk de "Groningen III" te identificeren, terwijl aan de rechterzijde het stoomschip "De Amsterdam" zichtbaar is. Dit schip behoort tot de eerste vaartuigen die naast vrachtvervoer tevens passagiersdiensten aanboden. De "Amsterdam" en haar zusterschip, de "Lemmer", waren in eigendom van de Lemster ondernemers Adrianus de Jong en Jochem de Haan. Het stoomschip was oorspronkelijk uitgerust met twee masten, waarvan de achterste mast op een later moment werd verwijderd om de capaciteit voor passagiers te vergroten.

Op een andere zelfde kaart, maar van van mindere kwaliteit, was het volgende onder geschreven.

Bijzondere opname, vooral met het Gemeentehuis op de achtergrond.

De Binnenhaven en haar ruime omgeving zijn hier vastgelegd op een moment waarop weinig bedrijvigheid waarneembaar was. Aan de Emmakade ligt een van de nachtboten aangemeerd, vermoedelijk behorend tot de Groninger serie. De naam van het schip is helaas niet leesbaar.

Op de voorgrond is een gedeelte van het gebied rondom de sluis zichtbaar. Links bevindt zich een deel van het voormalige tramstation, inclusief het torentje dat destijds kenmerkend was, evenals de entree waar kaartjes konden worden gekocht. Daarnaast is het woonhuis van de familie De Rook te herkennen. Langs de Prinsessekade biedt de opname zicht op een gedeelte van de Oudesluis, evenals de panden van Wierdsma, Loen, Noppert, en Piet Zwart, en verderop de panden aan de Markt.

De toren van de Hervormde kerk domineert de skyline in dit beeld. Ook zijn kleine delen van de Gedempte Gracht en Nieuwburen zichtbaar, evenals de Emmakade. Het is verheugend te constateren dat in de loop der jaren niet al te veel in dit gebied is veranderd, waardoor het meeste nog goed te herkennen is.