Passanten

Door: Dirk Huizinga

De vissershaven van Stavoren met 11 vissersjollen, een roeischouw, een botter en een Workumer bol. Deze foto is gemaakt aan het einde van de dertiger jaren, toen de lucratieve Zuiderzeevisserij al enige tijd voorbij was. Het grote gebouw op de kant is 'de Hang', de haringrokerij uit 1904 van de Friesche Coöperatieve Vishandel, die in 1912 verkocht werd aan de Lemster vishandelaar De Jager. Er hoefden geen haringen meer gerookt te worden en ook het zouten van de ansjovis is na de afsluiting van de zee verleden tijd. De Hang werd daarom in 1938 afgebroken.

Van de meer dan 70 vissersjollen die rond de eeuwwisseling in Stavoren lagen, waren er in die dertiger jaren ook niet veel overgebleven. Het was niet langer aantrekkelijk om daarmee in de visserij te werken. De paar overgebleven vissers zouden al spoedig overstappen op grotere schepen. De jollen werden verkocht aan pleziervaarders en de vissers kochten er grotere ijzeren schepen voor terug die voorzien waren van motorkracht.

Stavoren, vissershaven eind dertiger jaren.

Op de foto ligt vooraan de Workumer bol van Hans van Dijk, geregistreerd als ST 10. Dat houten aakje is in 1888 gebouwd bij Zwolsman in Workum voor de vishandelaar W. Visser uit Heeg. In 1914 werd het aakje van bijna 8 meter bij Zwolsman in Workum gebouwd voor de visser J. Schenk uit Enkuizen (EH 112), waarna het van 1934 tot 1948 in gebruik was bij Van Dijk (ST 10). Die verkocht het aakje in 1948 aan J. Bootsma te Lemmer (LE 107) en velen dachten dat Bootsma viste met een origineel houten Lemsteraakje, wat bijzonder zou zijn, maar het niet was, want het was een Workumer bol. Die bol ging in 1956 over naar de recreatie (J. Bolier in Den Helder) en werd in 1970 verkocht aan W. Welling in Oudega (Smallingerland) die het oude scheepje drijvende hield dankzij een bekleding van de romp met glasversterkt polyester.

Als je ergens een voormalig vissersschip ziet, dan blijkt de eventueel nog bekende visserijregistratie maar weinig bruikbare informatie op te leveren. Die was slechts een momentopname. Vissersschepen komen en gaan onder voortdurend andere namen en nummers. Helemaal rechts tegen de steiger ligt een botter. Dat is de ST 38 van Tjerk Bleeker, die in 1918 in Huizen is gebouwd voor een Urker visser (UK 115) en in 1924 door Bleeker werd overgenomen. Hij hield deze botter tot 1940, waarna dit schip ook vele andere eigenaren heeft gehad met steeds weer nieuwe visserijregistraties.

Op dit moment is het schip op Urk te bewonderen. Het verkeert in prima staat, want het is eigendom van de Stichting Urker Botter die ermee vaart onder nummer UK 12.
In prima staat, na een ongelukkige geschiedenis. De botter was opgeknapt op de Bataviawerf in Lelystad en werd op de terugweg naar Urk overvaren door een tanker die de Houtribsluizen uitvoer. De botter leek voorgoed verloren, maar zie, met vereende krachten en dankzij geldschieters werd het schip vervolgens geheel gerestaureerd om daarna een herstart te maken op Urk. Natuurlijk zolang het duurt, want bij schepen is niets zeker. Die zijn volatiel.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.