De tramboten (2)

Bij de opheffing van N.V. Koppe's Bootdienst

Vele Lemsters zullen met verbazing vernomen hebben, dat de bootdienst Lemmer— Amsterdam v. v. van de rederij N. V. Koppe te Amsterdam, met ingang van 1 oktober opgeheven zal worden. De opheffing van deze belangrijke lijndienst is niet alleen een strop voor Lemmer, maar zeker ook voor Friesland. Het was altijd een goedkope gelegenheid om in Amsterdam te komen en men was er vroeg. Bovendien had men da gelegenheid om nog „een tukje te doen". De diensten over het IJsselmeer zijn zeker in  ruime mate bekend in Nederland, want welke vakantieganger is niet eens een keer over het IJsselmeer geweest?

Om geen verwarring te stichten, zullen we direct maar vermelden, dat de dienst op Amsterdam van de Groningen—Lemmer bootdienst gewoon door gaat, met dien verstande, dat deze niet elke dag van Lemmer gaat, omdat deze Mij. alleen maar over de „Jan Nieveen" beschikt. De dienstregeling van deze boot is met ingang van 1 Okt. zo: Van Lemmer Zondags-, Dinsdags- en Donderdag s 'avonds en van Amsterdam Maandags-, Woensdags- en Vrijdag 's avonds. In kort bestek zullen we historie van de N.V. Koppe's bootdienst op Lemmer beschrijven, want anders kon het relaas wel een heel boekwerk worden, zoveel is er in die bijna 50-jarige diensttijd gebeurd, o.a. op het gebied van de felle concurrentiestrijd om de passagiers tegen de Groninger —Lemmer bootdienst, de strijd tegen de woelige natuur in de vorm van stormweer op de Zuiderzee en de worsteling tegen Koning Winter en de overtochten tijdens de bezettingsjaren, toen de vliegtuigen de boten belaagden.

Voordat deze bootdienst van Verschuur en Co. een aanvang nam in 1903, heerste er in Lemmer reeds een grote bedrijvigheid, want in 1901 was de tramlijn naar Lemmer gelegd en in diezelfde periode is ook de z.g. tramhaven gemaakt. Toen deze dienst begon, was er reeds een dienst op Amsterdam, die al jaren bestond en die later een combinatie gevormd had onder de nu nog bekende naam van Groninger— Lemmer bootdienst. In Lemmer heeft men later deze diensten onderscheid in de benamingen Tramboten en de Oude Lemmerboot. De eerste boten van Verschuur hadden de naam van „Heerenveen" en „Bolsward. Het goederen- en veevervoer bracht de grootste drukte mee in deze dienst. Van Amsterdam kwamen veel stukgoederen voor de drie Noordelijke Provinciën. Deze werden in de wagens van de N.T.M. overgeladen onder leiding van een ladingmeester, die er voor zorgen moest dat alles met de papieren klopte. Deze inlading ging altijd met de meeste haast, omdat de boot, die om 4 uur in de morgen aankwam, in de zomerdienst om half tien weer naar Amsterdam moest. Er zijn dagen geweest dat er 150 ton goederen per dag overgeslagen werd. Vanuit Lemmer gingen altijd veel zuivelproducten en eieren mee. De boot was altijd verplicht op de tram te wachten; was die laat, dan was de boot ook laat.

De bootdienst ging met zijn tijd mee, en zo kwamen in 1920 de „Burgemeester Van Marle" en de „Heemskerk". Deze boten waren voor de passagiers al aardig luxe ingericht en door middel van geregelde tramdiensten was er steeds veel drukte. De kroon op het werk was wel het inleggen van de boten „Holland" en „Friesland", de toen zo bekende „dubbeldeks salonboten". In deze periode was er een felle concurrentiestrijd met. de Groninger—Lemmer bootdienst. Grote reclames kondigden aan: „Reist met de dubbeldeks salonboten van de Holland—Friesland lijn; deze dienst niet te verwarren met de z.g. Oude Lemmer boot". Deze strijd was zó hevig, dat men met grote reclameborden op de straat liep, om de komende passagiers op te vangen en hun de voordelen van deze boot kenbaar maakte. Zelfs werden er ordonnansen aangesteld, die de vakantiegangers tegemoet reden, om hen vóór Lemmer al een kaartje te verkopen; ja, soms hadden de twee concurrenten één passagier beet om hem of haar voor hun boot te winnen!

Alles was door de tramboot toen zo geriefelijk in elkaar gezet, dat men te Groningen maar in de tram behoefde te stappen en deze— later sneltram genoemd— je zo voor een spotprijs in Amsterdam bracht met alleen overstappen in de Lemmerboot. Als de boten dan gelijk afvoeren, werd op zee de strijd voortgezet om het eerst aan te komen. Omdat de Tramboot altijd in de haven van Lemmer zwaaide, om zo achterwaarts de tramhaven in te stomen, moesten de andere boten, die er er achter aankwamen, vaak wachten. Hieraan had de Oude Lemmerboot altijd een hekel. En zo is het eenmaal voorgekomen, dat de beide boten elkaar bijna ramden, met het gevolg: flinke schade aan de sluis. De kwestie over de aansprakelijkheid is toen nog voor het gerecht behandeld.

Het hoogste record van passagiersvervoer van de zich later noemende N.V. Rederij Koppe is geweest in 1945, toen de grote spoorboten op Lemmer en Amsterdam voeren met een aantal van 10.000 passagiers per week en een dag vervoer van 3500. Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van deze dienst is wel geweest in oktober 1942 bij de dagdienst, toen door vliegtuigen beschoten vlakbij Lemmer, twee Lemster leden van de bemanning en een Hollandse reservekapitein daarbij het leven verloren.

In bijna geheel Nederland lag alles stil, maar de overtochten met de boten over het IJsselmeer van en naar Amsterdam gingen steeds door. We weten zeker dat deze dienst, die toen in combinatie ging, heel veel voedsel heeft meegenomen naar het noodlijdend Holland. Lemmer heeft grote betekenis gekregen door deze overtochten naar Amsterdam, want weer of geen weer, de boten voeren van en naar Lemmer. Vaak kwam het voor, dat men de volgende dag de kust moest bellen waar de boten waren, want in Lemmer of Amsterdam waren ze niet. Dan hadden ze haar toevlucht genomen in de haven van Urk of Schokland, om te wachten op beter weer. Nog zwaarder was de strijd tegen het ijs, want het moest wel zeer sterk gevroren hebben, voordat men de dienst staakte. Dit werd niet eerder gedaan, dan wanneer de ijsbrekers het ook niet konden bolwerken. Vaak gingen zulke tochten gepaard met veel moeite en onkosten, maar het parool was steeds: varen!

In 1929 zijn de boten (want als er gevaar was, gingen ze gezamenlijk) een paar dagen zoek geweest. Vliegtuigen hebben ze toen opgespeurd en vonden het woord „honger" op het ijs geschreven. De strijd om de boten toen uit het ijs te krijgen, heeft zowat een week geduurd. Vaak kwam het voor, dat er mensen waren die de boot al tegemoet liepen over het ijs. Ook moest de strijd vlak voor Lemmer wel eens opgegeven worden, omdat er voor de haven zoveel ijsschotsen lagen, dat er geen doorkomen aan was. De „Friesland" is in 1938 door zware ijsschotsen nog doorboord en bij Urk gezonken. In de strenge winters lag de dienst soms 13 weken stil. Nu, op 1 oktober, wordt een stukje geschiedenis afgesloten en we vragen ons af, hoe lang zal de „Jan Nieveen" het nog kunnen volhouden tegen de concurrentie van de auto in deze snelle tijd.

Het is voor Lemmer oppassen dat het zijn scheepvaart niet helemaal gaat verliezen en het is te hopen dat het E.T.I.F. wegen zal kunnen aanwijzen, om voor deze dienst weer een andere in de plaats te krijgen, want de ligging der Lemster haven is uitermate geschikt voor de scheepvaart of overslag.

Bron: Hepkema’s Courant 1948

  • Leeuwke Bootsma: Met de vermelding ,,Tramboot op Bolsward,, is een foutje gemaakt. Samen met de ,,Heerenveen,, waren dit de eerste tramboten die de dienst Lemmer -Amsterdam onderhielden. Vermoedelijk is deze foto gemaakt bij de opening van de tramlijn Lemmer-Joure op 12 augustus 1901.

Walpersoneel Tramboot Lemmer - Amsterdam: 1e en 2e links, zijn Geert en Marten Vlig.

Afdruk van Wim de Roos

Laders en lossers tramboten

 Personeel Tramboot Lemmer - Amsterdam: Man met ton voor zich, is Leeuwke Bootsma.

Tekst bij deze afdruk: Met de aanleg van de tramverbinding van Lemmer naar alle richtingen in Friesland werden in 1900 ook passagiersdiensten in de vaart gebracht, die een dag- en nachtdienst onderhielden van en naar Amsterdam. Dit was de Holland-Frieslandlijn. Hier is de aankomst te zien van een nieuw boot.

Afdruk van Lee Bootsma