De herberg "Het Oog in 't Zeil"
De herberg "Het Oog in 't Zeil" en de onroerend goedzaken van Lammert Visser.
- Japie van Kleis.
Mijn grootvader is Jacob Kleis Visser, in De Lemmer beter bekend als "Japie van Kleis". Hij was geboren in 1877 en trouwde in 1907 met Klaaske Tuinman (uit Balk). Het echtpaar, dat in de Achterom (nr. 6) woonde, kreeg 7 kinderen, t.w. Aaltje (mijn moeder) geboren in 1908; Dooitje (geboren en overleden in 1909; Trijntje (tante Truus), geboren in 1911; Kleis, geboren in 1912; Pietje, geboren in 1915; Albertje (tante Oppie), geboren in 1918 en Jacob (oom Jaap), geboren in 1927.
De vader van mijn grootvader was Kleis Lammerts Visser (geboren in 1852) en diens vader (mijn betovergrootvader) was Lammert Kleizes Visser. Over deze Lammert Visser en zijn schoonfamilie (Hoekstra) gaat het volgende verhaal.
Lammert Kleizes Visser werd op 7 januari 1822 in Delfstrahuizen geboren, als zoon van Kleis Jans Visser en Grietje Taekes de Boer. Op 11 januari 1852 trouwde Lammert in De Lemmer, met Albertje Nolkes Hoekstra, dochter van de in 1784 eveneens in De Lemmer geboren schipper/tapper Nolke Hylkes Hoekstra en de in 1788 geboren Johanna Berends Bergsma. Lammert Visser was varensgezel en volgens overlevering voer hij als zeeman van en naar Oost-Indië. Bij zijn huwelijk met Albertje Hoekstra dienden dan ook enkele van zijn makkers/varensgezellen als getuigen. Later werd Lammert (pot-)schipper.
De vader van Albertje was Nolke Hylkes Hoekstra, die aan het begin van de negentiende eeuw de herberg "Het Oog in 't Zeil" als enige erfgenaam van zijn overleden ouders had overgenomen. Die ouders waren Hylke (Hielke) Nolkes, geboren in 1734 in De Lemmer en Grietje Willems, geboren in 1763 in Harlingen. Hylke overleed in 1803 en Grietje in 1817. Zij exploiteerden de herberg "Het Oog in 't Zeil", welke aan de oostzijde van de zeehaven (nu binnenhaven) in De Lemmer stond, dus tussen de tegenwoordige Emmakade en de Schans, ongeveer daar waar later de Lemmerboten zouden aanmeren. Ook het woonhuis ernaast (aan het "Oosterhavenhoofd") was eigendom, evenals een winkelhuis op de Bovenschans.
Gezicht op de Emmakade, te Lemmer.
Detailfoto van bovenstaande
De Schans te Lemmer.
Op 10 maart 1859 overleed in De Lemmer Nolke Hoekstra, de schoonvader dus van Lammert Kleizes Visser. Negen maanden later, op de Eerste Kerstdag, overleed zijn vrouw Johanna Bergsma.
De erfgenamen van het overleden echtpaar Hoekstra/Bergsma besloten de herberg en de andere panden te verkopen en derhalve werd in maart 1860 een en ander geveild. Op zaterdag 10 maart 1860 werd in het logement "Het Wapen van Friesland" in De Lemmer een openbare veiling gehouden onder leiding van notaris jonkheer Jean Louis Theordore Waubert de Puiseau. Hielke Nolkes Hoekstra, de jongste broer van Albertje, was gemachtigde namens:
a. Grietje Nolkes Hoekstra (oudste zuster van Albertje) en haar man Pieter Harms Woudhuizen, schippersknecht;
b. Andries Nolkes Hoekstra (oudste broer van Albertje), winkelier;
c. Albertje Nolkes Hoekstra en haar man Lammert Kleizes Visser, varensgezel;
d. Willemke Nolkes Hoekstra (jongste zuster van Albertje) zijnde de erfgenamen van Nolke Hoekstra en zijn vrouw.
Koper van de zéér oude herberg werd Wiebe Jans Brouwer, stoombootkapitein te De Lemmer. De koopsom was 2100 gulden. Het bijbehorende woonhuis werd voor ongeveer 600 gulden verkocht aan Hielke Fokkes Lyklema, gemeenteontvanger te De Lemmer en het woonhuis op de Bovenschans voor ongeveer 960 gulden aan Sake Jelles Vosma, meester-timmerman te De Lemmer.
Op 4 mei 1860 werd in de verkochte herberg de meubelen, huisraad en logement- en tappers gereedschappen in het openbaar verkocht. Uit de in mijn bezit zijnde veilinglijsten lijkt het of de hele bevolking van De Lemmer op deze veiling aanwezig is geweest. Niet minder dan 672 artikelen wisselden van eigenaar.
Ook de familieleden van Hoekstra/Visser weerden zich goed bij deze verkoop en kochten talrijke artikelen op. Zo kocht de vrouw van Lammert Visser, Albertje Hoekstra twee muizenvallen voor 20 cent, een wafelijzer voor 60 cent, een vogelkooi voor 65 cent, een schaakspel voor 50 cent, botervlootjes voor 20 cent en schilderijen voor 110 cent. Totale opbrengst van deze verkoop: 742 gulden.
En voor de nieuwsgierigen, de plaats van de herberg bestaat nog: Schans 8 en ook het pand van het winkelhuis op de Bovenschans is terug te vinden: Schans 26. Het woonhuis bij de herberg is echter verdwenen. Het is te hopen dat iemand in De Lemmer nog een ander onderzoek wil doen naar de geschiedenis van de oude herberg "Het Oog in 't Zeil".
In 1859 had Lammert Visser een huis aan de Benedenschans gekocht voor 600 gulden van Herman Salomons Blok. Welk nummer aan de Benedenschans weet ik niet, omdat het huis niet meer bestaat. Het enige wat ik weet dat het gaat om kadastraal Sectie A, nr. 440. Ook dit verdient nader onderzoek.
Het grappige van deze transactie is, dat als gemachtigde voor de verkoper optrad Roelof Hesselius Brandenburg, griffier van het Kantongerecht in het kanton Lemmer en broer van Jacobus Hesselius Brandenburg, de overgrootvader van mijn tante Lammigje Brandenburg, die in 1936 met de broer van mijn moeder, Kleis Visser, zou trouwen.
Lammert betaalde aan Herman Salomons Blok 100 gulden contant en de overige 500 gulden mocht hij betalen in jaarlijkse termijnen van 75 gulden, vermeerderd met 5 procent rente. Ik denk dat Lammert met zijn gezin in dit huis heeft gewoond.
Twaalf jaar later, in januari 1871, verkocht Lammert het huis. Als gemachtigde voor Lammert Visser trad op Nicolaas Koopmans de Jong, goud- en zilversmid te De Lemmer. Het huis werd als volgt aangeboden: "Een woonhuizinge, waarin voorhuis, kamer, keuken, kelder en zolder, met bleekveld, waarop een Bergplaats, thans als Woning ingerigt."
Het huis werd verkocht aan Abraham Salomons de Jong, namens de Israëlische Gemeente te De Lemmer. Koopprijs 684 gulden (winst voor Lammert: 84 gulden). Wat de Israëlische Gemeente met het huis heeft gedaan weet ik niet. Ook dit verlangt een nader onderzoek. Wel weet ik dat het in de buurt (of naast) de synagoge op de Schans stond.
Door Jaap van der Zwaag. Email