Voorwoord

Nu 300 jaar geleden, - in 1699 -, liet de schuitmaker Joucke Fetzes in Heeg zijn huis en scheepswerf bouwen. Het is wel heel bijzonder dat daar nog altijd een scheepsbouwer is gevestigd en dat er sprake is van een welhaast ononderbroken eeuwenlange scheepsbouwtraditie, mogelijk wel van voor 1660 af.

Het hellinghuis van Heeg, in de 17de eeuw eigendom van Joucke Fetzes en aan het eind van de 20ste eeuw van Pier Piersma staat op een prachtige plaats aan de Syl en bepaalt het aanzien van het dorp in bijzondere mate, samen met zijn even karakteristieke tegenhanger: het palinghandelarenhuis "Siet U Selfs". Beide huizen drukken iets uit van de verbondenheid tussen de Hegemer scheepsbouw en de legendarische palinghandel op Londen met de indrukwekkende palingaken, waarvan er vele op de werf naast het huis werden gebouwd en onderhouden.

In dit boek schrijft de auteur, Sicco van Albada" daarover, maar hij komt op veel meer aspecten van de scheepsbouw in Heeg en hij beperkt zich in zijn beschrijving niet alleen tot de geschiedenis van het hellinghuis uit 1699 en van de bijbehorende werf. Alle werven die er in Heeg geweest zijn krijgen hun geschiedschrijving. De auteur had het geluk dat er zowel van de scheepsbouwersfamilie De Jong als van de palinghandelarenfirma W & A Visserzonen rijk archiefmateriaal bewaard is gebleven. Hij beperkte zich evenwel niet tot het gebruik daarvan, maar dook diep in ander bronnenmateriaal, vooral uit het nederrechterlijk archief van Wymbritseradeel. Zo bracht hij veel nieuw feitenmateriaal tevoorschijn.

De lezer van dit boek zal zich niet bedolven voelen onder alle verzamelde en gepubliceerde gegevens doordat de auteur ze op een heel persoonlijke manier heeft opgeschreven op zo'n wijze dat de lezer zich met hem op speurtocht waant te gaan. Met veel gevoel voor de menselijke kant van het bestaan van de scheepsbouwers in Heeg is dit boek geschreven; dat blijkt vooral ook uit de herinneringen aan Berend de Jong en aan Pier Piersma in zijn jonge jaren. Daardoor is dit niet alleen een goed boek, maar ook een mooi boek.

Omdat er zo weinig op archiefstudie gebaseerde detailstudies over Friese scheepsbouw bestaan, is dit een waardevol boek. Ik feliciteer de auteur met de verschijning van het boek, maar mijn felicitaties zijn niet minder voor de scheepsbouwer Pier Piersma, die het in 1970 waagde de traditionele scheepsbouw als zelfstandig ondernemer voort te zetten in het voetspoor van zovele generaties voorgangers uit de geslachten Palsma en De Jong. Sinds hij in 1987 in het oude hellinghuis woont, is er voor de wal altijd een rijke verscheidenheid van door hem of door anderen gebouwde ronde en platbodemschepen te zien en is de Syl in Heeg een bezienswaardigheid, waar de traditionele Friese scheepsbouw alle verdiende aandacht krijgt.

Sytse ten Hoeve,
directeur van het Fries Scheepvaart Museum te Sneek.


De avond valt over Heeg. De drukte van de dag is verdwenen, de havenkom is op een enkele boot na leeg. Af en toe ritselt er nog een blaadje in de linden voor het werfhuis, waar naast de oude sleephelling, in de rust van deze avond, scheefgezakt over het gazon hangt. Het is nauwelijks meer voorstelbaar dat die vervallen, door de tijd aangevreten, balken vroeger zo hecht waren dat ze skûtsjes, tjalken en aken konden dragen.

 

Door de tijd aangevreten...

Toch had ik oude foto's uit het begin van deze eeuw gezien bij Pier Piersma die nu met zijn gezin in het werfhuis woont. Op die foto's was de helling aan de Syl nog volop in gebruik en het werfhuis ging schuil achter een hoog op de wal getrok­ken palingaak.

Tussen de lindebla­deren door zie ik de muurankers aan de gevel. Ze vormen een jaartal: 1699... Het huis is bijna driehon­derd jaar oud. En ineens, boven de ankers, ontwaar ik een zandste­nen wapen in de bakstenen muur.

Een halve adelaar, lijkt het wel, en een kruisteken met een schuin balkje eraan. Hoe vaak ben ik hier al niet aan voorbij gelopen? Het lijkt wel of ik het nu pas voor het eerst zie. Er staat een naam boven: Joucke Fedses en onderaan weer dat jaartal 1699 en Hielck Wises. Het is moeilijk te lezen. "Ja", zegt Pier die naast me is komen staan en me omhoog ziet kijken, "volgend jaar bestaat het huis driehonderd jaar. Het zou wel leuk zijn als daar een soort gedenkboek voor zou kunnen komen."