81. Meint Willem Visser, 7 oktober 1904

Meint Willem Visser, geboren op 7 oktober 1904 te Lemmer. Gehuwd met Pietertje Visser (kind 4) dochter van Frans Visser en Roelofje Bootsma

Meint was mast en blokmaker bij Jan de Vries, later bij van der Neut te Lemmer

Meint Willem Visser

Uit dit huwelijk

1. Margrieta Visser, geboren op 7 januari 1927 te Lemmer, overleden op 6 januari 1992 te Emmeloord. Gehuwd op 18 juni 1948 te Lemmer met Jan van Dantzig, geboren op 13 augustus 1914 te Amsterdam, overleden op 19 februari 1994 te Emmeloord.

2. Roelofje Visser, geboren in 1929

Een briefkaart uit kamp Schoorl is afkomstig van Meint Visser.

Een trouw bewaarde briefkaart uit 1940, verzonden uit kamp Schoorl, door Meint Visser.

Meint werd in het begin van de oorlog gearresteerd door de Duitsers en werd enige tijd vast gehouden.
Hoewel Meint vanzelfsprekend als actief en bewust levend mens, die bovendien nog in de politiek geïnteresseerd was, echt wel eens wat deed dat de Duitsers minder welgevallig was, was de eigenlijke reden van zijn gevangenhouding een persoonsverwisseling. Het was de bezetters toen eigenlijk te doen om Meints broer Sake. Toen dit duidelijk werd, berustte Meint maar in de verwisseling, want hij vond dat het voor zijn ouders weinig uitmaakte of zij zich nu zorgen over de ene of de andere zoon moesten maken.

De briefkaart was in eerste instantie een reactie op een toegezonden koffertje met paling, zoals blijkt uit het begin.

"Het was weer een verassing toen gisteren de koffer kwam. Als jullie dit eens mee konden maken hoe blijk of de mensen waren, toen de paling voor de dag kwam. Het was voor 80% van de mensen hier de eerste keer dat wij hier zijn de eerste hartelijke beet. Wij hebben ze met 60 man verdeeld en namens ons allen onze dank aan Omke Jan. Ook het verdere wat in de koffer zat bedank ik jullie hartelijk voor. Nu begrijp ik uit jullie brief dat het bij jullie goed gaat. Nu hier ook hoor. Nu Pietje, ik hoef geen boter hoor. Wij krijgen hier ook ons rantsoen boter. Alleen het middageten is hier niet veel. Daarom zijn we blij dat we een snee roggebrood of een stuk koek hebben. Ja, je kunt er wel eens een bont sloop in doen, dan scharrel ik wel wat strooi op. Nu Gretha wat had je een mooie brief hé. Ja, je kunt wel als je maar wilt. En Roely, je moet nog maar even wachten hoor, want ik kom nog lang niet thuis. Maar kinderen, als ik weer thuis kom, dan halen we alles weer in hé. En moeder en tante Boukje (vrouw van Jacob de Rook) niet plagen, want dan kom ik eens even over en pas dan maar op. Dus vader is weer aardig opgeknapt van zijn doofheid, nu dat zal mooi voor hem en moeder wezen.

En Japie is al op de Lemmer, ik heb zijn kaart al gekregen. Dag Jacob, wil je een cent van mij hebben, kom hier dan maar even, hebben jullie ook zulk slecht weer, het regent hier al drie dagen, maar onweer hebben we niet gehad. Ja, dat had ik wel gedacht dat Sake weer naar Duitsland moest.

Is omke Jelle ook weer weg? Ja meid, de eieren waren allemaal kapot en waren door alles heengelopen, die waren niet hard genoeg gekookt, want het eiwit was niet eens hard, maar dat is ook weer voorbij hoor, niet meer aan denken. Ik denk dat Pietje Roorda vrijdag of zaterdag nog bij jullie langs komt op haar reis naar Amsterdam. Ik heb deze week een kaart van opa gehad en van Kees Bosma. Bedank ze even Pietje. Als je weer een pakje stuurt doe er dan even een stopnaald bij, want die andere is kapot. Ik zal wel om ondergoed vragen als ik er aan toe ben.
Ja, Wiepkje, ik heb de kaart van Heerenveen ook ontvangen. En punaises gebruik ik niet om mijzelf, maar om jullie foto's op te prikken. Ja Gerrit (Roorda) is ook bij ons en Louis Visser en Seegers, het zijn allemaal bekenden. Wij slapen op harmonicagaas met een matras er op, en ik heb al twee dekens. Er zijn twee kribben boven elkaar, Hessel (de Vries, uit Oosterzee) onder en ik boven; we slapen warm. Frans waarom schrijf jij niet eens jongen of zit je in de rats. Jullie moeten er om denken Pietje dat er niet meer papier in de enveloppen komt dan tot nu toe jullie gewoonte was, want dan wordt hij verscheurd en dan krijg ik hem niet.

Hoe is het met zwarte Frens (de Vries), krijg ik niet eens een kaart van hem. Ik heb de klompjes al aan. Kon je alles wel krijgen Pietje zonder de stamkaart, anders ga je maar naar Krijger toe hoor. Er komen hier elke dag nog meer mensen bij. Van de week nog een bus met meisjes van een jaar of 16. De stakkers hadden een liedje gezongen. Nu er staat heel wat op hé. Boukje doe de groeten aan Jacob hoor. Ik wou dat hij hier maar was. Nu Pietje groeten aan iedereen doen. En allemaal de kop omhoog. Jongens het beste. Onze tijd komt ook nog en dan is alles weer voor elkaar. Nu allen een zoen van M. Visser, barak 6 A 227 Lager Schoorl".

Een bezoek van Pietje aan haar man werd geweigerd, na een zware reis naar Schoorl, gelukte het Pietje toch nog om vanaf de Schoorlse duinen, naar haar man te zwaaien.

Afdrukken van Lipkje Schat-Visser: Het interview (1981) uit de Lemsterkrant van Meint en Pietsje Visser.

Het boekje wat Meint heeft geschreven