Gemeentehuis te Lemmer 1

|   1   |    2    |    3   |    4    | 

Voor 1898 kende Lemmer een gemeentehuis dat rond het jaar 1770 werd gebouwd. Destijds bevond de ingang zich aan de zijde van de Nieuwburen. In het jaar 1898 werd de ingang verplaatst naar de Gedempte Gracht, waarbij tevens een bordes werd toegevoegd. Aan de zijde van de Nieuwburen werd boven de Waag ruimte gecreëerd voor de tijdelijke huisvesting van het Telegraafkantoor.

In het verleden was er een vaste marktdag, genaamd 'De Maandag', die specifiek gericht was op de aanvoer van boter. Dit vond plaats in een tijd waarin boter nog op de boerderijen werd geproduceerd en vervolgens naar de markt werd gebracht. In de timpaan (geveldriehoek) van het gemeentehuis aan de zijde van Nieuwburen bevond zich een symbolisch botervaatje, dat verwees naar deze historische bestemming. Tijdens de verbouwing van het bureau gemeentewerken is echter de gevel, inclusief het botervaatje, verdwenen.

Hillebrand Visser vertelt: Die verbouwing en het bordes heeft het timmerbedrijf van mijn betovergrootvader Hendrik Harmens Visser, nog gedaan getuige een brief uit 1898 die ik een paar geleden ontving van verre familie: Hierin vertelt Hendrik aan zijn zoon Harmen dat ze bijna met het gemeentehuis klaar zijn....Dat andere handschrift (onderaan tweede blad) is van zijn vrouw Geertje Visser-van Noord.

De Raads- en Rechtkamer waren destijds gevestigd op de bovenverdieping van de waag, die deel uitmaakte van hetzelfde pand. Eveneens bevond zich hier het kantongerecht, dat van 1810 tot 1934 functioneerde voor de Grietenijen Doniawerstal, Gaasterland, Lemsterland en Sloten. Daarnaast heeft ook het telegraafkantoor zijn locatie gehad in de Oude Waag.

Net zoals in vele andere plaatsen in ons land, is ook in Lemmer het kantongerecht met ingang van het jaar 1934 opgeheven. Voor onze gemeente, die al niet rijk is aan officiële instellingen, vormt dit ontegenzeggelijk een verlies. Het kantongerecht droeg, zij het op bescheiden wijze, bij aan het aanzien van de plaats. Bovendien bracht het bezoek van personen uit de omliggende regio, die om uiteenlopende redenen met het kantongerecht te maken hadden, steeds enige mate van economisch voordeel met zich mee.

De instelling die binnenkort zal ophouden te bestaan, heeft een indrukwekkende en respectabele historie. Zij heeft namelijk een bestaansduur van maar liefst 117 jaar. Oorspronkelijk opgericht in 1818 als vredegerecht, werd de naam later — naar ons inzicht in 1838 — gewijzigd in Kantongerecht, als gevolg van een herstructurering binnen de rechterlijke organisatie.

Het Kantongerecht te Lemmer functioneerde van 1838 tot 1934 als een van de kantongerechten binnen het Nederlandse rechtssysteem. Dit gerecht trad op als opvolger van de Vrederechter, die vanaf 1810 in Lemmer rechtspraak had uitgevoerd. Bij de oprichting werd het ingedeeld als kanton van de derde klasse en vormde het het derde kanton binnen het arrondissement Sneek. Het gerechtshof was gevestigd in een zaal boven De Waag, gelegen naast het gemeentehuis.

Raadhuis annex Waag: Overheidsgebouw, circa 1770, met uitbreiding in 1859 (verdieping)  Na de invoering van de Gemeentewet in 1851, waarbij de functie van grietman werd vervangen door die van burgemeester, heeft het gebouw de functie van gemeentehuis gekregen. In de burgemeesterskamer bevindt zich een geschilderd schoorsteenstuk, vervaardigd door J.C.W. Beckker in 1793.

De eerste verbouwing van de verdieping heeft plaatsgevonden onder het burgemeesterschap van Jhr. Coert Lambertus (C.L.) van Beyma thoe Kingma, die deze functie bekleedde van 1851 tot 1882. Hij werd opgevolgd door K.S. van Andringa, burgemeester van 1882 tot 1885. De daaropvolgende verbouwing, uitgevoerd door Hendrik Harmens Visser, heeft naar alle waarschijnlijkheid plaatsgevonden tijdens de ambtstermijn van burgemeester H. Luiking, die deze functie vervulde van 1886 tot 1909.

1825 1858 Kantongerechten In Fryslan Begraafplaats Lemmer Op Het Vm Hellingterrein
PDF – 6,0 MB 237 downloads

Van Peter van den Brandt

Uit de oude gemeenteraad

Benoemingen.

1825: Roelof Gerrits Zwart, tot lantaarnopsteker (later afgezet)

1825: Machiel Kingma, tot lantaarnopsteker

1827: Harmanus Kleinhouwer, tot visafslager (overleden in 1827)

1828: Albert Jans van der Meulen, tot armvoogd voor Lemmer. 

Cornelis K. van der Sluis, tot armvoogd voor Eesterga

Dirk P. van der Gaast, tot armvoogd voor Follega

Jelle Jans Kok, tot armvoogd voor Oosterzee

Meine W. Klijnsma, tot armvoogd van voor Echten

IJsbrand KL. Mulder, tot commies accijns geslacht enz.

Eabele van Eijck, tot ontvanger van slik en armgeld te Oosterzee

1829: Ane Jans de Graad, tot armvoogd voor Lemmer

1832: Gerardus Tewis van Leeuwen, pol.dienaar tot 1834.

Daarna benoemd Albert Gerrits de Koe, salaris f 150,- per jaar

Besloten tot schoolgebouw in Lemmer, kosten f 8608.65. de bouw werd opgedragen aan S.S. van Andringa en IJ.P. van der Veen (raadsbesluit van 22 nov. 1834)

Bij raadsbesluit van 20 mei 1836 werd besloten tot verkoop van de oude school met onderwijswoning genummerd Wijk 3 no 291 en kad. bekend sectie A. no 528 en 529.

Op 5 juli 1836 overleden grietman van Welderen Rengers en in diens plaats benoemd Wilco van Andringa de Kempenaer (mededeling aan de raad van 28 sept.1836)

1832: Ter voldoening van de gemaakte kosten ad f 500,- tot bestrijding van de onlusten in de veenderijen door vreemde arbeiders zal aan Ged. Staten worden gevraagd deze kosten te mogen uitkeren.

1837: Secr. Joh. Greijdanus overleed op 10 jan. 1837.

Voordracht voor nieuwe secretaris: Hermanus van Genderen kand. notaris lid der schutterij en op eigen kosten deelgenomen aan de tien daagse veldtocht wonende te Lemmer oud 26 jaar. 2e Jhr. Jean Louis Theodore Waubert de Puiseau oud 35 jaar, lid van de ridderschap in Friesland, notaris te Lemmer. Adres aan Z.M. de Koning en raad grietman en assessoren geven de voorkeur aan eerstgenoemde. (Van Genderen werd bij K.B. van 27 april 1837 no 1031 benoemd tot secretaris van Lemsterland)

1837: De Israëlieten in Lemmer zijn voor het merendeel armlastig en kunnen niet in eigen onderhoud voorzien. De grietenij kent hen een subsidie toe van f 100,-

De R.K; armvoogden hebben in 1836 een bedrag van f 500,- ontvangen af te lossen in 10 jaar. Dit voorschot werd renteloos verstrekt. Raad heeft bezwaar thans opnieuw een voorschot te verstrekken. Vragen de Ged. Staten de jaarlijkse aflossing stop te zetten en de schuld te schenken.

Hielke Wiebes Molenaar in 1830 al officier in dienst gegaan en naderhand niet teruggekeerd is thans waarschijnlijk elders gedomicilieerd. Voldoet daarmee niet meer aan de vereisten als lid van de raad en verzoeken Ged. Staten om Molenaar  ontslag (eervol) te verlenen en een ander in deszelfs plaats te benoemen.

1838: De grietenijraad besluit tot vermindering van de pacht voor de Truitjezijlbrug aan Gosse Egberts Hottinga en Hillebrand Dirks Plug, als pachter van de Langebrug, ieder voor 60,- De pachtprijs bedroeg f 362.50 en f 189.25. Deze vermindering van tollen wordt veroorzaakt door de stremming van de doorvaart door de grote Lemsterzijl. Deze vermindering betrof 1837.

1843: Een verordening wordt vastgesteld tegen de besmettelijke longziekte, die toen heerste in Drenthe en Overijssel.

?: De grietman deelt mede, daartoe door verschillende redenen geleid zicht tot Z.M. de Koning om als grietman eervol te worden ontslagen. De leden zeggen dank voor deze vertrouwelijke mededeling. benoeming stembureau

1851: Benoeming stembureau voor verkiezing van leden voor de gemeenteraad. Op 8 sept. wordt mededeling gedaan, dat de grietman eervol is ontslagen. Dank wordt gebracht voor de prettige samenwerking en steun in een bijna 15 jarige periode.

Gekozen zijn tot leden van de nieuwe gemeenteraad.

1. W. van Andringa de Kempenaer, geb. 1809

2. Folkert Johannes Witteveen, geb. 1793

3. Albert Meines Klijnsma, geb. 1792

4. Siemen Wiegers Visser, geb. 1793

5. Klaas Kerstes Koopmans, geb. 1796

6. Bouke Poppes, geb. 1793

7. Menze Stellingwerf, geb. 1812

8. Ferdinandus Visser, geb. 1810

9. Sjoerd Hoeksma, geb. 1799

10. Pieter Nolles Meeuwes, geb. 1798

11. Wieger Otter, geb. 1815

De No's 1 en 6 nemen hun benoeming tot raadslid niet aan; de No's 2 en 4 worden wethouder en de eerste raadsvergadering wordt voor gezeten door A. M. Klijnsma, zijnde het oudste raadslid in jaren. C.L. van Beyma thoe Kingma, wordt bij K.B. van 6 dec. 1851 tot burgemeester benoemd. Tot secretaris is herbenoemd Jacob van Leeuwen en tot ontvanger dezelfde. Op oud-ontvanger Corn. Sleeswijk waren 3 stemmen uitgebracht. De jaarwedde burgemeester bedroeg f 800,- secr. eveneens, ontvanger f 150,- en wethouders f 100,-

1852: Besloten werd tot oprichting van een armenschool in Lemmer. Hier zijn 500 kinderen, waarvan 300 schoolonderricht genieten; het traktement voor de leraar werd vastgesteld op f 200,- per jaar.

De begroting voor armenzorg voor Lemmer werd vastgesteld op een eindbedrag van f 5520,- de ontvangsten op f 5700,- zodat een batig slot geraamd is van f 180,-

Op 27 maart 1852 is aanbesteed het herstellen en in orde brengen van de oude school bij de Herv. Kerk om deze tot armenschool te bestemmen.

Samenvatting Grietmannen.

Grietmannen tot de invoering van de gemeentewet in 1851. Zie ook volgende pagina: Grietmannen

1580 - 1585  -Pier Anskes
1585 - 1609  -Jaen Auckes
1609 - 1635  -Christiaan Johannes Oosterzee
1635 - 1641  -Ciprianus Oosterzee
1641 - 1665  -Jonker Frederik van Roorda
1665 - 1666  -Sako Fockens
1666 - 1689  -Tinco van Andringa
1689 - 1692  -Martinus van Scheltinga
1692 - 1741  -Regnerus van Andringa Neef van Martinus van Scheltinga.
1741 - 1752  -Regnerus Lycklama à Nyeholt
1752 - 1772  -Daniël Livius de Kempenaer
1772 - 1795  -Regnerus Livius van Andringa de Kempenaer
1795 - 1816  -Geen grietman vanwege de Franse tijd
29 juni 1816 -13 juni 1825; Jhr. mr. Antoon Anne van Andringa de Kempenaer
1825 - 1830  -Jhr. Onno Reint van Andringa de Kempenaer
1830 - 1836  -Willem Carel Gerard van Welderen baron Rengers
1836 - 1851  -Jhr. Wilco van Andringa de Kempenaer

Jhr. Wilco van Andringa de Kempenaer

H. Luiking

Samenvatting Burgemeesters van Lemsterland

1851 - 1882  -Jhr.mr. Coert Lambertus (C.L.) van Beyma thoe Kingma
1882 - 1885  -K.S. (Klaas) van Andringa (1821-1885)
1886 - 1909  -H. Luiking
1910 - 1919  -mr. Georg August Max Kallenbach
1919 - 1931  -H. (Hendrik) Pollema (1851-1932) (ARP)
1931 - 1934  -Jan Harmens Slump (Verongelukt op 10 december 1934)
1935 - 1957  -M. Krijger (CHU/PvdA) (Verongelukt op 4 december 1957)
1958 - 1966  -Leo Brouwer (CHU)
1966 - 1984  -F. Faber (CHU/CDA) 
1984 - 1992  -G.F. Eijgelaar (CDA)
1992 - 2008  -Jo Bosma (D66)
2008 - 2013  -Dick Stellingwerf (ChristenUnie)

Voor de Friese Meren sinds: 1 januari 2014

2014 - 2015  -A. (Arie) Aalberts (CDA)
1 dec. 2015 - Heden: F. (Fred) Veenstra (CDA)

Jan Harmens Slump, Echten, gemeente Lemsterland, kenteken 1922

Wethouder en burgemeester Jan Harmens Slump (1880-1934) was een vooraanstaand bestuurder in de regio. Geboren in Echten, begon hij zijn loopbaan als vervener en trad in 1907 toe tot de gemeenteraad als vertegenwoordiger van de Christelijk-Historische Unie (CHU). In 1919 werd hij benoemd tot wethouder, een functie die hij met toewijding vervulde. Vanaf 1931 bekleedde hij het ambt van burgemeester van Lemsterland, een rol die hij tot zijn plotselinge overlijden in 1934, als gevolg van een tragisch auto-ongeluk, bekleedde. Daarnaast was hij actief als lid en voorzitter van de Veenpolder van Echten, waarmee hij een belangrijke bijdrage leverde aan het beheer en de ontwikkeling van het gebied.

Dit is het voertuig waarmee burgemeester Krijger in 1935 zijn aankomst in Lemmer markeerde en werd geïntroduceerd aan de gemeenteraad. Het voertuig kwam tragisch ten einde door een ongeval op 4 december 1957.

Burgemeester Brouwer

Inhuldiging burgemeester Brouwer in 1958

Interieur zalen Gemeentehuis

Foto van: Corry Homma. Tussen oude familiecorrespondentie vond ik een kaart met daarop het gemeentehuis van Lemsterland. De kaart is van 16-07-1918 

Foto van Wiebe Poppe: Lemmer- feest 1813-1913 bij het gemeentehuis in Lemmer - Hendrik Poppe - rechts met zwarte hoed.

Waarschijnlijk markeert dit de viering van het einde van de Bataafs-Franse tijd (1795–1813). Op 30 november 1813 zette de toekomstige koning Willem I voet aan land. Dit moment lijkt overeen te komen met het embleem dat boven het bordes werd gevoerd, evenals met het wapen van Willem Frederik.

Omschrijving van Evert de Vries: Nu de westkant van de Nieuwburen de laatste tijd genoemd wordt, als de plaats waarin de komende tijd nieuw bouw zal plaats vinden, vond ik het leuk om deze foto te plaatsen van het centrum van Lemmer. De Rien loopt nog door ons dorp. De markt, bestaat uit twee delen aan weerzijde van de Rien. Trottoirs zijn er nog niet maar bij veel huizen geven paaltjes de grens aan van het strookje grond, dat particulier eigendom is.

Men loopt en fietst nog midden op straat, wie het nu zou doen, zou wel zelfmoord neigingen hebben. Rechts op de voorgrond het dak van de bakkerij Haveman. Aan de overkant van het water het pand van de familie Visser. Als we dat vergelijke met de tegenwoordige toestand dan ziet het er nu vrolijker en gezelliger uit. Jammer dat er nu een betaalautomaat gekomen is, want daardoor wordt het geheel wat geschonden. Maar het is begrijpelijk, ook de bank moet met zijn tijd mee. Dat meer open karakter geld ook voor het gemeentehuis.

Op deze foto zitten er nog de publicatieborden, ’de kouwe’ zoals het in de wandeling heette. Op het postkantoor staat het torentje nog. Het lijkt hier even hoog als de toren van de Gereformeerde kerk, maar dat zal gezichtsbedrog zijn door de positie van waar uit de foto gemaakt is. De krans van bomen rondom de Hervormde kerk is goed zichtbaar en ook de grote bomen achter het postkantoor is al aanwezig.

De bomen die we richting Straatweg zien zijn inmiddels verdwenen. Er zijn wel nieuwe boompjes geplant, maar die zullen nooit zo groot worden als wat hier nog staat. Als de nieuwbouw plannen doorgaan zal dat weer een heel ander gezicht aan de Nieuwburen en daarmee aan het centrum geven. Het is de vraag of het mooier zal worden. Maar zoals het nu is met die dicht getimmerde panden kan het ook niet blijven.

Er is overigens wel een lichtpuntje: ik hoorde dat een goede week geleden mensen in het hotel zijn geweest om daar een kijkje te nemen. dat hoeft ook niet te betekenen dat er direct nieuwe bewoners zullen komen, maar er schijnt toch wat beweging in de zaak te zitten en dat wordt de hoogste tijd.

Foto van Albert Aukema: Periode 1925-1935 (fotoarchief A. E. Klijnsma)

Geert Vlig

|   1   |    2    |    3   |    4    |