Wierda, Egbert Mark

Egbert Mark Wierda, geboren op 26 april 1918 te Leeuwarden, overleden op 11 april 1945 te Dronrijp, zoon van Jan Wierda en Gerbina Eelcina Simonetta Ynzonides


Na het gymnasium, studeerde hij aan de Technische Hogeschool te Delft. Later verkoos hij de theologische studie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Wierda was een veelzijdig verzetsman.

Als lid van een sabotage- en spionagegroep was hij vaak aanwezig bij wapendroppings. Voor de overval op het huis van bewaring op 8 december 1944 leverde Wierda de nodige plattegronden. Zijn broer Klaas Jan Wypke Wierda werd geboren op 21 mei 1921 in Leeuwarden. Klaas hield zich bezig met het vervalsen van persoonsbewijzen.

In de nacht van 8 op 9 april 1945 werd Egbert door de bezetter opgepakt. Wierda moest mee, maar omdat hij enkel een pyjama en overjas droeg, moest hij zijn kleren van huis aan de Emmakade halen. De SD'ers die hem bewaakten, gingen mee naar binnen en ontdekten ook zijn broers Klaas en Hyltje.

De drie mannen werden voor verhoor overgebracht naar het Burmaniahuis. De broers werden op 11 april 1945, samen met elf anderen, gefusilleerd bij de brug over het Van Harinxmakanaal te Dronrijp.

Egbert Mark Wierda, Hijltje Wierda en Klaas Jan Wijpcke Wierda.

Die zondagavond is Mark Wierda alleen in zijn cel in Leeuwarden. De vorige nacht is hij opgepakt. De 27-jarige theologie-student, binnen de BS Leeuwarden belast met inlichtingen en spionage, schrijft een brief. Het valt hem zwaar, zijn handen zijn geboeid. De Duitsers hebben hem niet ontzien. Hij is gebeukt, geschopt, bijna gewurgd, bijna verdronken in de waterkist. Zijn lichaam is kapot. Maar hij is blijven zwijgen. Zijn kameraden heeft hij niet verraden.

„Ik ben bijna zo ver geweest om ja te zeggen, om van dit afschuwelijke lijden af te komen”, schrijft hij moeizaam. „Ik moet vaak aan onze Heiland denken en het was mij rijk, dat kruis Hem na te mogen dragen. Ik ga vol vertrouwen de toekomst tegemoet. Er zal geen haar van ons hoofd vallen zonder de wil van onze Hemelse Vader, want Hij regeert…Zelfs nu is Hij nog ons lied, ons psalmgezang. Hij zal het maken dat we ons verwonderen moeten.”

Fusillade bij Dronrijp.

De SD uit Leeuwarden fusilleert bij de brug te Dronrijp 13 gevangenen: Johannes Nieuwland, Hendrik Jozef Spoelstra, Douwe Tuinstra, de drie broers Egbert Mark Wierda, Klaas Jan Wypcke Wierda en Hyltje Wierda, Sijbrandus van Dam, Heinrich Harder, Dirk de Jong, Hendrik Jan de Jong, Ruurd Kooistra, Johannes Marinus Ducaneaux en Oudger van Dijk.

Ereveld.

Tekst op de liggende grafsteen, Erehof van de Noorderbegraafplaats te Leeuwarden:

RUSTPLAATS VAN ONZE LIEVE JONGENS
EGBERT MARK GEB. 26-4-1918
THEOL. STUD. OFFICIER BIJ DE
BINNENL. STRIJDKRACHTEN
KLAAS JAN WYPKE GEB. 21-5-1921
HYLTJE GEB. 3-1-1925
GEFUSILLEERD TE DRONRIJP DOOR DE
DUITSERS OP 11-4-1945

ZIJ STREDEN UIT GODDELIJKE
ROEPING DE ONDERGRONDSE STRIJD

OPENB. 2: 10d.

J. WIERDA
G. E. S. WIERDA-YNZONIDES
G.H. WIERDA

Achter de steen staan drie hoge, smalle zuiltjes voor de drie broers, met in het Fries de tekst:

FALLEN YN 'E STRIID
TSJIN ÛNRJOCHT EN SLAVERNIJ
DAT WIJ YN FREDE FOAR
RJOCHT EN FRIJDOM WEITSJE

11 september 2011 Jenne de Haan

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.