Lok, Andries

Andries (Anje) Lok, geboren op 8 december 1903 te Siegerswoude, overleden 20 mei 1944 te Appelscha, zoon van Jacob Lok en Neeltje Lok-van Dijk. Gehuwd met Wietske Hoekstra


19/20 Mei 1944.  Silbertannemoord op hoofdonderwijzer Andries Lok te Appelscha.

Op 1 oktober 1930 werd te Appelscha, 3e wijk, nog een openbare lagere school geopend: Appelscha-Ravenswoud School no. 3. Het eerste hoofd werd Andries Lok, onderwijzer te Haulerwijk. Hij is op 20 mei 1944 is hij door de Duitsers - oud 40 jaar- gefusilleerd. De school kreeg daarom in 1948 de naam: Meester Lok school.

Meester Lok, was de op 8 december 1903 in Frieschepalen geboren Anje (Andries) Lok. Zijn ouders waren Jacob Lok en Neeltje Lok-van Dijk. Er werden zeven kinderen in het gezin geboren, waarvan Anje de tweede was. Er kwam een zuster, Hillie, voor hem. Zijn vader had aanvankelijk zelf een boterfabriekje, maar toen hij daarmee ophield, begon hij een kunstmesthandel. Vader Lok stuurde zijn oudste dochter en zoon naar de kweekschool in Drachten. Daar slaagde Anje Lok in 1924 voor het onderwijzersexamen.

Hij stond tijdelijk in Hoornsterzwaag, en werd vervolgens voor vast benoemd in Haulerwijk. Daar trouwde hij op 3 augustus 1928 met de uit Donkerbroek afkomstige Wietske Hoekstra. In 1930 werd er een hoofd gevraagd voor de nieuwe lagere school in Appelscha Derde Wijk, het tegenwoordige Ravenswoud. Anje Lok solliciteerde, en kreeg de betrekking. Hij kon op 1 oktober 1930 beginnen.

Zijn weduwe, die in Drachten woont, zegt nu (1980): „Dat wie gans in feroaring. Sjoch, Haulerwyk lei oan de ferhurde wei, en der wie elektrysk ljocht. En oan de Tredde Wyk der wie gjin hurde dyk, en foar de ferljochting brukten de minsken petroaljelampen of kearsen. Mar wy namen dat op de keap ta. Want myn man fün it dêr hearlik, fanwege de moaie natür. En hy koe best oer de befolking dêrre".

Het Ravenswoud van die dagen was een bijzonder armoedig dorp met erg veel werkloosheid. Hele gezinnen moesten leven van tien gulden in de week. De meeste mensen waren er anarchist of communist, aanhangers van Domela Nieuwenhuis en Wijnkoop. Meester Lok en zijn vrouw kwamen in die armoede terecht. Ze hebben zelf met het andere onderwijzend personeel nog de nieuwe school moeten inrichten. De sociale toestanden in het dorp zetten hen aan het denken. Van huis uit waren de heer en mevrouw Lok vrijzinnig democraat, maar na enkele jaren besloten ze de stap naar de SDAP te doen.

Meester Anje Lok was een liefhebber van de natuur. Hij had daarom ook Appelscha Derde Wijk uitgekozen als woon- en werkplaats. De liefde voor de natuur had hij meegekregen van thuis, maar was nog bevorderd door de biologieleraar Dijkstra van de Drachtster kweekschool. Elk jaar organiseerde hij een paddenstoelententoonstelling in de school, en op de landbouwschool in Oosterwolde kende men de kinderen van de school van meester Lok er altijd uit vanwege hun veel grotere kennis van de natuur. Na schooltijd leidde Anie Lok nogal eens excursies van biologiestudenten van de Groninger universiteit „Fûgeltsje" Gerrit Bosch uit Leeuwarden was een geregelde bezoeker van de onderwijzer aan de Derde Wijk. Meester Lok was ook voorzitter van de Natuurhistorische vereniging in Ooststellingwerf.

Het einde van de jaren dertig kwam, met zijn steeds toenemende dreigingen van oorlog. De verschrikkingen van net nazisme lieten het gezin van meester Lok, waar ondertussen twee kinderen waren geboren (Jaap, van 1931 en Jannie, van 1932) niet onberoerd. Mevrouw Lok: „Wy wienen doe ris yn de jeugdherberch fan Appelsgea, en it remde ferskriklik. Doe seach myn man der in man en in frou mei twa bern bûten stean, dy't der net yn kamen. Hy rûn nei harren ta, en noege harren der yn. Doe die bliken, dat it joaden út Dútslan wienen. Hja doarden net nei binnen ta te gean, om 't joaden ytt Dútslan ommers nergens yn "mochten". Het gezin Lok raakte met het Duits-joodse gezin van de kunstschilder Schloss bevriend. Het bleek, dat Schloss zijn kinderen in veiligheid wilde brengen, voor de hel losbarstte.

Toen de Duitsers ons land hadden bezet, raakten de ouders Schloss van hun kinderen gescheiden. De kinderen kwamen in de buurt van Smilde terecht, en de oudste, Hans, herinnerde zich toen het adres van meester Lok. Hij ging er met zijn vier jaar jongere zuster heen en vond daar een veilig onderkomen. Het meisje ging naar anderen. Beiden hebben de oorlog overleefd. Hans woont tegenwoordig in Zweden.

Meester Lok was op 10 mei 1940 met zijn vrouw en kinderen bij familie in de stad Groningen. Toen ze het nieuws van de Duitse inval vernamen, zei hij: „Wy moatte dalik nei hûs, wy moatte fan alles dwaan". Over allerlei binnenweggetjes, via Veenhuizen, fietsten ze naar de Derde Wijk. In de tijd die volgde, kreeg Anje Lok te maken met de huisvesting van onderduikers en de verspreiding van bonkaarten. Bovendien kwamen er ook nog de kinderen Schloss. Ravenswoud mocht dan een afgelegen dorp zijn, veilig was het er niet. Onder de boeren die oostelijk van het dorp woonden, bevonden zich enkele Landwachters, en een van de leden van het onderwijzend personeel was NSB'er.

De ramp kwam in de nacht van 19 op 20 mei 1944. Kort tevoren was op de weg in Oud-Appelscha de Landwacnter Kees Harterhof uit Appelscha door de ondergrondse doodgeschoten. De bezetter, woedend over deze aanslag, besloot een gruwelijk voorbeeld te stellen. Mevrouw Lok: „Wy hienen fuortgean moatten, mar myn man sei: Ik kin net út skoalle gean. En boppedat: werom soenen hja my ophelje? Ik wol by jimme bliuwe. Der wienen op dat stuit ek gjin ûnderdûkers, en dy Dútske jonge wie ek fuort. Wy gongen op bêd, en ik sei noch: Dit komt net goed. Ach, sei er, sliep no mar. Wy hawwe in üre slept, en doe hearde ik de skille. Ik nei ûnderen, en dêr stienen twa manlju, in pear keurige keardels. Hja woenen myn man graach sprekke. Ik frege, werom dat midden yn de nacht moast. No, dan joech it gjin opskuor. Ik fûn it ûngewoan en bleau tsjin harren praten. Myn man kaam ek ûnder, en se seinen: Meneer Lok, wij willen u verschillende dingen vragen. Of u even meegaat naar Assen. U bent morgenvroeg weer thuis. Hij mocht syn dochterke noch even dei sizze." Toen namen ze Anje Lok mee, en nog in de tuin voor de onderwijzerswoning, terwijl zijn vrouw en beide kinderen hem in net donker nakeken, schoten ze hem dood.

De daders van deze Silbertannemoord zijn nooit bestraft. Mevrouw Lok heeft in het donker niet goed kunnen zien, met wie ze te doen had. Wel is ze er altijd zeker van geweest, dat het geen Duitsers waren. Het waren Nederlanders. Na de oorlog is ze nog enkele malen naar kampen voor politieke delinquenten geweest in Marum en Groningen, maar ze kon geen daders met zekerheid aanwijzen. Haar man is enkele dagen na de moord in Westerveld gecremeerd. De urn met zijn as staat op de erebegraafplaats in Loenen. Mevrouw Lok is met haar kinderen naar Drachten verhuisd.

Toen Ravenswoud na de oorlog een zelfstandig dorp werd, is er een straat naar meester Anje Lok genoemd. Bovendien draagt de openbare lagere school, waar hij veertien jaar lang werkte, zijn naam.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.