Beer, Ids de

Ids. de Beer, (koopman) geboren op 7 juni 1916 te Nes, overleden op 2 februari 1945 te Leeuwarden.

De Beer was handelsreiziger en woonde in Nes. Hij was lid van de LO van Dokkum. Zijn verzetsnaam was "Viervoeter". Nadat door een massa executie aan de Woudweg te Dokkum twintig gevangenen op 22 januari 1945 waren doodgeschoten, zochten alle verzetsmensen uit de regio zo snel mogelijk een veilig heenkomen en doken onder. Ook De Beer stond op de lijst met gezochte en werd uiteindelijk op 2 februari ontdekt op een schuiladres in Leeuwarden.

Hij poogde te vluchten, maar werd neergeschoten en overleed nog diezelfde dag aan zijn verwondingen. (Wiebe Baron zat ook in het verzet, op 22 januari 1945 is hij aan de dood ontsnapt, maar Ids de Beer werd doodgeschoten voor de ogen van de vrouw van Wiebe Baron).
De Beer was gereformeerd en handelde vanuit zijn Bijbelse overtuigingen tegen het onrecht. Hij was getrouwd en liet een vrouw en twee kinderen na. Hij ligt begraven op de Hervormde Begraafplaats te Nes. In dit dorp is voor hem en anderen een gedenkteken opgericht.

Foto van Tresoar

Tresoar

De tiener Albert Kiel uit Leiden kwam in het laatste oorlogsjaar twee keer naar Dokkum. Beide keren werd hij opgevangen door het gezin van Ids de Beer en Tietje de Vries en hun twee jonge kinderen Freerk en Jaap. De eerste keer reisde hij in de zomer van ’44 als bleekneusje naar Friesland. Het had hem blijkbaar zo goed voldaan dat hij er graag terugkeerde. Die kans kreeg hij in februari/maart ’45 toen hij als hongervluchteling naar het noorden werd uitgezonden. Die tweede keer kwam hij in hetzelfde, maar tegelijkertijd een geheel ander, door de oorlog getekend, gezin terecht.

Wat was er in die tussentijd gebeurd? Ids de Beer maakte deel uit van het verzet in Dokkum. Zijn huis was een doorgangshuis voor joden, joodse kinderen en andere onderduikers. Hij zorgde er ook voor dat de onderduikers bij gastgezinnen werden ondergebracht en van bonkaarten werden voorzien.

In januari ’45 maakten de Duitsers jacht op het verzet in Dokkum, ook op Ids de Beer. Hij was echter op z’n hoede en dook op tijd onder. Op 31 januari ging het echter toch mis. Ids achtte die dag de kust veilig genoeg om even zijn vrouw en kinderen dag te zeggen. Ten onrechte.

Bij het horen naderen van een Duitse patrouille rende Ids weg en vluchtte een weiland in. Een op wacht staande Duitser zag het gebeuren. Hij legde zijn geweer aan en schoot. Ids zakte zwaargewond in elkaar. Een paar uur bleef hij daar liggen voordat hij naar het veldhospitaal in Leeuwarden werd overgebracht. De Duitsers probeerden hem nog te verhoren, maar veel liet hij niet los. Twee dagen later, op 2 februari, overleed Ids. Hij was 28 jaar oud geworden.

Voor de kinderen was de impact op hun verdere leven groot. Freerk hierover: ‘En toen had ik geen vader meer. Het is voor mij en mijn broertje een moeilijke periode geweest. Alle kinderen in de klas hadden een vader, wij niet.’ Gelukkig was Mem Tietje een sterke vrouw. Dat heeft ook ongetwijfeld een rol gespeeld bij haar besluit om Albert Kiel kort na de moord op haar man opnieuw in huis te nemen.

Albert zal vast hebben aangevoeld dat de sfeer er geheel anders was dan tijdens zijn vorige verblijf, nog niet eens een jaar daarvoor. Of hij Ids zal hebben gemist? ‘Waarschijnlijk niet’, aldus Freerk. ‘Albert was meer dan tien jaar ouder dan ons en had, toen hij de eerste keer bij ons was, vooral met onze neefjes en nichtjes, die vlakbij ons woonden, gespeeld. Overdag was hij dus eigenlijk nooit “thuis”. Albert en ik hebben nadien veel over de oorlog gesproken, maar niet zozeer over de gevoelens die hij had tijdens zijn tweede verblijf bij ons.’

Het verschil in leeftijd tussen Freerk en Jacob enerzijds en Albert anderzijds verdampte na de oorlog geleidelijk. Eerst bleef Albert vooral contact houden met Tietje. Zo deed hij, als fervent lange afstandswandelaar, elk jaar Dokkum aan tijdens de Elfstedenwandeltocht. 'Hij bracht dan ook altijd een bezoek aan onze mem', vertelt Freerk. Na haar overlijden in 1983 bleven de contacten bestaan met Freerk en Jacob. Na Albert’s overlijden in 2020 bezoeken zij nog altijd zijn weduwe Mies en hebben contact met hun kinderen.

Bovenstaande is grotendeels ontleend aan het onlangs verschenen boek ‘Vluchtelingen in Dokkum 1940-1945’. Het 480 pagina’s tellende boekwerk is geschreven door Doede Douma en Reinder Tolsma. Het is het derde deel in een serie. Eerdere delen over vluchtelingen in Oostdongeradeel en Westdongeradeel verschenen in 2019, respectievelijk 2023. Alle delen kunnen bij Tresoar worden ingezien en geleend.

Met dank aan Freerk de Beer, Inge Koopmanschap en Doede Douma en Reinder Tolsma.

Meer weten over evacués en vluchtelingen tijdens de Tweede Wereldoorlog in Friesland? Kom naar Twadde Thús. Zie https://www.tresoar.nl/.../twadde-thus-evacuees-en-hun.... Ook op maandag geopend!

#TwaddeThús #evacués Historische Vereniging Noordoost-Friesland Streekargyf Noardeast-Fryslan

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.