Nieuwland, Johannes

Johannes Nieuwland, geboren op 1 juni 1907 te Leeuwarden, overleden op 11 april 1945 te Dronrijp. Zoon van Jacob Nieuwland en Nieske Hermanides. Gehuwd met Bertha Johanna Slotman. Uit dit huwelijk 5 kinderen.


Fusillade bij Dronrijp.

De Fusillade bij Dronrijp was een gebeurtenis in Dronrijp aan het einde van de Tweede Wereldoorlog waarbij op 11 april 1945 veertien gevangenen door leden van de SD werden gefusilleerd.

Represaille

De executie was een represaille voor de sabotage door de Binnenlandse Strijdkrachten van het treinverkeer tussen Leeuwarden en Franeker door het loshalen van de rails bij de spoorbrug over de Bolswardertrekvaart.

SD uit Leeuwarden fusilleert bij de brug te Dronrijp 14 gevangenen:

  • Johannes Nieuwland,
  • Hendrik Jozef Spoelstra,
  • Douwe Tuinstra,
  • Egbert Mark Wierda,
  • Klaas Jan Wypcke Wierda
  • Hyltje Wierda,
  • Sijbrandus van Dam,
  • Heinrich Harder,
  • Dirk de Jong,
  • Hendrik Jan de Jong,
  • Ruurd Kooistra,
  • Johannes Marinus Ducaneaux
  • Oudger van Dijk.

De beide laatsten worden wegens (vermeende) banden met de bezetters niet herdacht op het monument bij de brug. Gerard de Jong overleefde de executie door zich dood te houden.

De Binnenlandse Strijdkrachten hebben een poging gedaan om deze executies te voorkomen. Zo werd er opdracht gegeven aan de BS-gevechtsgroep om in actie te komen. Echter bereikte deze order de in Baijum gestationeerde BS-gevechtsgroep te laat. Men was ook bang voor een tweede situatie zoals deze zich in Putten eerder had voorgedaan. De gevangenen zouden worden ontzet bij de spoorlijn, iets verderop, waar men klaarlag om de gevangenen te bevrijden. Echter bij de brug van Dronrijp werd het konvooi verrast door een Engelse jachtvlieger. Hierop zijn de gevangenen uit de vrachtauto's gezet en dus bij de brug gefusilleerd.

De bevolking van Dronrijp was na de executies woedend op de BS'ers. "Dit bereiken jullie nu met jullie sabotage", zouden zij hebben geroepen.

Bij de brug in Dronrijp is een monument opgericht ter nagedachtenis aan de slachtoffers. Johannes Marinus Ducaneaux en Oudger van Dijk ontbreken hier echter op, omdat zij in opspraak zijn geraakt vanwege (vermeende) samenwerking met de Duitse bezetter.

Bron Wikipedia

1946: Bijzonder Gerechtshof Leeuwarden: Een onverlaat voor zijn rechters. Doodstraf tegen hem geëist

Het behoort tot de grote zeldzaamheden, dat het Bijzonder Gerechtshof op één dag slechte één enkele zaak ter berechting op zijn rol heeft staan. Die éne zaak betrof die van den 23-jarigen Jan Meekhof, een naam welke in één adem behoort te worden en dan in de regel ook wordt genoemd met die van het beruchte duo Lammers en Sleijffer. Meekhof dan, die thans is ingesloten in het Huis van Bewaring „Crackstate" te Heerenveen, was in de oorlogsjaren opperwachtmeester der Staatspolitie en stond in zeer nauw contact met de Duitse Sicherheitsdienst.

Reeds in het begin van de oorlog, nog geen achttien jaar oud, sloot deze kwajongen zich aan bij de Waffen S.S. Dit gebeurde te Zwolle. Was het hierbij gebleven, we geloven zeker, dat de advocaat-fiscaal, bij het uitspreken van zijn eis, rekening met de jeugdige leeftijd van dezen verdachte zou hebben gehouden. Doch we kunnen ons voorstellen, dat een gevoel van walging mr. Nubé moet hebben bekropen toen hij de lange lijst van wandaden voorlas, welke deze jonge onverlaat achtereenvolgens heeft bedreven.

Wie herinnert zich niet het droeve, afschuwelijke drama te Dokkum, waarbij een aantal illegale strijders, althans goede Nederlanders, die de Duitsers onschadelijk wilden maken vielen- door het moordend lood van een vuurpeloton? Tot dit peloton behoorde Jan Meekhof. Mede door de kogels uit zijn geweer vond hier een aantal mensen de dood, die hun leven hadden ingezet in de ondergrondse strijd tegen de bezetter.

In de jaren 1944 en 1945 arresteerde hij in opdracht van zijn Duitse lastgevers, verschillende personen en leverde die aan de Duitse politie uit.

In het gebouw van de Sicherheitsdienst te Leeuwarden mishandelde hij in April 1945 op gruwelijke wijze Peter Dolstra. In dezelfde maand arresteerde hij Gerard de Jong, dien hij verdacht van illegale werkzaamheden, waarna hij hem naar het Burmaniahuis overbracht. Daar heeft hij hem geslagen en getrapt, ten einde hem op deze wijze te dwingen, voor de Duitse politie van belang zijnde verklaringen af te leggen.

Kort te voren opereerde hij te Wolvega. Daar nam hij deel aan de bewaking van een aantal gevangenen van de Duitse politie, terwijl hij kon weten, dat deze gevangenen daar zouden worden geëxecuteerd. De Duitsers wisten blijkbaar heel goed, dat hij zich voor deze bloedhondendiensten wel wilde lenen.

In januari 1945 arresteerde hij te Leeuwarden Johannes Kolf, dien hij verdacht zich schuldig te hebben gemaakt aan een vergrijp tegen de bezettende macht. Toen Kolf hem wist te ontsnappen en de vlucht nam, loste loste Meekhof een vijftal revolverschoten op den vluchteling, waarvan één het slachtoffer dodelijk in de linkerlong trof.

Het aantal personen, dat door hem werd gearresteerd, is niet te schatten. Hij zette hen bijna allen gevangen in het Burmaniahuis, waar hij hen, volgens middeleeuwse methoden, met behulp van waterslang, waterbak en galg, op gruwelijke wijze mishandelde. Onder zijn slachtoffers bevonden zich ook Nieuwland, Van Dam en de drie zoons uit het gezin Wierda te Leeuwarden, die op 11 April, vier dagen vóór de bevrijding met nog negen anderen bij Dronrijp werden geëxecuteerd, aan welke executie alleen Gerard de Jong, hoewel zwaar gewond, wist te ontkomen.

Toen eindelijk de capitulatie kwam en de Duitsers de diensten van dezen landverrader niet meer van, node hadden, lieten ze hem aan zijn lot over. Hij vluchtte, doch werd reeds spoedig in Woerden gevangen genomen, waarmee een einde kwam aan dit trieste misdadiger-bestaan.

Meekhof, kreeg teneinde 22 jaar gevangenisstraf, waarvan hij een aantal jaren heeft uitgezeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.