Pierik, Gerrit

Gerrit Pierik, kantoorbediende, geboren op 13 mei 1883 te Harlingen, overleden op 7 februari 1945 te Neuengamme, zoon van Hendrik Pierik en Antje van Kammen. Gehuwd met Klaasje Henstra


14-02-2014: Het Neuengamme Monument Harlingen voltooid

Van zeven verzetsstrijders is op de Algemene Begraafplaats niets terug te vinden. Het Centraal Comité ’45 gaat dit tijdens de Nationale Dodenherdenking op 4 mei 2014 veranderen.

Nadat het CC ‘45 en de Vereniging Oud-Harlingen in een goede samenwerking het project “Struikelstenen” succesvol hadden afgerond, bleef er nog een aantal vragen aangaande W.O. II open staan. Het Centraal Comité ’45 wilde een lang gekoesterde wens vervullen, nl. het herdenken van alle 13 verzetsstrijders die in het voorjaar van 1945 in concentratiekamp KZ Neuengamme en de buitenkampen aldaar, zijn omgekomen.

Met instemming van de gemeente Harlingen en van de Vereniging Oud-Harlingen gingen Willem Visser en Hans Burkels van het CC’45 aan de slag om alle gegevens omtrent de groep van 13 compleet te krijgen. Het onderzoek was gericht op de 7 slachtoffers die in Harlingen, behalve op papier, niet herdacht werden.

In de periode 9 t/m 13 januari 1945 zijn 25 Harlingers die iets in het verzet deden gearresteerd en naar het Huis van Bewaring te Leeuwarden overgebracht. Op maandag 15 januari worden 13 van hen overgebracht naar het beruchte Scholtenshuis in Groningen. Hun namen zijn: Gerrit Pierik, Wijbrandus de Wit, Johannes Drost, Hermanus Alkema, Jan Wiersma, Klaas Nicolaas Weitenberg, Ypko Jelko Faber, Theodorus Hessel Jorna, Lourens Broersma, Jan Anthoni Huijser, Klaas Norg, Fedde Post en Jan van Wier.

Op 16 januari worden ze als vee in treinwagons naar KZ Neuengamme in Noord-Duitsland vervoerd. Als na een moeizame reis van 2 dagen de trein op 18 januari tot stilstand komt duurt het nog lang voordat de deuren opengaan. Daar zal blijken dat 3 verzetsstrijders de betiteling “Torsperre” krijgen. “Torsperre” betekende letterlijk een verbod om buiten de poort te komen. De term “Torsperre” werd uitsluitend in Neuengamme gebruikt. Deze gevangenen krijgen een groene armband met in het wit de vermelding “Torsperre”, en worden voor een gedeelte kaalgeschoren. Deze beide herkenningstekens, zou later blijken, betekenden een soort doodvonnis.

De 3 Harlinger Torsperre-gevangenen zijn Jan Anthoni Huijser, Klaas Norg en Fedde Post. De andere 10 Harlingers krijgen deze vermelding niet en kunnen ook in de buitenkampen van Neuengamme terecht komen. Van negen van hen is bekend waar (Hamburg-Dessauer-Ufer) en op welke datum ze zijn gestorven. Alleen van Jan van Wier is bekend dat hij ernstig verzwakt en ernstig ziek is overgebracht naar KZ Ravensbrück waar hij op 27 april 1945 zal overlijden. Er zijn geen stoffelijke resten van Jan van Wier terug te vinden.

Van de andere negen slachtoffers zijn er zes op de Algemene Begraafplaats in Harlingen herbegraven. Gerrit Pierik en Klaas Nicolaas Weitenberg liggen begraven op het Nederlands Ereveld te Hamburg-Ohlsdorf, Theodorus Hessel Jorna ligt begraven op het Nederlands Ereveld Loenen op de Veluwe.

De laatste executie van Torsperre-gevangenen die tot het transport van 18 januari behoorden, heeft plaats gevonden op 10 maart 1945. Op grond hiervan heeft men als officiële overlijdensdatum 10 maart 1945 genomen.
Omdat de juiste sterfdatum niet kan worden vastgesteld staat daarom als overlijdensdatum van de heren Huijser, Norg en Post, 10-03-1945 vermeld. Deze 3 verzetsstrijders zijn opgehangen en daarna gecremeerd. Dat is de reden dat er (nog) nergens een plek is waar ze herdacht kunnen worden.

Hans Burkels en Willem Visser hebben daarom namens het CC ’45 het plan opgevat om ook de zeven nog niet herdachte Harlinger verzetsstrijders op de Algemene Begraafplaats door middel van het plaatsen van 2 gedenkstenen bij het Neuengamme-Monument te eren. De onthulling van beide plaquettes met namenvermelding zal plaats vinden op de Nationale Dodenherdenking van 4 mei a.s.

In de voorbereiding is geprobeerd zoveel mogelijk nabestaanden te benaderen en op de hoogte te stellen van de voornemens. Er is veel zoekwerk verricht met hulp van Jan Norg en Jeanine Otten alvorens het mogelijk was veel nabestaanden te bereiken. Zonder uitzondering hebben alle benaderde, soms moeilijk te traceren, familieleden positief gereageerd op de plannen van het Centraal Comité ’45.

Bron: www.harlingenboeit.nl

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.