Levensverhaal van Cornelis Visser (Cor Panne): 1955

En dan is het natuurlijk al snel 1955, waarin men in januari op het IJsselmeer schaatst en in februari door hevige sneeuwval Lemmer maar moeilijk te bereiken is. Ondanks dit slechte winterse weer, moet ik er toch mee uit. We moeten naar het Groene Kruis gebouw aan de Markerstraat, voor controle op gewicht en lengte etc. Doch dit gaat voorbij en kan ik dan eindelijk de ogen es wat meer open doen.

In mijn 5e maand wordt ik buiten in de tuin neergelegd en hoor ik waarschijnlijk al wat bewuster de eerste geluiden uit de Schans. Zeer waarschijnlijk was de tuin er in vroeger jaren niet en is deze pas ontstaan nadat delen van het Achterom zijn afgebroken. Het was daar ten minste zoals ik later uit de verhalen begreep een ratjetoe van steegjes en huizen. Uiteraard staat mij dat zelf niet helder voor de geest en moet ik putten uit verhalen die ik later hoorde.

Cornelis 5 mnd oud,  in tuin Schans.

Zo ook over de woning annex winkel waarin wij woonden. Wij woonden op nr. 37, althans dat was toen het huisnummer. Een voordeur met als je binnen kwam in de smalle gang, aan de linker kant een kleine toonbank. Van hieruit verkochten mijn vader en moeder vis. Of dit nog zo was toen ik geboren werd of dat mijn vader alleen nog vis verkocht uit de nieuwe viskar dat weet ik niet. De ruimte in het kleine huisje zal met 5 jongens wel hard nodig zijn geweest. Frans en Wieger gingen inmiddels naar de LTS en Jelle naar de lagere school De Dam.

Naast ons op nummer 39 was een groenten winkeltje en daar woonden Peke en Pietsje Wouda. Dit huisje annex winkeltje was niet zoveel groter dan het onze. Zij woonden daar met 3 zonen, Gatze, Harm en Tjalling. Van het winkeltje en de kinderen kan ik mij niets herinneren, het was meer Sake, mijn broer die met de jongens van Wouda speelde. Ik weet nog, maar dat zal ik ongetwijfeld pas in later jaren hebben gezien, dat zij op zolder een model spoortrein hadden gebouwd. Die gemaakt was op losse delen zacht of hard board en die je dus kon verplaatsen. Met tunnels en bruggen, huisjes en stations. Ik was daar redelijk door gefascineerd.

Peke en Pietsje Wouda.

Naast Wouda was er een steeg die de Schans verbond met het Achterom en later de Vissersburen. Mijn vader huurde in het Achterom een “hok” waarin hij vis schoonmaakte en bakte. Vanuit hier bevoorraadde hij de viskar die bij de Blokjesbrug stond. Hij was niet de enige die daar een ruimte voor deze doeleinden huurde. Ook de concurrentie zat hier. Zoals, Atsma en de Vries.

Heit Andries Visser, hier te zien in het Achterom.

In de Beneden Schans had je dan een stenen trapje zodat je in de Schans kon komen. Aan de andere kant van de steeg zat fotograaf Hollander. Van onze woning richting centrum van de Lemmer, herinner ik mij slechts de aardappelzaak van de gebroeders Rippen. Die nog net in de Beneden Schans stond en een klein stukje naar achteren, zodat je er eigenlijk een klein pleintje voor had.

Maar daar tussen in waren nog meer winkeltjes en woningen. De Schans was ten slotte een winkelstraat. Eén van die winkels moet de stoffen winkel van Beersma zijn geweest, waar ik in later jaren nog wel eens ben geweest. Zij hadden 2 kinderen, waarvan ik met het meisje, Wiesje, wel veel speelde, heb ik mij laten vertellen.

Na Rippen had je een grote woning en dan weer een steeg. Naast die steeg zat in ieder geval in later jaren een kruideniers winkel Centra van Feike de Boer en daarnaast had je de bakkerswinkel van de familie Thijsseling. Waar je in speciale tijden je ogen uit keek naar de uitstalling van lekkernijen en specialiteiten die ze zelf maakten, zoals bv. Kievitseieren van marsepein of ander suikergoed, in de etalage. En daarnaast had je dan het Café Populair, of het toen ook al die naam droeg of dat het nog Café Biljart van Moeke Knol was, weet ik niet.

Nog een klein stukje en je kwam op de Markt, het latere Burgemeester Krijgerplein. Van de “overkant” of te wel de Boven Schans weet ik uit die tijd alleen nog dat in de hoek tegen het latere Café Restaurant Het Centrum van Krikke aan, de bloemist Funcke zat en de melkzaak van Sterk, aan de andere kant naast het Café, Molenberg en op de hoek de Centra winkel van Lienos. Het eerste jaar, lig je wat en je wordt wat heen en weer gesleept van en naar familie, maar veel krijg je er niet van mee.

Eerste huis fam. Wouda, dan wij enz. verder naar centrum Lemmer.

Gestaag, naar mate het jaar vordert, groei ik elke maand zo’n halve kilo tot aan de zomer en daarna gaat het met een kilo per maand, zodat ik aan het einde van het jaar al op twaalf en een halve kilo zit. Ook word ik gedurende dit jaar voor van alles en nog wat ingeënt. Althans volgens de kaarten waarop dit is bijgehouden. De pokken, difterie, kinkhoest. Er staat me niets van bij, maar al die prikken zullen best pijn hebben gedaan, maar het hoorde er destijds allemaal bij.

Wel worden in de gemeenteraad belangrijke besluiten genomen die ook op mijn verdere leven van invloed zullen zijn. Zo wordt in oktober besloten de Vissersburen te dempen en een schutsluis in de Zeedijk van de Schans aan te leggen, om zo toch nog de kistfabriek (in de volksmond De Houtmolen) per schip te kunnen bereiken. In november is de tekening voor een nieuwe kleuterschool goedgekeurd en hoopt men begin volgend jaar te kunnen starten met de bouw, mits het financiële gedeelte geregeld is. Dit zal dan waarschijnlijk “De Aak” zijn, in het gedeelte van Lemmer wat men de Zeebuurt is gaan noemen en waar ik te zijner tijd zal terecht komen.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.