Zuiderzee en Polderwerk |3|

Aanleg Vuurtorenweg

De middelste persoon is Imke Wagenmakers.

Drie afbeeldingen van Durk Bosma

Noordoostpolder.

Herkomst plaatsnamen in de gemeente.

● Emmeloord ontleent zijn naam aan het dorpje op de noordpunt van het voormalige eiland Schokland.

Dit eiland lag in de Zuiderzee. Het dorpje heette vroeger (1478) Emelwerth. Eem, het eerste deel van Emel-, komt van het Germaanse ami, een algemene aanduiding voor een natuurlijk waterverloop. Werth betekent terp. Vanaf 1650 zien we echter dat de naam omgezet is naar Emeloirt. Oirt (door de i achter de o spreek je het uit als oort) betekent punt, net als in Dinteloort en IJoort (later IJdoorn). De overgang van werth naar oort heeft waarschijnlijk te maken met de afbrokkeling van het eiland Schokland. Daardoor was Emelwerth steeds minder een terp (heuvel in het land) maar kwam steeds meer op de punt (oirt) van het eiland te liggen.

● Ens is zodoende ook aan zijn naam gekomen, het is genoemd naar het zuidelijke deel van het eiland Schokland. De woonkernen Middelbuurt en Zuidert vormden samen Ens, welke in 1859 werd ontruimd, toen het wonen aldaar te gevaarlijk werd.

● Bant is genoemd naar het dorpje Bantega, dat vroeger in Lemsterland lag en waarschijnlijk door de zee verzwolgen is. In Lemsterland heeft men overigens na de oorlog de naam Bantega gegeven aan een voormalig onderdeel van het dorp Echten.

● Creil is ofwel vernoemd naar een zandbank in de voormalige Zuiderzee bij Staveren, ofwel naar het Creiler Woud.

● Espel is ook de naam geweest van een dorp, dat eenmaal ten noorden van Urk lag. Dit verdwenen dorp komt in de historie ook onder de namen Espelbergh en Espelo voor.

● Kraggenburg heeft zijn naam ontleend aan de vroegere vluchthaven aan de uitmonding van het Zwolse diep. De lichtwachterwoning, het eindpunt van een lange leidam, is na de inpoldering niet afgebroken en staat thans in het nieuwe land.

● Luttelgeest werd genoemd naar een plaatsje, dat eenmaal bij het toen zeer in aanzien zijnde Kuinre lag.

● Marknesse is genoemd naar Marcnesse of Marenesse, een dorp dat volgend de kronieken eenmaal in de buurt van Urk en Schokland heeft gelegen.

● Nagele is een naam, die toen de Noordoostpolder ontstond, nog niet verdwenen was. Oude Zuiderzeevissers beweerden wel, dat ze hun netten scheurden aan de restanten van de plaats Nagele (op oude kaarten voorkomend onder de namen Naghele en Nakala) die eenmaal tussen Urk en Schokland lag. Bijgelovige zeelui hoorden er bij stormweer zelfs de klokken van de door de zee verwoeste toren luiden.

● Rutten is afgeleid van Ruthne, een dorp dat in de 14e eeuw nog ten noorden van Urk moet hebben gelegen.

● Tollebeek als laatste lag vroeger in de buurt van Urk, de plaats is een stedenband aangegaan met Tollembeek te België.

Oostelijk Flevoland 1950-1957.

Oostelijk Flevoland is de derde droogmakerij (of polder) die is aangelegd in het kader van de Zuiderzeewerken, en is heden onderdeel van de Nederlandse provincie Flevoland. Oostelijk Flevoland wordt omgeven door: het Ketelmeer, het Vossemeer, het Drontermeer, het Veluwemeer (de randmeren), de Knardijk en het IJsselmeer.

De droogmaking van Oostelijk Flevoland begon in 1950. Zeven jaar duurde het in totaal: het maken van een ringdijk en het droogmalen van het ingesloten gebied. Met 54.000 hectare land is Oostelijk Flevoland tot op heden de grootste Nederlandse polder.
In februari 1953 werd de bedijking van Oostelijk Flevoland tijdelijk stilgelegd vanwege de watersnoodramp in Zeeland. Personeel en materieel van de Dienst der Zuiderzeewerken werden ingezet voor herstelwerkzaamheden aan de dijken op Schouwen-Duivenland. In december 1953 keerden ze terug naar Oostelijk Flevoland.

In Oostelijk en Zuidelijk Flevoland was het winnen van landbouwgronden niet langer het voornaamste doel van de inpoldering. Huisvesting en recreatiemogelijkheden voor mensen uit de overbevolkte randstad waren nu belangrijker. En de hoofdstad van Flevoland Lelystad is genoemd naar de bedenker van plannen Lely.
Zuidelijk Flevoland 1959-1968.

Twee jaar na de drooglegging van Oostelijk Flevoland begon men met de aanleg van de volgende polder. In het zuidelijk deel van het IJsselmeer werd een nieuwe dijk aangelegd, die aansloot op de dijk rond Oostelijk Flevoland. Na het droogpompen ontstond zo in 1968 Zuidelijk Flevoland. De nieuwe polder was ongeveer 43.000 hectare groot.

Vanwege de gunstige ligging ten opzichte van de Randstad had Zuidelijk Flevoland een grote aantrekkingskracht. Velen verhuisden naar de nieuwe polder. Met name de nieuwe nederzetting Almere groeide in snel tempo, tot bijna 120.000 inwoners in 1997. Het is daarmee op dit moment verreweg de grootste gemeente van de provincie Flevoland, en een van de twintig grootste steden van Nederland.

Zie ook:  www.urksfruit.nl/HetUrkerlandvaltdroog.pdf


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.