Zuiderzee en Polderwerk |2|

1936: Bij Lemmer waren in november 1936 de werkzaamheden voor de totstandkoming van de Noordoostpolder in volle gang. Hier een overzicht van de aanleg van een keileemdam voor de funderingsput.

Foto van Berend Geert Pietersma. Het jongetje met het pak aan in zijn korte broek, is mijn vader Ate Pietersma bij de Zuiderzeewerken

Foto van Berend Geert Pietersma. Het jongetje met het pak aan in het midden is mijn vader Ate Pietersma bij de Zuiderzeewerken

14 oktober 1936 _De N.O.-polder in wording. Bedrijvigheid bij Lemmer.

De Maatschappij tot Uitvoering van Zuiderzeewerken is nog slechts eenige weken met het maken van een aanleghaven en opslagterrein bezig en nu reeds is een deel van dit terrein boven de waterspiegel verrezen. Twee baggermolens zorgen voor het op diepte brengen van de werkhaven (3.40 M. - N.A.P.) en een derde baggert de sluisput, waarvan de diepte op 9.75 M. beneden N.A.P. is bepaald.

Een hijschkraan zorgt voor het aanleggen van een keileemdam, welke om het geheele opslagterrein wordt heen geworpen en thans de toekomstige dijken om de sluisput opwerpt. Het benodigde rijshout voor de zinkstukken wordt iedereen dag aangevoerd en inmiddels is men reeds begonnen met het maken hiervan. De keileem wordt gebaggerd onder de Gaasterlandse kust en het zand noodig voor het opslagterrein wordt westelijk van de buitenhaven gevonden. Een zandzuiger van geweldige capaciteit zorgt voor het opspuiten van het terrein.

Het is een groote bedrijvigheid eenerzijds door 't wegbrengen van opgebaggerden grond en anderzijds door het aanvoeren van zand en keileem. Sleepboten en baggerbakken schieten in bonte mengeling door elkander heen en het getoeter van de stoomfluiten wordt afgewisseld door het stampen en kreunen van de machines en kranen. Het lied van den arbeid klinkt op uit zee, waar de nieuwe grond reeds boven den waterspiegel verrijst, en slechts korten tijd geleden de visscherman nog zijn netten plaatste.

Neringdoenden profiteerden in meer of mindere mate van deze werkzaamheden en verschillende personen, die tot voor kort nog periodiek werkloos waren, zijn nu weer aan den slag. Het aspect van de zee voor Lemmer verandert thans iederen dag.

16 augustus 1937 _Lemmer, de Noord-Oostpolder en het Kanalenplan.

Burgemeester M. Krijger en gedeputeerde S. W. de Jong vertellen, hun Lemsterlandse meening;

Niet het kanaal is primair, maar de Noord-Oostpolder. Daarvan verwachten we groote en directe voordeelen. Dit draagt ook een geheel ander karakter dan het belang van het kanaal. Wat de voordeelen van den polder betreft, daarop hebben we ook enigszins recht. Immers Lemmer heeft als andere plaatsen van de crisis te lijden gehad, maar daarbij kwam de "gemaakte crisis" door de afsluiting van de Zuiderzee. Hierdoor werden vele inwoners gedupeerd en van dezen zijn er vertrokken naar Makkum, Harlingen en Wieringen, waar ze de Waddenzee-visscherij zijn gaan beoefenen, Sommigen zijn hier nog gedomicilieerd, maar ze werken elders. Een ander deel werd echter bijna permanent werkloos en kreeg steun volgens de Zuiderzeesteunwet. Niet alleen werden de vissers gedupeerd, maar ook de middenstand. Vroeger werd op den vischafslag per jaar 3-4½ ton verkocht, nu f 60,000. Hieruit ziet U welk een slag dit is geweest voor de zakenlui.

Onze zakenlui (middenstand) zijn flinke menschen. Hoewel ze geweldige schade hebben geleden, hebben ze het hoofd boven water weten te houden. Maar nu zijn de reserves ook uitgeput. Verder heeft de hoop, dat spoedig betere tijden zouden aanbreken, hen ook gesteund en nu de Zuiderzeewerken zijn begonnen, pakken ze weer flink aan. Veel wordt opgeknapt, de uiterste inspanning wordt betoond om de zaken op peil te brengen en deze energie geeft goede hoop voor de toekomst. Toen de werken aan de havens begonnen, werden 208 man aan het werk gesteld, waarvan 100 werkloozen uit Lemmer. Daardoor rolde er weer geld en voor de gemeente was het ook een uitkomst, daar de werkloosheid snel afnam.

Thans werken er 350 man en 150 uit Lemsterland, waaronder veel veenarbeiders. De visschers konden als bakschippers weer aan den slag komen. Wel zijn de loonen niet hoog, maar voldoende. De toestand is nu zoo, dat in den zomer er geen werkloosheid meer is, maar in den winter, als het werk buitengaats stil ligt, zijn er zoveel te meer, daar vele arbeiders hier zijn komen wonen. Dat stelt weer andere eischen aan de werkverschaffing, maar we zijn bezig die te ondervangen. Daarbij hebben we de meeste hulp van provincie en regeering ondervonden. We zijn immers als gemeente zwaar noodlijdend, 99 pct. steun ontvangen we van het Rijk, maar onze groote werken zijn tot nu toe steeds goedgekeurd.

Er is een weg aangelegd van Wolvega naar Lemmer, straks wordt die naar Gaasterland verbeterd. In het dorp werd De Schans en de Nieuwburen verbeterd, op het plan staan de Streek en de weg naar Gaasterland. De weg naar Leeuwarden is ook verbeterd. Zoo zijn de toegangswegen naar den polder tot Lemmer in orde gebracht. Bovendien moest door de uitbreiding die verwacht wordt ons uitbreidingsplan van 1922 geheel herzien worden. Maar nu zitten we met het kanaal. In het westen ligt een uitbreidingsplan, groot 2 H.A. tot den te verwachten kanaalmond.

In werkverschaffing zal dit bouwrijp worden gemaakt. Het zand wordt aangevoerd van St. Nicolaasga. Daardoor kunnen we den grond straks uitgeven voor f 3,50 á f 4. Hiermee denken we in twee winters klaar te komen en zoo willen we onze seizoenwerkloosheid bestrijden. Ook terrein voor industrie wordt hier gereserveerd. Is dit plan klaar dan komt het oostelijk uitbreidingsplan aan de beurt. Ook hier wordt industrie terrein open gehouden. Reeds nu is 3500 M2. verkocht aan de N.V. Basalt Maatschappij Zaandam, die hier een bouwmaterialenhandel komt vestigen. We verwachten trouwens veel meer industrie, vooral de landbouwindustrie.

Maar veel ligt nog in de toekomst. Straks zal van den straatweg bij, of te zuiden van Eesterga een aftakking komen, met een brug over de Rijn en zoo aansluiten op den weg die den polder ingaat. De weg is nog niet bepaald en daarom kan ons uitbreidingsplan ook niet klaar komen. Als straks die weg klaar is, zal Lemmer worden de poort van den polder. Een secundaire weg komt langs den nieuwen dijk naar Urk te loopen en zoo wordt Urk eigenlijk de voorhaven van Lemmer, maar hierop komen we straks terug.

De aansluiting op Lemmer zal de beste worden, omdat Lemmer prachtige wegen het achterland in heeft. Als daar dan nog bijkomt, dat veel Friezen den polder binnengaan, zal dat de aansluiting met Friesland bevorderen. De commissie van Vijf (Sneek, Heerenveen, Weststellingwerf, Hemelumer Oldephaert, Noordwolde en Lemsterland) gekozen uit de 18 gemeenten die belang bij den polder hebben en opgericht op initiatief van Ged. Staten, waarbij toegevoegd zijn Gedeputeerde S. W. de Jong van Lemmer en ir. Wouda, hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat, zullen de belangen der provincie zooveel mogelijk voorstaan. Natuurlijk dat de raad van Lemsterland meer speciaal op eigen gemeente let. Zoo denken we er over om straks een markt te Lemmer te vestigen. We zien verder om naar maatregelen, om Lemmer ook cultureel tot centrum te maken, door b.v. een landbouwschool, een ambachtschool, enz. Dit zijn wel geen dingen die vandaag of morgen aan de beurt zijn, maar we hopen de ogen open te houden.

Of de polder een deel van Friesland wordt kunnen we nog geen antwoord op geven, aldus burgemeester Krijger. Maar wel wijst er veel op, dat ze het best bij Friesland past. Van Kampen tot Blokzijl loopt een water langs de grens van Overijssel, bij Schoterzijl sluit hij reeds geheel aan bij het Friesche polderland. Economisch en geografisch wordt het een Fries landschap. Een groot stuk behoort reeds tot Lemmer. Dit is bepaald bij een afzonderlijk wetje van 1922, toen de grens van Lemmer ver in zee werd gelegd. Zoo zijn de sluisput en het electrisch gemaal met het omringende gebied binnen Lemmer gelegen. Men werkt dus nu nog binnen Lemmer.

We verwachten redelijkerwijs wel dat Lemsterland straks aangewezen wordt als het burgerlijk bestuur in de wordingsgeschiedenis van den polder. Maar natuurlijk moeten we niet vergeten, dat Urk een zelfstandige gemeente is en Schokland bij Kampen is ingedeeld.

Zo heeft de inpoldering ook nieuwe gezichtspunten naar voren gebracht. Over de oude argumenten die voor Lemmer pleiten behoeven we niet uit te weiden, die zijn genoegzaam bekend. Er is door den afsluitdijk echter bij 1917, het eerste plan en in 1929, het tweede plan, veel gewijzigd. Doordat er geen eb en vloed meer is, is Stavoren niet meer vrij van ijs. Met zuidelijken wind schuift daar het ijs bij de kust op, net als bij Lemmer. Maar het Lemster ijs kwam van de "Ketel" en in het vervolg is dit uitgesloten. Dan is de dijk iets gewijzigd, zoodat het drijfijs niet op Lemmer aankomt, maar rechtuit naar de kust drijft en daar wordt opgevangen in het "Honzenest" (Dit is de kom die komende vanaf de Prinses Margriet sluis het IJsselmeer op meteen stuurboord uit ligt.

Onder de kust loopt de diepgang langzaam terug. (Of te wel een baai in de kust). Zoo kan zelfs bij strenge winters met ijsbrekers zeker een vaargeul overblijven en open gehouden worden langs den nieuwen dijk. Maar mocht dit toch dicht raken, dan hebben we Urk nog. De polderkanalen worden bevaarbaar voor schepen van 300 ton en de meeste schepen die onze kanalen bevaren, zijn kleiner. Is Lemmer gesloten dan kunnen ze binnendoor naar Urk en zoo is Urk onze voorhaven. Bovendien is er veel vaart op de "Ketel". De kleine schepen zullen in den winter niet graag buiten willen. Ze zullen door den polder gaan, bij de Lemmer schutten en zoo het kanaal door door Friesland nemen. Zou dit bij Stavoren uitkomen, dan moeten ze nog een stuk IJsselmeer nemen vlak langs de kust. Bij al de voordeelen voor Lemmer, korter en goedkooper komen bij deze punten ook nog een woord van meespreken, en voor de schipperij niet de minste.

Ik blijf dan ook aldus burgemeester Krijger, zeer optimistisch. In elk geval gaat Lemmer een hoopvolle toekomst tegemoet, en dat heeft Lemmer ook verdiend, nu het zo kranig door de crisis is heen gekomen.

Gedeputeerde de Jong deelde mee, dat de vorige minister reeds een besluit had genomen, dat evenwel door Friesland en Groningen nog besproken moest worden. Nu er een nieuwe minister aan het bewind was gekomen, zijn er weer nieuwe onderhandelingen begonnen. Veel meer dan de buitenstaander vermoedt, zit aan beide kwesties, polder en kanaal, vast. De zaken zijn buitengewoon ingewikkeld en in dit stadium wilde de Jong zich niet verder uitlaten over een en ander. Wel sprak hij zijn verwondering uit, hoe men in Den Haag het werk bij Lemmer had ingedeeld bij de arbeidsinspectie van Deventer en niet bij die van Lemmer. Dat is weer ambtenarij. Dat Urk en Schokland daarbij ingedeeld werden is nog te begrijpen, maar dit werk ligt op Lemster grondgebied. Ook over de groei en bloei van Lemmer was deze Gedeputeerde niet zo optimistisch als de burgemeester, al sprak hij de wens uit, dat deze gelijk mocht krijgen.

Hij verwachtte het economisch en cultureel centrum midden in den nieuwe polder, die naar hij dacht het best in twee gemeenten verdeeld kon worden, hoewel hij toegaf dat het een geografisch geheel was, dat het meest zal overstemmen met de agrarische provincie Friesland.

Terwijl er op den wal zoo over de toekomst werd gesproken, werd daar buiten den dijk onafgebroken aan het heden gewerkt. Daar had men weer andere zorgen en moeiten en jaren zullen voorbij gaan, voor de plannen van de havenbewoners in daden kunnen worden omgezet. Maar gelijk dit werk, naar we hopen, tot een goed einde gebracht zal worden, zoo zullen ook straks die andere plannen eens tot een beslissing komen.

22 oktober 1937 _Ongeval bij de Zuiderzeewerken.

_ Lemmer, Bij het lossen van basaltsteenen op het afslagterrein aan de werkhaven had de arbeider F. Deinum het ongeluk, bij het afhaken van een zwaren bak, beladen met deze steenen, den inhoud tegen zijn beenen te krijgen. Beide beenen bleken te zijn gekneusd en geschaafd, zoodat geneeskundige hulp moest worden ingeroepen. Deze werd verleend door dokter L. Olivier.

14-08-1937: Inpolderingswerkzaamheden bij Lemmer -Het opspuiten van het zandlichaam van de nieuwen dijk in zee. Rechts wordt het kleileem aangevoerd, links de zuiger die het zand aanbrengt.

9 juli 1938 _Ongeval bij de Zuiderzeewerken.

_ Lemmer, Bij de Zuiderzeewerken te Lemmer had hedenmorgen een vrij ernstig ongeval plaats. Toen de boot, waarmee de arbeiders des morgens naar hun werk worden vervoerd aan den steiger zou worden gemeerd, had een van hen, de arbeider Verhoeff, wonende te Echten, het ongeluk met zijn rechterbeen in 'n lus van den staaldraad beklemd te raken, zoodat dit lichaamsdeel zeer ernstig verwond werd. De getroffene is, na aanvankelijk door dr. W. Knufman Ansing te zijn behandeld, naar het ziekenhuis te Heerenveen vervoerd.

De aan de Zuiderzeewerken bij Lemmer toegebrachte schade.

12 oktober 1938 _Omtrent den omvang der aan de Zuiderzeewerken te Lemmer in de vorige week toegebrachte schade loopen de geruchten en mededeelingen nogal uiteen. Om hieromtrent nader te worden ingelicht, hebben we ons met de hoofdopzichter dier werken in verbinding gesteld.

Zooals bekend, is er in den nacht van Maandag op Dinsdag veel materiaal losgeslagen, terwijl een der kranen en een zandzuiger gezonken zijn. Ofschoon dit natuurlijk wel schade beteekent, welke echter door de verzekering gedekt wordt, was dit niet het voornaamste. Die is in hoofdzaak geleden aan den polderdijk in aanleg. Vooral aan den binnenkant, dat is aan den zuidkant, dus aan den kant van de toekomstigen Noordoostpolder hebben wind en water heel wat schade aan den dijk aangericht. De wind stond er recht op. En sedert de Zuiderzee IJsselmeer geworden is, is het water, tengevolge de verzoeting, heel onstuimig geworden.

We mogen er in dit verband wel eens op wijzen, dat er velen zijn, die in de meening verkeeren, dat nu de "zee" in een "meer" is veranderd, ze ook dit meer, als andere kunnen bevaren met kleinere scheepjes. Laten ze, voor het te laat is, er op rekenen, dat die meening een absoluut verkeerde en zeer gewaagde is.

Die onstuimigheid van Het IJsselmeer heeft dan ook op den dijk flink huisgehouden, vooral in het gedeelte tusschen het ten Zuiden der haven gelegen sluitgat en de bocht in den dijk, liggende ongeveer tegenover het provinciaal stoomgemaal, dat is over een lengte van drie á vier kilometer. Hier zijn groote gaten in den dijk geslagen en de steenbekleeding heeft veel geleden. Van het bloksteenen pad, dat langs den voet van den dijk loopt, is maar weinig overgebleven. De cementen bloksteenen zijn voor een groot deel in het water verdwenen. Ook is er een groot deel van de keileembedekking van den dijk weggespoeld. Naar het heette had ook de kop van den dijk veel geleden, maar dat is meegevallen.

Van de 10 km dijk, welke gelegd moet worden, lag er voor den storm ongeveer 9100 meter boven water. De keileemdammen nu zijn ongeveer 100 meter ingekort, terwijl het z.g. zuigerstort meer heeft geleden; hiervan is ongeveer de helft weggeslagen. Doch deze schade kan men vrij spoedig te boven komen. In tegenstelling met de hier oorspronkelijke meening, dat het dijkvak dit jaar wel niet gereed zou komen, vernamen we dat er toch ernstig over gedacht wordt het werk weer met kracht op te vatten om te trachten de aangenomen 10 km wel klaar te krijgen, behoudens dan de daarna nog noodige afwerking.

Maar dan toch zoover dat het groote materiaal hier niet behoeft te blijven of het volgend voorjaar niet weer naar hier behoeft te worden gebracht. Ter vervanging van het gezonken materiaal zal er dan een andere kraan en zandperszuiger worden aangevoerd. Maar dan moet het weer toch ook nog wel wat willen meewerken. Als deze tegenslag er niet geweest was, dan was men over enkele weken zover geweest; nu zal het half November worden. Terwijl de gewone werkzaamheden dan dus voortgang vinden, wordt een gedeelte der werkkrachten met de herstellingswerkzaamheden belast. Van de in de vorige week aanvankelijk ontslagen arbeiders is er dan ook al weer een deel te werk gesteld.

DE ZUIDERZEEWERKEN BIJ LEMMER.

De onderbouw van het electrisch poldergemaal.

Urk groeit naar den vasten wal. Een mooie, zonnige voorjaarsmorgen, welke een helder zicht over „zee" geeft. In de verte, aan het einde van den thans reeds ruim 10 k.m. langen polderdijk, de rookpluimen van de kranen, de zandperszuiger en andere voor dit werk noodige materialen.
Staag vorderen de werkzaamheden. De dijkvakken van Lemmer naar Urk en van Urk naar Lemmer naderen elkaar eiken dag meer en meer en de veronderstelling is gewettigd, dat in den a.s. herfst Urk en Lemmer door dezen dijk met elkaar verbonden zullen zijn. Urk groeit naar den vasten wal.

20 mei 1939 _ De Zuiderzeewerken bij Lemmer, de onderbouw van het elektrisch poldergemaal. Hier wordt druk getimmerd aan de houten modellen, die straks in beton worden gegoten de z.g. slakkenhuizen. Het gemaal zal straks drie aan elkaar onderling gelijke pompen bezitten. Het onderste deel van elke pomp bestaat uit een zuigtuit, die door een verticaal schot in tweeën is gedeeld en welke de verbinding vormt van den zuigmond met het bovendeel van de pomp, n.l. het bovenbedoelde slakkenhuis. Dit laatste heeft zooveel onder als boven een cirkelvormige opening; onder de onderste sluit de zuigtuit aan: de bovenste dient tot het inbrengen van de waaier, voor het omhoog voeren van het water en gaat verder over in de naar buiten gerichte persbuis.

22-06-1938: De dijk van Lemmer naar Urk, welke in het kader der Zuiderzeewerken in den Noordoostelijken Polder wordt aangelegd, is thans in wording.

Dijk Sluiting Lemmer-Urk.

4 oktober 1939 _ De burgemeester van Lemsterland, mr. M. Krijger, en zijn collega te Urk de heer G. Keijzer, drukken elkander de hand boven het pas gedichte gat.

Klaas Postma, stuurde een mooi aanvulling op: Het gaat hier om de afsluiting van de dijk van de Noordoostpolder, waar de burgemeesters van Lemmer en Urk, elkaar de hand geven en waar de LE 9 van Kingma (tot 1939 LE 8 de Blaauw) voorbij komt zeilen. www.openbeelden.nl

3 oktober 1939 14.44 uur: Lemmer en Urk zijn buren. Gistermiddag heeft op 9300 meter benoorden Urk, de sluiting plaats gehad van het laatste gedeelte in den 24 km. langen dijk, die Lemmer met Urk verbindt. Daardoor heeft Urk opgehouden een eiland te zijn.

8 april 1940 _ Ongeval bij de Zuiderzeewerken.

Lemmer _ De heer L. de Blaauw te Lemmer, die bakschipper is bij het kanaalbaggeren van de M.U.Z., werd bij zijn werkzaamheden aan het hoofd getroffen door een losgeschoten lier. De diepe wonde welke hierdoor ontstond, bloedde zoo hevig, dat men ijlings de dokter heeft ontboden. Daar het ongeval op zee gebeurde, duurde het vanzelfsprekend nog geruimen tijd, eer geneeskundige hulp kon worden verleend. De doktoren Van der Poll en dr. W. Knufman-Ansing, hebben den man behandeld en de wonde met een flink aantal krammen gehecht. Het slachtoffer is met een motorbootje naar Lemmer gevoerd. Naar omstandigheden maakt de heer de Blauw het thans goed.

28 maart 1940 _ Doodelijk ongeval bij de Zuiderzeewerken.

Lemster arbeider bij Blokzijl verongelukt.

Lemmer _ Gistermiddag om ongeveer kwart over één is den 60 jarigen arbeider Jolle de Boer (schuitevaarder) van Lemmer bij de Zuiderzeewerken te Blokzijl, voor de ogen van zijn zoon omgekomen,een doodelijk ongeval overkomen. De heer de Boer was sinds gisteren werkzaam bij het kanaalbaggeren aldaar. Toen hij zich op een van de sleepboten bevond, werd hij door een der werktuigen plotseling overboord geslingerd. Men slaagde erin, het slachtoffer binnen twee minuten weer aan boord te krijgen. De man was echter met zijn hoofd tegen de sleepboot gestooten, waarbij hij zeer ernstig werd gewond. Hij gaf dan ook geen teeken van leven meer. Waarschijnlijk is hij ten gevolge van een schedelbasisfractuur bezweken. Jolle geboren op 8 februari 1880, was een zoon van Tjitze de Boer en Afke Sipkema, en was in 1904 gehuwd met Aaltje Kruis, te Lemsterland.

5 maart 1941 _De Markerpolder had grooter geweest wanneer het plan van 1925 was gehandhaafd. Volgens laatstgenoemd plan zou deze polder een oppervlakte van 55.00 ha. hebben gekregen. Hetgeen dus een kleine 7000 ha. grooter zou zijn geweest dan de Noordoostpolder, waarvan het eerste nieuwe land nu wel spoedig zichtbaar zal worden. Het hierbij afgedrukte tekeningetje dat allerminst aanspraak op een groote nauwkeurigheid wil maken, tracht zoo ongeveer voor te stellen, hoe de vorm van den Markenpolder zal worden. De stippellijn geeft den vorm aan van het plan 1925. En zoo is Nederlands derde Zuiderzeepolder thans in voorbereiding. Zoo zullen waarschijnlijk binnenkort opnieuw zware dijken groeien en rookpluimen van een machtig werk opstijgen in weer een anderen hoek van de oude Zuiderzee.

20 november 1941 _ Ongeval bij de Zuiderzeewerken.

Lemmer _Bij den sluisput alhier waren hedenmiddag eenige arbeiders bezig met het lossen van basaltblokken uit een schip. Deze blokken werden in een ijzeren bak naar boven gedraaid door een stoomlier en daarna overgeheveld naar de plaats van bestemming. Doordat een draad van het hijschtoestel brak vielen de zware basaltblokken van boven uit den bak, waardoor de arbeider S. uit Oosterzee, die in het schip stond werd getroffen en zoodanig werd gewond, dat hij in zorgwekkenden toestand naar het ziekenhuis moest worden overgebracht.

Zuiderzeewerken-Lemmer.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.