Een joodse connectie in De Lemmer

Door Jaap van der Zwaag, juli 2012 email: j.s.vanderzwaag@planet


Afdruk van: Aerde van der Veen

In dit pand was de synagoge tot 1920 gevestigd, van de joodse gemeenschap te Lemmer.

Een joodse connectie in De Lemmer.

In 1859 kocht mijn betovergrootvader Lammert Kleizes Visser in De Lemmer een huis op de Beneden-Schans van de joodse koopman Heiman Salomons Blok, woonachtig in Alkmaar. Twaalf jaar later, in 1871, verkocht Lammert dit huis aan het Israëlisch Kerkbestuur in De Lemmer.

Wie was Heiman Salomons Blok? En om welk huis ging het?

Op 5 september 1812 in De Lemmer werd Heiman Blok geboren als zoon van Salomon Garson Blok en Duifjen Heimans de Jong. Heiman had een broer: Gerson (Lemmer, ca. 1799) en vier zusters: Chrisje (Lemmer, 1800), Mette (Lemmer, 1808), Sara (Lemmer, 1811), Beerendina (Lemmer, 1815).

Op 22 mei 1842 trouwde Heiman Blok in Hoorn met de in 1815 in Hoorn geboren Rachel Mozes du Mosch, dochter van Mozes David du Mosch en Esther Alexander Bartels.

In 1845 kocht Heiman Blok in De Lemmer, twee huizen van zijn ouders voor het symbolische bedrag van 180 gulden. Waarschijnlijk had deze verkoop te maken met een verhuizing van zijn vader en moeder. De vader van Heiman, Salomon Garson Blok, zou op 14 oktober 1852 in De Lemmer overlijden en werd op de begraafplaats bij Tacozijl begraven. Zijn vrouw, Duifje Heiman de Jong, overleed bijna zeven jaar later, namelijk op 23 april 1859, in De Lemmer. Ook zij werd bij Tacozijl begraven.

Een jaar, in 1846, later verkocht Heiman één van deze twee huizen voor 1200 gulden (winst ruim 1000 gulden) aan Fedde Jans Hottinga. Woonde Heiman Blok in 1846 in De Lemmer, in 1851 komen we hem voor het eerst in Alkmaar tegen. Op 2 juni 1892 zou hij in deze plaats overlijden, 79 jaar oud.

Het andere huis van Heiman Blok kocht mijn betovergrootvader in 1859. We nemen het koopcontract bij de hand om te kijken om welk huis het gaat. Op 25 oktober 1859 verschenen in De Lemmer voor de welbekende notaris Waubert de Puiseau de volgende personen:

  • 1. Roelof Hesselius Brandenburg, griffier van het kantongerecht, als gemachtigde van Heiman Salomons Blok, koopman te Alkmaar, als verkoper van een huis in De Lemmer;
  • 2. Lammert Kleizes Visser, van beroep “buitenvaarder”, als koper van dat huis;
  • 3. Jacob Sieberens Fokkens, van beroep schoenmaker, als getuige;
  • 4. Albert Peeters Bakker, van beroep huisschilder, als getuige en
  • 5. de notaris.

De verkoop betrof een huis en erf aan de Beneden-Schans in De Lemmer, kadastraal bekend onder Sectie A, nummer 440 (later omgenummerd tot Schans nummer 31) met “eene inhoudsgrootte van ééne roede zeven en veertig ellen”. De koopsom bedroeg 600 gulden, waarvan 100 gulden contant werd betaald en het restant, 500 gulden, in jaarlijkse termijnen van 75 gulden, vermeerderd met rente, werd afbetaald.

Achter het huis lag een bleekveld, waarop een pakhuisje was gebouwd. Dat het om het huis rechts naast de synagoge gaat blijkt uit de voorwaarde in het koopcontract, dat “er in alle gevallen door den kooper geen hindernissen mag aangebragt worden aan de lichtscheppingen in de Israelitische kerk ten oosten”. De synagoge stamt uit ongeveer 1820 en was een van de vijf zogenaamde Ring-synagogen in Friesland, naast de Hoofd-synagoge in Leeuwarden met de Opper-Rabbijn. De vier andere ring-synagogen stonden in Gorredijk, Harlingen, Bolsward en Sneek.

Deel van een plattegrond van De Lemmer uit het midden van de 19de eeuw. Schans 31 was toen kadastraal bekend onder sectie A, nummer 440

De koper van het huis aan de Beneden-Schans 31 was dus Lammert Kleizes Visser, die er met zijn gezin ging wonen. Lammert was op 11 januari 1852 op dertigjarige leeftijd in De Lemmer getrouwd met Albertje Nolkes Hoekstra, een dochter van de kastelein/schipper Hoekstra die in De Lemmer de herberg “Oog in ’t Zeil” aan de haven exploiteerde. Het echtpaar Visser/Hoekstra kreeg drie kinderen en het was logisch dat het gezin een huis nodig had. Lammert was zeeman en voer op schepen die van en naar Oost-Indië gingen. Toen hij het huis in 1859 kocht werd hij dan ook in het koopcontract aangeduid als “buitenvaarder”. Het voorhuis van het huis werd als winkel gebruikt. Wat daar verkocht werd is niet duidelijk, het kunnen “potten en pannen” zijn geweest. Lammert Visser is namelijk op latere leeftijd “potschipper” geworden en toen hij stierf werd zijn vrouw, Albertje Hoekstra, als “potschipperin” aangeduid.

In januari 1871, twaalf jaar na de koop, werd het huis aan de Beneden-Schans 31 verkocht en wel aan het Israëlitisch Kerkbestuur in De Lemmer. We volgen het “Proces Verbaal van de Voorloopige Toewijzing” van 7 januari 1871. Notaris was Frans Schaafsma. Nicolaas Koopmans de Jong, goud- en zilversmid en winkelier, trad op als gemachtigde van mijn betovergrootvader Lammert Kleizes Visser. De koopsom bedroeg 680 gulden, waaruit blijkt dat Lammert geen verlies heeft geleden bij de verkoop van zijn huis.

Het verkochte zag er als volgt uit: een woonhuis, bestaande uit een voorhuis, kamer, keuken, kelder en zolder, met bleekveld waarop het hierboven genoemde pakhuisje stond, “thans als woning ingerigt”. Het voorhuis was als winkel gebruikt, want bij de verkoop waren inbegrepen winkelplanken en een toonbank in het voorhuis. Weer komen we weer de voorwaarde tegen dat er geen hindernissen mochten worden aangebracht aan de lichtscheppingen in de Israëlitische kerk ten Oosten.

Op 21 januari 1871 vond de finale toewijzing plaats, “ten huize van de Logementhouder Knol in de Wildeman te Lemmer”. Nu was Lammert Visser wel zelf aanwezig. Het huis werd toegewezen aan Abraham Salomons de Jong, overigens niet voor zichzelf maar voor en in naam van de Israëlitische Gemeente te Lemmer. Het kerkbestuur, bestaande uit Benjamin Abraham Zeehandelaar (kerkmeester), Joseph Salomons Blok (ouderling) en Levi Davids de Jong (penningmeester), verklaarde het bewuste perceel te kopen voor 680 gulden en zich te houden aan de bepalingen en voorwaarden, waarop de verkoop had plaats gehad. Benjamin Zeehandelaar was in 1795 in Hoorn geboren en getrouwd met Chrisje Salomons Blok, een zuster van onze Heiman Blok. Joseph Salomons Blok was een broer van Heiman Blok en Levi Davids de Jong was getrouwd met Betje Blok, een dochter van Heiman Blok.

In het huis naast de synagoge ging de rabbijn wonen. Van een bloeiende joodse gemeenschap in De Lemmer was overigens in die tijd geen sprake. Integendeel, het aantal joodse inwoners was niet groot en verminderde geleidelijk. Omstreeks 1920 hielden de bijeenkomsten in de synagoge op; de overgebleven joden sloten zich aan bij de joodse gemeenschap in Sneek. In 1939 werd de synagoge en het woonhuis van de rabbijn in De Lemmer verkocht; het woonhuis werd afgebroken, de synagoge werd eerst een winkel een daarna een woonhuis. De voormalige synagoge is nog steeds te bewonderen op de Beneden-Schans nummer 29. De neo-romaanse boogfriezen en het rondboog-venster in de voorgevel en de boogvensters en een rond raam in de zijgevel (de “lichtscheppingen” die nooit gehinderd mochten worden), herinneren aan de verbouwing die in 1866 plaatsvond in de stijl van die tijd. Het huis is een weemoedige herinnering aan de tijd, dat De Lemmer joodse inwoners heeft gehad.

De voormalige synagoge aan Beneden-Schans nr. 29 in De Lemmer.

Reactie plaatsen

Reacties

Nelleke Wissing Koehoorn
7 jaar geleden

Fijn voor weer een mooi en interessant verhaal met foto's. Ik ben blij dat het er nog steeds staat en word bewoond.Een mooi stuk voor als memoriam voor de weinige joden die Lemmer had met het monument in ons park.