De tram in Lemmer |1|
Dit is een vooraanzicht van het tramstation van Lemmer enkele jaren na de oorlog is alles gesloopt en nu zijn op het voormalige emplacement winkels gevestigd. Achter de Nieuwedijk is ook nog een stukje straat naast de winkels dat Tramweg heet. De rails van de tramlijn van de NTM opgericht in 1901, liepen over de tramdijk. Eindpunt was het station aan de binnenhaven en een zijlijn naar de tramhaven bij de sluis waar de tramboten 'Holland' en 'Friesland' gereed lagen voor vracht en passagiersvervoer naar Amsterdam v.v.
Frans Visser
Tramlijn Joure - Lemmer.
De Friese plaats Lemmer lag tot 1968 aan een goederen tramlijn. De lijn was oorspronkelijk een stoomtramlijn die Lemmer met Joure verbond, van hieruit kon men verder reizen naar Heerenveen of Sneek. De Lengte was ongeveer 18 kilometer.
De lijn werd van 1901 tot 1947 geëxploiteerd door de Nederlandsche Tramweg Maatschappij (NTM), er werd gereden met stoomtrams. Vanaf 1947 reden er alleen nog goederentrams. Later werd de lijn geëxploiteerd door de NS. In 1962 gold als maximumsnelheid 30 km/u. De lijn werd in 1968 gesloten. Begin jaren zeventig is de lijn opgebroken.
De volgende plaatsen lagen aan de lijn
- Joure
- Scharsterbrug
- Sint Nicolaasga
- Follega
- Lemmer
Enkele data:
- Opening: 12 augustus 1901
- Staking personenvervoer: 5 oktober 1947
- Overname door NS van NTM: 5 oktober 1947
- Overname door NTM van NS voor goederenvervoer: 1 oktober 1949
- Overname door NS van NTM: 23 december 1960
- Opheffing: 10 juni 1968
Bron: Wikipedia.
- Leeuwke Bootsma: Op 5 oktober 1947 beëindigde de NTM het personenvervoer op de lijn Lemmer -Joure-Heerenveen. De Nederlandsche Spoorwegen nam op die datum het goederenvervoer over. Wegens de aanvoer van brandstoffen per spoor, kwamen de brandstoffenhandelaren Slump en Wierda op het voormalige stationsemplacement met hun bedrijf. Rondhouthandel Put had het bedrijf op het tramhaven terrein.
Ook in 1901 kwam nog een andere tramlijn naar een haven tot stand, namelijk Joure – Sint Nicolaasga – Lemmer, waar aansluiting was op de 'Lemmerboot' die via de Zuiderzee een verbinding met Amsterdam verzorgde. In 1902 werd de ontbrekende schakel Arum – Franeker aangelegd, zodat vanuit Leeuwarden nu in westelijke richting tegen de klok in een rondje gereden kon worden tot aan Veenwouden. Het ontbrekende deel Veenwouden – Leeuwarden zou later ingevuld worden met stoomtrams op de spoorlijn Leeuwarden – Groningen.
De tram bracht veel levendigheid naar Lemmer en vooral 's zomers in de vakantieperiode was er een geweldige aanvoer van passagiers soms 7 à 800 personen die dan in 10 tot 12 afgeladen wagons, vaak getrokken door twee locomotieven vanuit de richting Joure naar dé plaats van bestemming werden gereden.
Ook jonge mensen die buiten Lemmer naar school gingen maakten vaak van de tram gebruik om de plaats van de opleiding te bereiken en niet te vergeten het vrachtvervoer wat over de rails via Lemmer naar Amsterdam werd vervoerd. Veel zuivelproducten van de Frico, onder andere melk werd vanuit onze plaats verscheept. Ook vee werd soms van heinde en ver met de tram naar Lemmer getransporteerd om daar met behulp van een laadboom in het ruim van de schepen te worden getakeld. Ladingmeester Dijkstra was de man die belast was met het toezicht op deze zaken.
Verder denk ik vele anderen die hun steentje bij hebben gedragen aan het wel en wee van de N.T.M., zoals Hamminga, de Lange, van der Zwaag, Langenberg, Visser, Prins, van Kranen, Van der Wal, Tenk, Woudstra, de Haan. Sloothaak, Kramer, de Vries, Tjalsma, Hospes, Bijlsma, I. de Vries, Post, de Groes, Belt, Stienstra, Bakker, de Boer, Solkema en Huitema, terwijl in de beginjaren van de tram ook de Boer, Solkema en Huitema zeer bekende namen waren.
Een stoomtram locomotief uit 1925, de bijnaam van deze locomotief was 'De dobbelsteen' Links zien we de heer Kramer, die later chef machinist werd, Barteld ten Hoeve, Evert de Boer, Berend Visser en Anne Prins die als machinist werkzaam was bij de tram met zijn zoontje Atte. De man in de locomotief is onbekend.
Hoofdmachinisten bij de N.T.M. waren o.a. Kramer en Stienstra. Bekende machinisten waren: Auke de Vries, A. Prins, Berend Visser, KL. Zuidersma, W.v.d. Zwaag, J. Hofman, R. Scholten, H. Langenberg en R. Hospes. Conductrices in de jaren 1942-1944 waren Sientje Zwarthoed, Hennie Hogeterp en Marg(je) Hogeterp. Stokers o.a. H. Tjalsma.
1932
- Leo Schuitemaker: De tramlocomotieven van Henschel, hadden als bijnaam ,,dobbelsteen,, vanwege hun vorm.
2 detail afdrukken van de personen van boven
De open loods rechts was van Gosse Wierda, de brandstofhandelaar.
Het was een drukte van belang wanneer de tramboot uit Amsterdam aankwam en er moest worden overgestapt op de tram. Toen een reizigster eens vroeg aan de conducteur "Wanneer vertrekt deze tram?" antwoordde de man laconiek "Wanneer ik op dit fluitje fluit" De tramdienst is in 1947 opgeheven.
- Leeuwke Bootsma: Bijzondere foto met een motortram. In hoofdzaak werd de dienst (vanuit Lemmer), uitgevoerd met stoomtractie.
Detailfoto van bovenstaande
3 detailfoto's van bovenstaande