Weverswal Lemmer

Woning H126

De familie Kok-Kuipers (Jan Kok x Antje Kuipers) woonden op nummer H126 naast de timmerwerkplaats van Bosma, en Elske was hun enige kind. Later trouwde Elske, met Van der Neut en woonden boven de mastmakerij op de Polderdijk. Jan Kok was werkzaam in de smederij van Van den Berg in de Beneden Schans.

Omstreeks 1936 ging de weduwe Heins, de schoonmoeder van Meye Bosma, in de woning H126 wonen. Dus naast haar dochter. Van huisbaas Bosma moest het gezin Kok-Kuipers naar de vrijgekomen woning H124 verhuizen. Het gezin Visser-Vleeshouwer (H124) vertrok naar Den Oever (Wieringen). De aanleg van de Afsluitdijk en polder was voor enkele Lemster vissers aanleiding om te verhuizen naar Den oever, Wieringen (3 met de naam Visser) of Makkum (“Jan met de centen”). Om daar hun geluk maar eens te beproeven.

Woning H125

In het hogere huis H125, woonde Albert Bosma (van de timmerwerkplaats) en later (na ±1928?) zijn zoon Meye Bosma. Albert Bosma werd wethouder en liet een huis bouwen aan de Schoolstraat. (op de hoek aan de Parkstraatzijde, achter de nu gesloopte Openbare lagere school).

Bouwblok H124-H123-H122

Hiernaast stond op de Weverswal een bouwblok waarin drie kleine woningen. Ook deze waren bezit van de familie Bosma.

Woning H124

Direct naast Meye Bosma op nummer H124 woonde Steven Visser met zijn vrouw Trijntje Vleeshouwer. Steven Visser) ( LE84 ). Zij woonden er van het voorjaar 1924 tot in 1936. De eerste maanden van hun huwelijk (Jan. 1924) woonden ze in bij de ouders van Steven (Jan Stevens Visser X Rinske Friso) . Die woonden tussen de RK-kerk en de boerderij van Huitema. 

Marius, de broer van deze Steven Visser woonde dichtbij op de Spinhúspôlle. Dit is een andere Steven Visser dan in de beschrijving van Evert over de bewoners van deze panden in ”Vissersburen”. Best wel verwarrend dat er zoveel Stevens zijn. Wanneer grootvader en oom (Greate Steven) en neef ook dezelfde naam hebben gaat het snel. Everts beschrijving lijkt mij van voor 1928, hoewel Nijholt (timmerman bij Bosma) weer van veel later is. Het water “Deade gat” waarover hij schrijft is dan (in 1928) al gedempt.

Woning H123

Hier woonde (in 1928) de familie Kuipers-Zandstra. (Bouke Kuipers X Boukje Zandstra). De moeder van Elske Kok (Antje Kuipers) woonde dus niet ver van haar broer Bouke Kuipers. Zij kregen vier kinderen: Siebe, Akke, Anne en Geartsje. 

Woning H123

  • Siebe Kuipers X Aaltje van der Gaast
  • Akke Kuipers X Frans Visser
  • Anne Kuipers X Johannes Jongsma *
  • Geartsje Kuipers X Tseard Heeres

Woning H122

Hier woonde (in 1928) het gezin Age Visser x Gepke Scheffer.

Steven G. de Jong


* Mijn naam is Boukje Beije-Jongsma, geboren op 6 december 1957 op de Vissersburen 23, toen de Rien net een aantal maanden eerder was gedempt. Dochter van Johannes (Joop) Jongsma (geb. 30-12-1922) en Anna Kuipers (geb. 22-10-1921) Ik heb een zus Lucie (23-04-1961) en een broer Jaap (15-03-1963)

Ik ben een kleindochter van Bouke Kuipers en Baukje Zandstra. Mijn pake Bouke en beppe Baukje (mijn beppe heb ik nooit gekend) woonden met hun gezin in het middelste huisje van een rijtje van 3 op de Vissersburen 23, wat toen nog Weverswal 7 heette, aan de Rien.
Ze kregen 4 kinderen: Siebe, Akke, Anna en Geertje.

Een zus van mijn pake Bouke, Ant Kuipers, woonde naast ons met haar man en ze hadden 1 kind, dochter Els (Later getrouwd met Wim van der Neut) aan de rechterkant (als je met je rug tegen de voordeur zou staan) Aan de andere kant naast ons woonde buurvrouw Gep Visser met man en kinderen. Hoeveel weet ik niet, maar ze hadden in elk geval een dochter Clara die ongehuwd is gebleven en een zoon Jan.

Het was een klein visserswoninkje (pake Bouke was visser en in de wintermaanden werkte hij op het stoomgemaal)met een wc (ton) buiten. Toen Siebe, Akke en Geertje al getrouwd waren en Beppe Baukje op jonge leeftijd was overleden, bleven Anna en haar vader samen over. Later trouwde zij met Joop Jongsma en hij trok bij hen in op de Vissersburen, waar wij allen zijn geboren.

Tegenover ons woonde het gezin van Pieter Frankema, welke een bakkerij en bakkerswinkel hadden. Ik speelde wel eens met Ittie Frankema, zij is van mijn leeftijd. Mijn mem had altijd mooie verhalen over de Vissersburen; in de jaren 40 en 50 kwamen er wekelijks verschikkende kooplui aan de deur, die mijn moeder goed kon imiteren.

Ook hadden die verkopers aan de deur vaak vaste openingszinnen, zoals bijv. “Het fonds” en” Bôale, Baukje?” In de oorlogsjaren zat het gezin Kuipers vaak met z’n allen in het kleine keldertje als er vliegtuigen overkwamen. Toen wij na 6 jaar verhuisden naar de Willem Barentszstraat 11, ging pake Bouke met ons mee.

We zien de Lemster Rien er op zoals die voorheen was met de Weverswal, het eerste hier afgebeelde huis werd bewoond door Cees Lemstra. Het stond op de plaats waar het later afgebroken huis van Sake Visser had gestaan. Dan volgde er eerst een steeg. Als je die steeg in liep stond daar een wc. Als je dan links af ging stonden er twee huizen. In de eerste woonde Gauke en Fetje Bootsma met zes kinderen. In het tweede huis woonde mijn oom Koert en tante Anne zij hadden acht kinderen die nu ook allemaal overleden zijn. Terug op de Weverswal vonden we in de woning met de eerste deur links van de steeg, Hermanus Wouda en in de tweede Steven Visser.

In de derde woning woonde wij met ons elven. In het hoge huis woonde Albert Bosma en in het huis ernaast woonde later Jan Nijholt. Dan volgde de timmerwerkplaats van Bosma en daarnaast was een dood gat waarin een gebouwtje van latten en pramen van de gemeentereiniging lagen. De huisjes aan de andere kant van het dode gat werden bewoond door Wiebe Veenstra, Simon Zeldenthuis, Kier van der Wal en Jan Bijma met hun gezinnen. Op de klok van de toren van de katholieke kerk is te zien dat de foto op een middag om vier uur gemaakt is.

Evert de Vries

Timmerwerkplaats van Bosma: Johnny Nijholt had de namen: Van links naar rechts: Hennie de Jong, Johannes Wagenmakers, Joop Gebben en mijn vader Jan Nijholt.

De hierbij afgedrukte foto kreeg ik van Griet, de vrouw van Jaap Aukema. Een stukje van de nog open Rien, op een heel opvallend punt. Het punt waar Spinhuispolle en Achterom samen kwamen.

Daar was aan de waterkant een verlaagd stukje, een 'stap' genaamd. Daar kon je gemakkelijk bij het water komen omdat te gebruiken voor alles in de huishouding waar schoon water niet zo belangrijk voor was. Men was aangewezen op het regenwater uit de bak en de voorraad daarvan was vaak niet genoeg voor de grote gezinnen. Meestal woonden die mensen dan ook nog in kleine huizen, zodat het dak niet veel water opleverde.

Er was wel de mogelijkheid om water te kopen, maar dan moesten er natuurlijk wel een paar centen zijn. Het stap was verder ook wel de plaats waar men zich van versleten spullen ontdeed. Er dreef soms heel wat voorbij in de Rien; wat meteen zonk kwam bij het baggeren wel boven water. Heel mooi kunnen we hier zien hoe de walbeschoeiing uit verschillende materialen bestond. Hier zijn drie soorten zichtbaar.

Misschien hadden de eigenaren wel verplichting voor het onderhoud van een stuk wal. Op de linkerkant zien we het begin van de rij huisjes die langs het water stonden. Van het eerste staat de deur open. Daar kun je mooi zien hoe de gangen van de huizen er toen meestal uitzagen. Het bovenste gedeelte wit, het onderste stuk donker, meest bruinachtig, geverfd. Dat donkere gedeelte liep bij de deur omhoog. Dat zal wel praktische redenen hebben gehad, zoals de kans dat men bij de deur steun zocht tegen de muur.

Het volgende pand is de timmerwerkplaats van Bosma. Aan de dakgoot zien we de z.g. potjes, waaraan leidingen voor elektriciteit of telefoon waren bevestigd. In de woningen naast de timmerwinkel, woonde de familie Bosma, en daar was ook het kantoor te vinden.

Het verhaal rond het maken van deze foto is even interessant als dit weerzien van een oud stukje Lemmer. Jan van Steen, een nu 88-jarige achterneef van Griet Aukema, was al jong wees geworden. Hij kwam in een soort internaat of weeshuis terecht. Daar golden strenge regels en flinke straffen. Vakanties konden alleen buiten het tehuis worden doorgebracht, als er familieleden waren waar de kinderen terecht konden. Die had Jan niet, en dus niet uit in de vakantie. Hij moest de volle vier weken in het tehuis blijven, want dat was meteen de straf omdat hij in het geheim op de fiets naar Zandvoort was geweest. Meneer De Jong, directeur van het opleidingsschip voor de binnenvaart Prins Hendrik, kwam echter met de mededeling, dat hij wel werk voor deze jongen had. Dat was dus mee op het schip, en dus toch nog een zekere vorm van vakantie. Eén van de jongens op de bank in het midden van de sloep is genoemde Jan van Steen, de anderen zijn zonen van De Jong.

Evert de Vries

Een foto van een stukje Weverswal. Eigenlijk is het dan al een stukje Vissersburen, want het is na het dempen van de Rien. De eerste helft van de Rabobank is al gebouwd en het zal kort voor de uitbreiding daarvan zijn. In het rechterpand woonde het gezin van Johan Bosma, en in het kleine huisje ernaast heeft het gezin Huisman gewoond. Helemaal op links de timmerwinkel van Bosma. 

1973: Links is Evert de Vries zijn visbakkerij nog te zien

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.