Joure |1|

|    1   |    2   |    3   |    4   |

JOURE, de Joure of de Jouwer, in het Oud-Friesch Hijouwr of Hijowere, vl., prov. Friesland, kw. Zevenwouden, griet. Haskerland, arr., kant. en 2 u. N. W. van Heerenveen, 3 u. N. ten O. van de Lemmer en 3 u. N. O. van Sloten.

Volgens sommigen zoude de naam van dit vlek afkomstig zijn van het Friesche woord Jouwer, hetwelk haver beteekent, vermits, volgens het getuigenis van oude lieden, dit vlek gebouwd is op eene plaats, waar weleer een haverkamp was; meer waarschijnlijk is het, dat de plaats heeft geheeten Hiuwera (lees Hiauwera), hetgeen in het Oud-Friesch beteekent overhaal, overzet, en dat deze plaats dien naam heeft gekregen, om dat alhier een belangrijke doortogt bestaat van Overijssel, Drenthe en van de oostelijke streken van Friesland naar het westelijke gedeelte dier provincie en de stad Sneek.

Joure pleegt oudtijds slechts eene buurt te zijn, waarvan de bewoners tot het d. Westermeer behoorden, alwaar zij hunnen kerkgang en begraafplaats hadden. Door aanbouwing en toeneming der inwoners is het allengs van een klein beginsel opgekomen. Het was reeds in de zestiende eeuw vrij aanzienlijk, zoodat er reeds in 1466 eene weekmarkt werd vastgesteld, door Grietman en gemeene regt in Hasker-Vijfga, bij Raad der Prelaten; terwijl het in 1525 reeds met andere bijzondere regten begunstigd was, als van het houden van jaarmarkten enz., geschonken door den Prelaat van Hasscha en bekrachtigd door het Bourgondische bestuur. Na dien tijd is de plaats nog vergroot.

Thans telt men er 332 huizen, allen voorzien van meer of min groote tuinen, doorgaans van 130 tot 140 voeten (40 tot 43 ell.) lengte, rekenende men tegenwoordig het getal der inwoners op 2400. het aanzienlijkste gedeelte van dit vlek is eene dubbele en bijna regte streek huizen of breede straat, zuidoost- en noordwestwaarts loopende, evenredig gebouwd, ter lengte van ongeveer 900 treden, zijnde de breedte tusschen de huizen aan het noordwesteinde 24 of 25 treden, aan het zuidoosten wat kleiner.

Ook zijnde straten, in het jaar 1615, zeer net bevloerd met balsteenen, met voetpaden langs de huizen van klinkertsteenen, zoo net als men in eenige stad ziet: ook worden zij niet minder zindelijk onderhouden; terwijl de Midstraat, in 1841 met klinkerts vervloerd is. behalve deze Dubbele streek vindt men in het noordoosten nog 51 huizen, strekkende zich in de lengte genoegzaam tot de helft der Dubbele streek; en deze huizen worden verdeeld in drie deelen, met name het Oud-Slagste-Zand, het Nieuwe-Zand en het Oude-Zand, beoosten de Schipsloot, en zijn waarschijnlijk zoo genoemd geworden, omdat ze op eene met zand gevulde plaats gebouwd zijn.

Tot aanmerkelijke versiering dezer plaats dient de groote kolk, die gemaakt is in het jaar 1614, daar men bij het inkomen door eene valbrug, tegenover de herberg of het tolhuis, invaart, in welke kolk de Hamburgervaarers, als in eene veilige haven, overwinteren, benevens meer andere groote schepen, hier te huis behoorende. Daarenboven vindt men hier nog verscheidene straten en stegen, Opslagen genaamd, en tot gemak der inwoners dienende, om het hout en andere aangebragte waren uit de schepen te ligten en in hunne huizen te bergen. Van verre vertoont zich dus het dorp zeer aanzienlijk en het zou zulks nog meer doen, zoo niet het gezigt door het omringende geboomte gebroken werd. Aan de oostzijde loopt de groote dorpstraat tot nabij den toren van het d. Westermeer, welke aan de zuidzijde van den weg naar Heerenveen en aan de oostzijde van dien naar de Lemmer staat, omgeven door de begraafplaats van het vlek.

De inw. vinden meest hun bestaan in binnenlandschen handel, in boter, kass, granen, vee, paarden, varkens, voorts in koloniale waren, in uurwerken, in schrijnwerkerswaren, koper- en blikslagerswerk enz.; ook heeft men er twee scheepstimmerwerven, wier bazen reeds in de vorge eeuw de lof naging, dat zij zeer fraaije en snelzeilende kofen konden vervaardigen, zoo als er thans ook nog tweemastschooner-, kof- en groote tjakschepen gebouwd worden; voorts touwslagerijen, 1 houtzaagmolen, 1 linnengarenfabrijk, door een paard gedreven wordende, 1 garentwijnderij, 1 looijerij, kastenmakerijen, waar bij duizende stoven ter verzending gemaakt worden, 2 pottenbakkerijen, waarvan de eene inzonderheid beroemd is, wegens de deugdelijkheid en de netheid van het vaatwerk, waarom het zelfs tot in Noord- en Zuid-Holland verzonden wordt; nog 2 tabakskerverijen, 1 cichoreifabrijk, 1 koren- of pelmolen, 6 grofsmederijen, uurwerkmakerijen, waar men Friesche klokken vervaardigt, welke zoo deugdelijk zijn, dat er jaarlijks bij honderden naar Holland en zelfs buitenlandsch gezonden worden, alsmede goud- en zilversmederijen. Volgens geschiedkundige aanteekeningen moet te Joure de eerste aardappel in Friesland gepoot zijn en van daar het eerste Friesche marktschip te Amserdam zijn aangekomen.

Vóór de veesterfte, in het midden der vorige eeuw, had men hier eene voorname beestenmarkt, gelijk nog is af te leiden uit de dubbele rij palen, die ten getale van 40, met hunne dwarsstukken, op het Noordwesteinde, ter wederzijde der Dubbele Streek, staan. De jaarmarkt en de najaars beestenmarkt wordt gehouden op den laatsten Donderdag in September, en de voorjaars beestenmarkt den tweeden Donderdag in Mei. Weleer kwamen hier wekelijks zoo veel beesten ter markt, dat men telkens eene halve ton boter van de merk kernde; doch thans is dit minder aanzienlijk.

Rondom het vlek zijn zeer welige en grasrijke weiden en plantaadjen, vol gevolgelte, en doorgaans in het voorjaar veraangenaamd door het gezang van onderscheidene nachtegalen. ook is in de geheele provincie beroemd de bloeijende en zeer uitgestrekte boom-, bloem- en heesterkwekerij van Wybren Kryns en Zomp., die in 1749 is aangelegd, en thans ongeveer 39 pondematen (14 bund. 33 v. r.) land beslaat. De wateren in de nabuurschap zijn zeer vischrijk, en leveren eenen overvloed van groote snoek en baars op, waarvan de laatste dikwijls twee en drie pond wegen.

Het Regthuis der griet. was voorheen in den toren, en daar beneden het gevangenhuis, waarvan eenige kluisters en banden nog heden aldaar zijn te zien: doch naderhand is het regthuis verplaatst in het noordwesteinde van het vlek, nabij Heerema-state.

De Waag, welke hier gevonden wordt, heeft niets bijzonder meldenswaardig.

De Hervormden, die hier ruim 1800 in getal zijn, onder welke ruim 550 Ledematen, behooren tot de gem. Joure-Westermeer-en-Snikzwaag. De kerk, volgens een opschrift op een der balken, gebouwd in het jaar 1644, is een zeer schoon en ruim gebouw, gesticht onder het opzigt van den Grietman Hobbe van Baerdt, door wien daarvan de eerste steen is gelegd op den 18 Maart van het gezegde jaar. Het dubbele kapwerk rust rondom op een en twintig zware pilaren; terwijl nog vijf ronde pilaren van binnen staan, op welke het middelste gedeelte der balken rust. In deze kerk staat een fraai bewerkte predikstoel tegen het Noordwesten, alsmede fraaije gestoelten en een goed orgel, benevens eene in 1844 gebouwde ruime gaanderij. De toren, waaraan, volgens opschrift, den 8 Augustus 1628, door den voorzeiden Grietman de eerste steen gelegd werd, is sierlijk met eene gaanderij gebouwd, en heeft vier klokken.

Ook heeft men hier eene gemeente van Christelijke Afgescheidenen, die eenen eigen Leeraar heeft. De kerk is een klein gebouw, zonder toren of orgel.

De Doopsgezinden, van welke men er omstreeks 270 aantreft, onder welke 100 Ledematen, maken, met de overige dier gezindte uit de griet., eene gem. uit, welke omstreeks 400 zielen en onder deze 190 Ledematen telt. De eerste, die in deze gem. het leeraarambt heeft waargenomen, is geweest Ds. Doijer, die in het jaar 1818 herwaarts kwam, en in het jaar 1823 naar Nijmegen vertrok. De nieuwe en nette kerk is in het jaar 1824 gebouwd; zij is met eenen koepel versierd, doch heeft geen orgel. Voorheen hadden de Doopsgez. er twee kerken, doch de eene dient thans tot kerk der Afgescheidenen.

De Roomsch-Katholijken, welke er ruim 330 in getal zijn, maken, met de overige dier gezindte in Haskerland, eene stat. uit, welke tot het dek. van Friesland behoort, door eenen Pastoor bediend wordt en 450 zielen, onder welke 310 Communikanten telt. De kerk is een net gebouw, dat in het jaar 1837 gesticht, en aan den H. Mattheus toegewijd is. Zij prijkt met eenen koepel en een orgel.

De 8 Israëlieten, welke men er aantreft, worden tot de ringsynagoge van Heerenveen gerekend.

Men heeft er een nieuw, in het jaar 1837 of 1838 gebouwd, Armenhuis, waarin oude lieden en kinderen verpleegd worden.

Aan het westeinde dezer plaats was, ten tijde van den oorlog met Spanje, eene Schans, die naderhand op last van de Staten van Friesland geslecht is. Nu ziet men aldaar, vlak over de straat, het groote en fraaije buitengoed Herema-state of Vegilin, thans bewoond door Jonkheer Pieter Benjamin Johan Vegilin van Claerbergen; in het Z. had men vroeger nog de state Baerdt, waarvan niets meer bestaat.

De Latijnsche school, welke hier, in het jaar 1695, is opgerigt, telt 4 leerlingen, terwijl het rectoraat door den Predikant wordt waargenomen. Reeds in 1647 vindt men melding gemaakt van eenen rector Scholae Jouranae.

De dorpschool telt een gemiddeld getal van 130 leerlingen. Ook is er nog eene Matressenschool, met 70 leerlingen, en eene Zondagschool, met omstreeks 40 leerlingen.

Men heeft er een Departement der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, hetwelk den 6 Februarij 1822 opgerigt is en ruim 40 leden telt, alsmede eene in 1840 tot stand gekomen Maatschappij, de eerste van dien aard in ons vaderland, ten doel hebbende het aanleggen van eene stoombootendienst op de kanalen en meren; reeds in het jaar 1841, is door deze Maatschappij de eerste ijzeren kanaalstoomboot met gelukkig gevolg in dienst gesteld, tusschen de Joure, Sneek en de Lemmer, om de binnenalndsche correspondentie over de wijde meren te bespoedigen.

Joure is de geboorteplaats van den Godgeleerde Elias Annes Borger, die tevens een bekwaam Oostersch Taalgeleerde en Nederduitsch Dichter was, geb. 26 Februarij 1784, † 12 October 1820, als Hoogleeraar in de Grieksche Letterkunde en Algemeene Geschiedenis, aan de hoogeschool te Leyden, en van den Geneeskundige Wynoldus Munniks, geb. 4 December 1744, † 8 September 1806, als Hoogleeraar in de Medicijnen te Groningen.

Bij den watervloed van Februarij 1825 heeft Joure ook te lijden gehad. In den namiddag van 4 Februarij ontdekte men aan de zuidwestzijde het aanwassen van het water. Om het doordringen daarvan te beletten, werd een dam op den rijweg naar de Lemmer gelegd, waardoor men aanvankelijk den aandrang van het water tegen hield; doch reeds te twee of drie ure, in den morgen van den volgenden dag, kon deze de persing niet meer wederstaan, maar brak door, terwijl de dijken op vele plaatsen overliepen, zoodat reeds ten negen ure alle landen, tuinen en boomkwekerijen, drie tot vier voet met water overdekt waren. Weldra moesten de bewoners der laagste huizen die verlaten, en op hooger gelegen plaatsen eene veilige schuilplaats zoeken.

JOURE-WESTERMEER-EN-SNIKZWAAG, kerk. gem., prov. Friesland, klass. van Heerenveen, ring van de Lemmer. Men heeft er slechts ééne kerk te Joure, en telt er 1900 zielen, onder welke ruim 550 Ledematen. De eerste, die hier het leeraarambt heeft waargenomen, is geweest Josias Eytheringh, die hier in het jaar 1593 kwam, en in het jaar 1595 eenen opvolger bekwam in Andreas Pellio.

Bron: vanderaa.tresoar.nl

De naam van Joure is verder onlosmakelijk verbonden met die van Douwe Egberts. In 1753 begon de vader van Douwe Egberts, Egbert Douwes, aan de Midstraat in Joure een zaak in koloniale handelswaren, die is uitgegroeid tot de bekende koffiebrander. Deze is nu eigendom van de Amerikaanse multinational Sara Lee.

Zie ook: www.de.nl

● 31 december 1708: In het afgeloopen jaar verschenen: W. v. Ranou, Rouwklagt over den dood van ambassadeur W. v. Haren; en Hanso Hes, Ter Gedachtenisse van Martha van Kinnema, wed. van Daniël de Blocq v. Scheltinga. Johan Vegelin v. Claerbergen heeft een grondplan geteekend van Heremastate te Joure.

● 25 december 1723: De rijdweg Joure—Akkrum is lot stand gakomen door Johan en Philip Vegelin v. Claerbergen, en Regnerus Andringa, grietman van Lemsterland.

● 31 december 1742: In den loop des jaars overl. ds. Balk te Hempens, die in het bezit was van een uitlegging over het evangelie van Marcus, door Festus Hommius. Zij zou ter perse worden gelegd maar 't had geen voortgang, en sedert is het handschrift zoekgeraakt. Nadat Jhr. Vegelin te Joure de aardappel in 1736 of 1737 in Friesland had gebracht en op-Herema-state gepoot, zond hij er eenige van aan grietman v. Haren te St. Anna, tot wien de botanicus David Meese in betrekking stond. Deze teelde het nieuwe gewas op van Haren's buiten, en deelde van de vrucht mee aan Herman. Knoop, hortulanus van princes Maria Louisa. Knoop bevorderde de planting en bezorgde 13 Dec. 1742 het eerst de aardappelen op de tafel der vorstin, toen prins Willem IV met gemalin er spijsde. In 1773 werd te Amsterdam de eerste keur uitgevaardigd over de aardappelmarkt.

● 10 mei 1747: Stadhouder Willem IV houdt op zijn doorreis van Leeuwarden naar Lemmer, met zijn gemalin en princes Carolina, het middagmaal op Heerema-state te Joure, waar Jhr. Vegelin 14 eerepoorten had doen oprichten.

● 15 juni 1749: Gehuwd te Joure grietman Jhr. Hessel Vegelin v. Claerbergen en Jkvr. Catharina Maria van Eijsinga, op wie bij A. Ferwerda te Leeuwarden een gedicht verschijnt, waarin o.a. de regels voorkomen:

En gij, o Joure, fier op de gedagtenis,
Van Philip, die, van daar de oppervlaktens rijzen
Der houte heuvelkruin, die uw vercierzel is,
Gegroeyt door 's Vaders kunst, tien steeden in 't verborgen,
Tweehonderd dorpen kon doorreijzen met zijn oog.

● 9 oktober 1758: Verhuring van het Tolhuis te Joure met gerechtigheid van de tap en annexe tollen, op de rechtkamer aldaar.

● 18 februari 1760: Secretaris Munnick te Joure presenteert te verkoopen een deftige herberg naast de Koemerk aldaar.

● 20 oktober 1794: Verkoop der pottenbakkerij van Sanne Annes te Joure, waarvan het pothuis met oven voor 4 jaar gebouwd.

● 6 april 1804: In dienst gesteld tusschen Joure en Lemmer een verdekte postwagen rijdende van de Lemmer een half uur na aankomst van de Amsterdammer beurtman en rijdende van Joure s ’avonds dadelijk na aankomst van het Sneeker schip van Leeuwarden, vracht 18 st. de persoon.

● 1852: Jr. M. P. B. J. Vegelin van Claerbergen te Joure vereert een doopvont met zilveren deksels aan de Herv. gemeente te Joure.

● 1880: Apotheker Bontjema en B. v. d. Wei j te Joure brengen het Friesch bederfwerend kaasstremsel in den handel.

● 1887: W. C. v. Munster. H.d.S. te Leeuwarden spreekt te Joure over Socialisme en de Chr. school.

Wumkes: Geert Aeilco Wumkes

Bovenstaande twee foto's van: kerken.eldoc.ub.rug.nl

Naamlijst Predikanten te Joure.

  • 1593. Jodias Eytering (Josias Eytering). Zie veel over de stichting dezer gemeente klassis Zevenwouden, bladz. 118. tresoar.nl/wumkes/pdf
  • 1595. Andreas Pellio, opvolger van bovengenoemde, was hier nog in 1597 volgens de Synodale acten.
  • 1598. Bauke Baukes, was hierin 1598 ongetwijfeld ter leen, en mocht volgens de Synodale acten van dat jaar weder naar Zutphen vertrekken, waar hij tot den dienst was toegelaten: hij zou in 1599 wederom geëxamineerd worden, zonder dat men zulks in consequentie mocht trekken; men schijnt toen zijnen dienst bij de eene of andere gemeente gebruikt te hebben.
  • 1598. Jarichus Nicolai, wordt, volgens meer gemeld kerkeboek, hier gesteld op 't jaar 1598.
  • 1603. Tamme Gerrits, hier beroepen in 1603, vertrok naar IJlst in 1604 of begin van 1605.
  • 1605. Johannes Klinkhamer, hier beroepen in 1605, denkelijk van de Scharmer, overleed hier in 1636. Zijn dood werd aan de klassis bekend gemaakt den 7 September 1636.
  • 1636. Petrus Smitius, beroepen en geapprobeerd 30 November, nadat do gemeente vooraf overeengekomen was met de wezen van Ds. Joh. Klinkhamer, over het annus gratiae. Hij is verroepen naar de Oudelemmer, geapprobeerd en gedimilteerd den 18 December 1639.
  • 1640. Jonas Olaus, is beroepen van Marssum en, niettegenstaande de oppositie der gecommitteerden van die gemeente wegens zijn kort verblijf daar, ontslagen en hier geapprobeerd den 17 Julij; hij is verroepen naar Berlikum, en gedimitteercl in het laatst van 1642.
  • 1643. Henricus Nicolay Daventrius, beroepen van Tjerkgaast, geapprobeerd en gedimitteerd den 15 Februarij, werd, verroepen naar Bolsward, ontslagen nadat de beroepsbrief, benevens de approbatie daarop, van de Synode van Franeker den 16 Julij 1651 bij de klassis was ingeleverd.
  • 1652. Petrus Epei Hilarius, welligt zoon van Ep. Ad. te Hijlaard , en broeder van Joh. Ep. te Wirdum, is, daar twee partijen eene onderscheidene beroeping gedaan en bij de klassis ingeleverd hadden, als de beroepene van den Heer Hobbo van Baard, Grietman van Haskerland, door de klassis geapprobeerd. De partij beriep zich wel op de deputaten en de Synode van Harlingen, doch bij beide instantiën werd de uitspraak der klassis geconfirmeerd, waarvan de klassis den 7 Julij 1652 mededeeling ontving; toen is hij als lid aangenomen, en overleed den 18 Augustus 1656.
  • 1656. Sixtus Brunsvelt, geboren te Leeuwarden in 1642, kandidaat, geapprobeerd den 8 October, nam, verroepen. naar Sneek en geapprobeerd den 1 September 1668, afscheid den 13 September.
  • 1668. Cornelius Tenninck of Temminek, welligt zoon van Roel Jans T. te Haskerclijken, kandidaat, geapprobeerd den 7 Oetober, overleed den 26 Augustus 1677 zonder kinderen.
  • 1678. Henricus Brink, Christ. broeder, beroepen van Buitenpost, deed zijn intreerede den 19 Mei, is, volgens resolutie van gedeputeerde staten van den 9 October 1683 , aangesteld tot veldprediker op een tractement van 100 gulden bij den Luitenant Generaal van Aylva. Verroepen naar Utrecht, gedimitteerd den 8 Maart, bevestigd den 24 April 1687, overleed hij daar den 9 Junij 1723, oud 77 jaren 8 maanden 4 dagen.
  • 1687. Abraham Acronius, David zoon, Sixtus broeder, beroepen van Witmarsum, geapprobeerd den 20 April, lid der klassis den 15 Junij, overleed in het laatst van 1706. Zijn dood werd aan de Deputaten bekend gemaakt den 5 Januarij 1707. Zijn zoon David was te Hempens.
  • 1706. Johannes Edema, geboren te Sneek, kandidaat, geapprobeerd den 5 October, werd door eene belemmering in de spraak tengevolge van een beroerte genoodzaakt emeritaat aan te vragen den 7 November 1753; bij bet collegie is dit den 8 November 1753 toegestaan. Hij overleed te Joure den 21 Julij 1758, op eenige uren na in den ouderdom van 80 jaren.
  • 1754. Wilhelmus Siccama, Abel zoon, Henr. broeders zoon, Jac. broeder, beroepen van Oudkerk ca., deed zijn intreerede den 21 Julij, overleed den 10 April 1791, ongehuwd.
  • 1793. Johannes Bernardus van Loenen, Jac. broeder, deed, beroepen van Noordwolde ca., zijn intreerede den 6 October, en overleed den 21 April 1810.
  • 1810. Petrus Koumans Brouwer, beroepen van Peperga ca , deed zijn intreerede in October, en overleed den 5 Junij 1825, oud 53 jaren en 10 maanden.
  • 1826. Jan Jarigs Wassenaar, stond vroeger te Lutkewierum, is hier beroepen van Burg op Texel, deed zijn intreerede den 9 Julij en werd emeritus in 1861.

Er ontbreken: D. Beeckman, de eerste 2de pred., 1860—67. G. H. van Borssum Waalkes 1861 — 69. B. C. M. Boot 1867—71. H. Fortuijn 1869-73. A. J. Kan 1872 — 75. H. v. d. Meulen 1874—. W. A. van Griethuijsen 1876—80. E. Otten 1881 — .

Bron: tresoar.nl/wumkes/pdf

Ds. J.R. Dijkstra, (overleden 1924) predikant in 1889 bij de Gereformeerde gemeente te Joure.

Hervormde Kerk.

1939: Het straatbeeld wordt te Joure geheel beheerscht door den Grooten Toren, die in 1628 werd gebouwd. Daarachter ligt de Groote Kerk, waarvan de eerste steen in 1644 werd gelegd. Een steen in het front van den toren herinnert daaraan:

Als Sestien hondert Twintigh acht
Het achtste licht Augusti Scheen
Heeft Grietman Hobbe vam Baerdt gewrocht
Aen My den alder eersten Steen.

De bouwkosten van toren en kerk bedroegen respectievelijk 10510 en 23900 caroligulden. In de kerk werd het eerste orgel geplaatst in 1692, dat in 1871 door een prachtig nieuw werd vervangen door den toenmaligen burgemeester van Haskerland Jhr. Mr. P. B. J. Vegelin van Claerbergen. De kosten bedroegen f 10.000.

Jhr. Mr. P. B. J. Vegelin van Claerbergen. Foto van: www.parlement.com

De kerk, die dateert uit 1644, is opgetrokken uit roode en gele baksteen, met toepassing van zandsteen en bestond uit een schip van twee, door zuilen gescheiden, beuken, met een gemeenschappelijke driezijdige sluiting, doch afzonderlijke zadeldakken.

Het Zuidelijke schip heeft aan de Westzijde een puntgevel met zandsteenen afdekkingen, aanzetkrullen en een segmentvormig fronton en een Westelijken ingang, geflankeerd door pilasters, waarop een fronton met „Vlecke Joure". Ook aan de Zuidzijde bevindt zich een dergelijken ingang.

Tusschen de beide schepen bevindt zich een rij van vijf Dorische zuilen. Een der trekbalken op het houten tongewelf vermeldde het leggen van den eersten steen in 1644 met 't wapen van Van Baerdt en van Joure.

Hobbe van Baerdt, (1591-1655) kreeg in de kerk een bank, gegraveerd met het wapen van de van Baerdt's, Clant, Bootsma en Idzerda.

Voor deze bank bevind zich het graf van de familie van Baerdt. In de kerk ook de fraai gebeeldhouwde banken, t.w. de Vegelinsbank en de Eysinga's-bank. Deze naam is ontstaan doordat in 1779 onmin is geweest doordat de raadsheren van Friesland beslisten dat Van Eysinga, de 'Van Baerdt' toegedeeld kreeg en Pieter Benjamin Vegelin van Claerbergen, de andere. (jhr. Pieter Benjamin Johan Vegelin van Claerbergen (1878-1942), burgemeester laatstelijk van Haskerland; kocht van zijn nicht de Herema State in 1922)

Gezin van Hobbe Dircks Baerdt, (1591-1655) Grietman van Haskerland 1615-1650 wonende te Joure

Gehuwd (1) met Apollonia Willemsdr van Vierssen op 16 maart 1617 te Joure.

Kinderen bekend uit dit huwelijk:

  1. Maria Hobbes Baerdt 1618-1618
  2. Dirck Hobbes Baerdt 1619-1675
  3. Egbert Hobbes Baerdt 1621-1623
  4. Tietke Hobbes Baerdt 1623-1624
  5. Yt Hobbesdr Baerdt 1625-1654
  6. Tietke Hobbes Baerdt 1625-1636
  7. Egbert Hobbes Baerdt 1627-1669 *
  8. Anna Maria Hobbes Baerdt 1630-1667

Gehuwd (2) met Trincke Hessels Bootsma, op 15 mei 1642 te Joure.

Verwantschap met de familie Vegelin van Claerbergen is in 1643 ontstaan door het huwelijk van Philip Ernst Vegelin van Claerbergen, geboren op 12 oktober 1613 in de Palts, overleden op 6 februari 1693 te Leeuwarden, zoon van Philip Ernst Vegelin van Claerbergen en Brigitta Hantes. Gehuwd (1) in 1643 met Fockje van Sminia, overleden op 30 april 1658. Gehuwd (2) op 22 maart 1660 met Josina Ruysch. Fockje van Sminia, was eerder gehuwd geweest met Frederik van Hillama (overleden in 1640 33 jr) Hun dochter Aurelia (1636-1707) huwde in 1653 Egbert van Baerdt (1627-1669) *

Zie ook: www.dbnl.org

Poort van de Ned. herv. Kerk.

Familiebank in de kerk van Joure.

Groenendaalsteeg Joure

|    1   |    2   |    3   |    4   |