Bijnamen, die de Lemsters kregen B

Bakker, A. Lachende liefde. Altijd vriendelijk lachend.

Beek van de, Mevr. De Hollander. Import sprak Nederlands.

Beersma, André. Brains. Had veel verstand, naam uit Thunderbirds, werkte bij Fokker.

Beljon, Anton. Snoepie. Als kind vroeg hij geregeld om 'un snoepie'

Bergsma, Jan. Jan van Teine. Gezinsaanduiding, naar moeder.

Bergsma, Jan. Rockefeller. Handelde in Petroleum.

Bergsma, Kobus. Kobus Kuch. Naar stripfiguur.

Bergsma, Sake. Grutte-Sake. De oudere broer van Lytse, enz.

Bijl v.d. dames. De Hutjesmaker (s) Hoedenmakers.

Bijl van de, Herbert. De Koaning fan 't Ein. Straalde autoriteit uit, woonde op het turfland.

Herbert van der Bijl.

Bijl van de, Meint. Maar Wytse. Was een stopwoord van hem tijdens gesprek.

Bijl van der, Aant. Aant Spek. Niet te mager uitgevallen.

Bijl van der, Arend. Aant blik om de kop. Zijn rottende Aak was met blik betimmerd.

Bijl, Evert Wietse. De Ryskont

Bijl, van der Jitske. Jitske Boardeknoper. Bracht wasgoed, waaronder losse boorden naar de wasserij.

Bijl, van der Willem. Bleke Willem. Was erg bleek.

Bijl, Wietze. Wietsenaar

Bijlsma, Dirk. Dirk Mop.

Bijlsma, Jaap. Jaap fan de Suup. Melkboer die stads-Fries sprak.

Bijlsma, Klaas. Klaas Aaske. Had altijd veel visaas.

Bijlsma, Klaas. Lange Klaas. Naar lengte van persoon. 

  • Marten Bijlsma: Klaas Bijlsma, dat was mijn vader hij was getrouwd met Hielkje de Blaauw, dochter van Lieuwe de Blaauw en Tjitske Brandsma. Lieuwe was een broer van de Knarsebiter.
    Er werden meerderen 'Lange' genoemd in Lemmer. Net zoals bijv 'Lytse....'
  • Bijlsma, Marten sr. Uttebelle. Marten Bijlsma: Mijn Grootvader heeft volgens het verhaal van mijn vader zijn bijnaam te danken aan het feit dat Marten.sr, zijn broer geboren was met een open verhemelte, en daardoor een spraakgebrek had. Op latere leeftijd hadden ze een hond (Bello) die altijd mee wilde lopen en ook op momenten dat dat niet paste, dan werd hij weggestuurd met 'Fut Bello'. Dit kon door de man met het spraakgebrek natuurlijk niet zo goed uitgesproken worden en dan duurt het niet lang of je word door de gemeenschap versiert met een bijnaam, in dit geval 'Uttebelle'.
  • Bijlsma, Marten. Marten Bongel jr. Marten Bijlsma: "Mijn eigen bijnaam heb ik je danken aan het feit dat wanneer mensen om me heen niet zo plooibaar waren of tegen sputterden ik hen vaak aansprak met, "Net sa dwers Bongel" Maar omdat jezelf ook wel eens dwars bent word je natuurlijk terug betaald met (dwers) Bongel".

Bijlsma,? Gaasdûbbeltsje. Benaming voor gasmuntje.

Bijma, Jan, De Heareboer. Gedroeg zich als een rijke Hereboer.

Bijma, Jan. De Generaal. Was een lange brede en stoere man.

Bijma, Jantsje. Neau. Gebruikte dit Lemster stopwoord veelvuldig. Dit woord werd door de Lemsters ook vaak gebruikt als een beetje snerend stopwoord. "Neauuuuuuu, dêr hasto him ek " bijv.

Bijma, Jelle. De Bever

Bijma, Tjeerd. De Miljoenen Meneer. Was vermogend.

Bla(a)uw, Jan en Andries. De Doeskes. Doesk=dicht bos haar (doeske kop mit hoar) LE 8 voer ook onder de naam ‘Doeske’, de bijnaam van Jan de Blauw in Lemmer.

Blaauw de, Andries. Rokertje. Even een rokertje doen.

Blaauw de, Gerrit. De Knarsebiter. Knarsetande nogal luidruchtig.

Blaauw de, Jan, Andries en Leeuwke. De Jammerhoutsjes. Drie broers die visten op hetzelfde schip, klaagden veel, ook al hadden ze een goede vangst.

Boer de, Ale. Ale Honnekop. Deed zich soms als Politieman voor. Zie ook: Ale 't is uit met de pret.

Ale de Boer

Boer de, J. De Hynljipper. Kwam van Hindelopen

Boer, de Ale. Ale 't is uit met de pret. Omdat hij 's winters geen werk had, zei hij tegen de baas van de sociale dienst: "Het is uit met de pret, Ale moet in de vorstverlet". Ook werd Ale wel 'Honnekop en of Woef-woef' genoemd.

Boer, de Harm. Appeltsje. Had toen hij kind was blozende rode wangen.

Boer, de Tjitte. Tjitte Bok. Kreeg als kind een bokkenwagen met een echte bok er voor.

Boer, de. De Bevers. Jeen, Henk, Willem, Bijma, Tjeerd en Tjitte de Boer. Handig met techniek (afkomstig uit de Fabeltjes krant)

Boersma, Bouke. De Skeppe. Was grafdelver.

Bootsma, Albert. Albert de Prúk. Kamde héél veel zijn haar.

Bootsma, Aukje. Auk de Tsjoenster. Boezemde bij kinderen angst in. Letterlijk tovenares, zienster (Profetes) of heks.

Bootsma, familie. De Gôlle (s). Een 'golstje' was een klein dik donker visje.

Bootsma, Gauke Gerben. De Sûre. Niet erg vrolijk, Lytse Gauke de Gôlle.

Bootsma, Gauke Gerben. Gauke fan Onnich. Verwijst naar moeders naam 'Annigje'

Bootsma, Gauke. Gauke  Skêch. Had een grote haviksneus.

De vis wordt uit de netten gehaald. Geheel links is Gauke Bootsma.

Bootsma, Gauke. Kromme Goune. Had een vergroeide rug.

Bootsma, Gerben. Blauwe Germ. Blauw dooraderd gezicht.

Bootsma, Gerben. De Gibbe. Een 'gibbe' (geep) is lang en mager. Meerdere boten werden ook zo genoemd.

Bootsma, Gerben. De Pilleslikker. Was vaak en lang aan de medicijnen.

Bootsma, Gerben. Silveren Skouder. Kreeg bij een operatie zilveren onderdelen in de schouder.

Bootsma, gezusters. De Sûkerpotsje's. Spraken tot erotische verbeelding.

Bootsma, Gouke. De Pekel

Bootsma, Gouke. Gouke fan Annig.

Bootsma, Gouke. Lytse Gouke

Bootsma, Hendrik. Hendrik Kyp

Bootsma, Jurjen, Leeuwke en Gauke. Oompje. - of De Oompjes. Door veel in elkaar om te trouwen waren sommige Bootsma's en Zandstra's 'de Ooms' van het halve dorp.

Foto van Stoffel Zandstra: De Oompjes: Jurjen (links) en Gauke Bootsma. Broers fan ús beppe Grietje Zandstra-Bootsma. Foto op Alde Slús .

Bootsma, Jurjen. Fermelik, Jurjen en Jút. Hij haalde altijd een 'ferme slik' stroop onderuit het vat. Jút, was een kinderlijke uitspraak.

Bootsma, Jurjen. Jette Benaud. Had net als beppe, ademnood ademhalingsproblemen.

Bootsma, Lammert. Lammert Fikeloe. Noemde zijn piccolo (kleine fluit) aanvankelijk zo.

Bootsma, Leeuwke. Zorro. Naar stripfiguur.

Bootsma, Manus. Manus Kielsgat. Had door kanker een gat in zijn keel, ook Manus Oaly.

Bootsma, Poppe. Âlde Skiter. Poppe, was zo bang voor onweer, dat als ze met de boot weg waren hij helemaal onderin de boot weg kroop.

Poppe Bootsma.

Bootsma, Rikus. Rikus Skeet. Liet veel winden.

Bootsma, Roelof. Pruis. Deze bijnaam werd meermalen door de familie Bootsma gebruikt Duo Knoei: Duo uit Lemmer: Geert ten Boom en Roelof Bootsma, die zich ook wel Roel Pruis noemde. Geert speelde accordeon en Roel, drum.

Bootsma, Steven, Gerben en Fimme. De jongens fan Rubert

Bootsma, Willem. De Drie Jantjes. Willem Bootsma, Douwe Thijsseling en Lolle Poepjes. Gingen met z'n drieën vaak te stappen.

Bootsma-Turksma, Jette. Ademnood. Had last van kortademigheid.

Bos, van de Lubbert. ‘t varkentje

Bosma, Andries. Dikke Uie.

Bosma, Clara. Clara Bot. Dochter van Durk Bosma. 'Durk Bot' Clara verkocht en verwerkte veel vis waaronder 'bot'

Bosma, Steven. Steven Kruk. Liep met krukken.

Foto van Durk Bosma: Steven (Bosma) met de kruk

Bosscher, meester. ’t Biertonstje. Had een ronde buik.

Bouma, Libbe. Blibbe

Bouma, Sipke. Boumantsje Wipsturt. Vader van een groot gezin.

Bouwhuis, Jan. Jan Prakkien. Vroeg vaak of er nog een prakkie eten over was.

Brandenburg, Jacobus. Kobus Kuch

Brandenburg, Pieter. Pieter Brand

Brandsma, Sjoerd. Philishave. Had een uitstekende glimmende kin, als in de Philishave reclame. 

Brinkman, Gerrit. Botsen. Amsterdammer in Lemmer, vroeg bij het kaarten of zijn 'Botsen' (halve stuiver) even stuk kon.

Broer, Siemen. Pieter Podde

Broning, Bernard. Reade Bernard

Broning, Geraddes. De Zwartverver

Brouwer, Minne, Minne de Fretter. At altijd en heel veel.

Brouwer, Tinus. Tinus Plotseling. Was snel en lenig. Ook: Spotnaam voor iemand die bij exercitie vaak net te laat of verkeerd reageert.

Bruin de, Jan, Bleubander. Naar duivensoort, Blauw geband.

Bruin, de Dirk. Dolle Dirk

Bruning, Gradus. Gradus de Swartferver. Verfde kleding van rouwende personen zwart, bij gebrek aan zwarte kleding.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.