Scheepsramp op de Zuiderzee van schipper Kok

Door: Peter van den Brandt

“Scheepsramp op de Zuiderzee”
met het Tjalkschip “Het Vertrouwen” van schipper Kok
donderdag den 6e Junij 1878

Bij toeval kwam ik dit verhaal op het spoor na het invoeren van de gegevens in het “Wie is Waar Begraven Register” die door de Doodgravers Dirk Gerbens Faber en Andries Dirks Faber in twee boekjes waren genoteerd en door hun nabestaanden zijn geschonken aan de Oudheidkamer te Lemmer. Dit met als doel, het inzichtelijk maken van overledenen die daar zijn begraven. Dit omdat de grafregisters vanaf 1829 tot op heden vooralsnog niet te vinden zijn. Het “Wie is Waar Begraven Register” (NIET OPENBAAR) is opgezet in 2009 toen ik op verzoek van de gemeente Lemsterland mijn medewerking heb verleend met het maken van foto's van grafmonumenten en het documenteren daarvan.

Deel uit het boekje van Dirk Gerbens Faber en Andries Dirks Faber

Achter elk overlijden gaat wel een verhaal schuil

Lang niet altijd lukt het om daar goed zicht op te krijgen.
Doch soms lukt dat deels en is vervolgonderzoek op z'n plaats.
Dat gebeurde toen ik de akte van overlijden onder ogen kreeg van Gerrit Jans Kok.

Wie was Gerrit Jans Kok en wat lag er aan zijn overlijden op die bewuste dag ten grondslag?

Gerrit Jans Kok overleed op donderdag 6 Juni 1878, op de Zuiderzee tussen het eiland Urk en Kuinre. Er is vervolgens gezocht naar aanknopingspunten in de Delpher krantendatabase.

En al snel werd duidelijk wat er gebeurd moet zijn:

Geladen met stenen was Gerrit Jans Kok met zijn Tjalkschip “Het Vertrouwen” onderweg van Amsterdam naar het Lemster Hop in Friesland. Aan boord waren Gerrit Jans Kok, oud 49 jaren, schipper, wonende te Lemmer, zijn echtgenoote, Baukje Alberts Dijkstra, oud 51 jaren, zonder beroep, wonende mede aldaar, hun dochtertje, Jantje Kok, oud 8 jaren, geboren te Lemmer en Obbe Bosma, oud een en dertig jaren, Schippersknegt wonende te Sloten. Het schip voer de bewuste dag tussen het eiland Urk en Kuinre met als eindbestemming het Lemster Hop in Friesland toen het water begon te maken. Het schip is tijdens een windvlaag omgeslagen en zonk. Vollenhoofsche visschers hebben nog getracht hulp te verlenen om de mensen van boord te krijgen. Gerrit Jans Kok kwam met zijn benen vast te zitten in het touwwerk en verdronk, ook Baukje Alberts Dijkstra en hun 8 jarig dochtertje Jantje Kok konden niet worden gered. Alleen de knecht wist het touw van de visschers te grijpen en die heeft de ramp als enige overleefd. Het lichaam van Gerrit Jans Kok kon die dag al snel worden geborgen en is door visschers te Lemmer aan wal gebracht.

  • (Ik ging ervan uit dat de schippersknecht die het drama als enige heeft overleefd waarschijnlijk niet meer te achterhalen zou zijn. Maar wat mij niet lukte, daar slaagde Marjon Fleurbaaij-Janse van Flevoland Erfgoed wel in. Zij ontdekte in een krantenbericht dat de naam van de schippersknecht Obbe Bosma(n) was.
    Obbe Bosma was ook aangever toen het lichaam van de schipper op de Lemmer werd aangebracht.)

Tekst uit de Overlijdensakte

In het jaar Een duizend achthonderd Acht en zeventig, den Zesden der maand Junij zijn voor ons ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Lemsterland, Provincie Friesland, gecompareerd: Jan Prins oud Vijf en Veertig jaren, visscher wonende te Vollenhove en Obbe Bosma oud een en dertig jaren, Schippersknegt wonende te Sloten welke ons verklaard hebben, dat Gerrit Kok oud Negen en Veertig Jaren geboren te Lemmer, Schipper, wonende aldaar, echtgenoot van Baukje Dijkstra, zonder beroep mede aldaar woonachtig, zoon van Jan Gerrits Kok en Jantje Sjerps Poppe, beiden overleden en in leven echtelieden. Op den Zesden der maand Junij dezes Jaars des na middags ten twee ure, op den Zuiderzee tusschen het Eiland Urk en Kuinre is overleden, en hebben wij deze akte aan de aangevers voorgelezen, welke dezelve na zulks met ons hebben onderteekend.

Prins

 Handtekening slecht leesbaar

Bosma

Het lichaam van Baukje Alberts Dijkstra is op vrijdag 14 Juni 1878 geborgen.

Tekst uit de Overlijdensakte

In het jaar Een duizend acht honderd acht en zeventig, den veertienden der maand Junij zijn voor ons ondergetekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Lemsterland, Provincie Friesland, gecompareerd: Jan Gerrits Kok, visscher en Harmen van der Heide, oud vijf en vijftig jaren, Veldwachter, beiden wonende te Kuinre, welke ons verklaard hebben, dat op den zesde dag der maand Junij dezes jaar, in zee is verdronken of overleden en den veertienden Junij daar aan volgend te Lemmer aan wal gebracht, Baukje Dijkstra, oud een en vijftig jaren, geboren te Follega, zonder beroep, wonende te Lemmer, weduwe van Gerrit Kok, dochter van Albert Bouwes Dijkstra en Getje Jelles Drijfhout, overleden. En hebben wij deze akte aan de aangevers voorgelezen, welke dezelve met ons te hebben ondertekend ……….

Het lichaam van hun dochtertje Jantje Kok is, tot zover nu bekend, sinds donderdag 6 Juni 1878 vermist. Door een Visser uit Vollenhove is echter op vrijdag 14 Juni 1878 wel een lijkje uit zee te Vollenhove aan wal gebracht.

Vollenhove, 14 Juni 1878.
Door een visscher is uit zee alhier aangebracht het
lijkje van een 10 à 12 jarig meisje, vermoedelijk het doch-
tertje van den onlangs verongelukten schipper G. Kok.

BRON: Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant, Zwolle, 17-6-1878.

Daar er alleen een overzicht beschikbaar is, is een poging om digitaal inzage te krijgen in het Overlijdensregister 1878 van Vollenhove op niets uitgelopen. Daarom heb ik de hulp ingeroepen van dhr. J. Steenstra, die op zijn beurt de hulp inriep van mw. L. Polderman. En kort daarna kreeg ik een email terug met een scan van een overlijdensakte uit Kuinre.

Tekst uit het Overlijdensregister:

Nommer 6

Op heden den dertienden der maand Maart achttien honderd twee en tachtig verscheen voor ons Hendrik Johan Ebbink Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Kuinre Hendrik de Jonge, oud drie en zeventig jaren, veehouder en Evert de Jonge, oud twee en veertig jaren, winkelier, beide wonende te Kuinre.

Dewelke ons hebben aangegeven dat zij hedenmorgen omstreeks negen ure op het zeestrand onder deze gemeente gelegen hebben gevonden het in ver gevorderde staat van ontbinding verkerende lijk van een meisje, naar schatting ongeveer twaalf jaar oud, zijnde geheel naakt, behalve de beide voeten waaraan zich zwarte wollen kousen bevinden terwijl kenteekenen tot herkenning niet zijn opgegeven uit hoofde van de boven genoemde staat van ontbinding. Van welke aangave wij deze akte hebben opgemaakt, die na voorlezing is getekend door ons en de getuigen.

De Jonge

De Jonge

Ebbink

In eerste instantie was ik natuurlijk heel blij met deze akte. Doch even later begon ik er wel vraagtekens bij te plaatsen. Jantje Kok is vermist sinds, donderdag 6 Juni 1878 en ik vroeg mij af of een lijkje van een 8 jarig kind na 3 jaar, 9 maanden en 7 dagen nog zo ver intact is als omschreven in de akte. Er zat dus niets anders op dan nogmaals aan dhr. Steenstra te vragen of het hem wel lukte om het Overlijdensregister van Vollenhove in te kunnen zien. De inkt van het e-mailbericht was nog niet opgedroogd toen het verlossende woord kwam. Er werd een Overlijdensakte opgestuurd die beter aansloot bij het eerder genoemde bericht uit de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant van 17-6-1878.

Tekst uit dat betreffende Overlijdensregister:

Nommer acht en veertig.

Op heden den veertienden Junij

achttien honderd acht en zeventig verschenen voor ons Antony Johan ten Cate

Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Ambt Vollenhove Siemen Jongman, oud acht en veertig jaren, Visscher, en Johan Gerrit van der Veen, oud vier en dertig jaren, arts, beiden wonende te Ambt Vollenhove. dewelke ons hebben aangegeven dat op heden des voormiddags elf uur in zee is gevonden het lijk van een kind van het vrouwelijk geslacht, waarvan hun den naam voornamen, geboorte en woonplaats, alsmede die der ouders onbekend zijn. Van welke aangave wij deze akte hebben opgemaakt, die na gedane voorlezing is geteekend  door ons en de comparanten.

van der Veen

Jongman

ten Cate

Het stoffelijke overschot van deze onbekende dode zal mogelijk ergens op een begraafplaats of kerkhof te Ambt Vollenhove begraven zijn.

Het gezin Kok – Dijkstra

Gerrit Jans Kok

In leven schipper, wonende te Lemmer.
Tijdens de huwelijksvoltrekking, oud dertig jaren,
van beroep zeeman, wonende te Lemmer.
Zoon van Jan Gerrits Kok, oud acht en veertig jaren, schippersknegt,
doch thans afwezig en van Jantje Sjerps Poppe,
echtelieden beiden wonende in de Lemmer.
Geboren, maandag den 29e December 1828,
des morgens ten half zeven ure in de Lemmer, Grietenij Lemsterland.
Hetten Paulus Fledderus, chirurgijn en vroedmeester, oud drie en veertig jaren, wonende in de Lemmer, deed de aangifte van de geboorte.
Sinds zondag den 23e October 1859, te Lemsterland,
echtgenoot van Baukje Alberts Dijkstra.
Overleden, donderdag den 6e Junij 1878, des na middags ten twee ure
op de Zuiderzee tusschen het eiland Urk en Kuinre.
In den ouderdom van 49 jaren, 5 maanden en 8 dagen.

&

Baukje Alberts Dijkstra

Tijdens de huwelijksvoltrekking, oud drie en dertig jaren,
van beroep naaister, wonende te Lemmer.
Dochter van Albert Bouwes Dijkstra, oud twee en dertig jaren, schoenmaker,
wonende te Follega en van zijne huisvrouw, Getje Jelles Drijfhout.
Geboren, woensdag den 27e September 1826, te Follega, Grietenij Lemsterland.
Sinds zondag den 23e October 1859, te Lemsterland, echtgenoote en sinds donderdag den 6e Junij 1878, weduwe van Gerrit Jans Kok.
Overleden, donderdag den 6e Junij 1878,
op de Zuiderzee tusschen het eiland Urk en Kuinre.
In den ouderdom van 51 jaren, 8 maanden en 9 dagen.

Uit dit huwelijk zijn 2 kinderen geboren:

1- Zoon Jan Albert Kok

In leven zonder beroep, wonende te Alkmaar.
Geboren, donderdag den 21e Januarij 1864, te Lemmer, Lemsterland.
Overleden, dinsdag den 13e Juli 1943, te vier uur, te Alkmaar.
In den ouderdom van 79 jaren, 5 maanden en 23 dagen.

2- Dochter Jantje Kok

Geboren, maandag den 17e Januari 1870, te Lemmer, Lemsterland.
Verdronken tijdens het zinken van het schip van haar ouders.
Vermist sinds, donderdag den 6e Junij 1878,
op de Zuiderzee tusschen het eiland Urk en Kuinre.
In den ouderdom van 8 jaren, 4 maanden en 20 dagen.
(Jantje is mogelijk als onbekende drenkeling begraven te Ambt Vollenhove.)

Gerrit Jans Kok is door Doodgraver Dirk Gerbens Faber begraven.
Lemmer Oude begraafplaats, Regel en Grafnummer niet vermeld,
op vrijdag den 7e Junij 1878, ƒ 4.50.

Baukje Alberts Dijkstra is door Doodgraver Dirk Gerbens Faber begraven.
Lemmer Oude begraafplaats, Regel en Grafnummer niet vermeld,
op vrijdag den 14e Junij 1878, ƒ 4.50.

Obbe Bosma.

Zoon van Harmen Obbes Bosma en van Hinke Pieters Jongstra.
Geboren, zondag den 25e April 1847, te Balk, Grietenij Gaasterland.
Sinds zondag den 15e Mei 1881, te Sloten, echtgenoot van Johanna Matthijs Starkenburg.
Overleden, vrijdag den 20e April 1917, te Delft.
In den ouderdom van 69 jaren, 11 maanden en 25 dagen.

BERICHTEN VOOR ZEEVARENDEN

In de Staats-Courant No. 150 adverteert de minister van Marine:
Nederland. Wrak in de Zuiderzee, Z. W. van Kuinre.
-- Een met witte en zwarte ruiten beschil-
derde wrakton is gelegd bij een in de Zuiderzee, Z. W.
van Kuinre, gezonken Tjalk.
De ton ligt in 37 decim. Water en de peilingen:
een molen beoosten de Lemmer aan den Zuidkant van een
hoog roode pannen-huis en een molen een handspaaks-
lengte aan den Noordkant van het havenvuur van
Kuinre. Op het dek van het wrak staat 28 en op den
steven 19 decim. Water.

Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant: 01-08-1878

Met dank aan:
Roelie Spanjaard-Visser
Peter van der Pluijm
Jo Steenstra
Linda Polderman-Lichtmeijer
Marjon Fleurbaaij-Janse
Yftinus van Popta


Lemmer 13-3-2023
Peter van den Brandt

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.