Levensverhaal van Cornelis Visser (Cor Panne): 1966

Het begin van het jaar luidt ook tevens de tweede helft van klas vijf in. Je had het in die tijd niet zo door, maar ook toen schreed de tijd al met dezelfde snelheid voort als nu. We zitten midden in de roerige jaren zestig. Ik moet echter eerlijk bekennen dat ik er zelf in ieder geval tot nu toe weinig van heb meegekregen. Protesten, vrije seks, oorlog in Vietnam en Provo´s? Het was de ver van mijn bed show. Zo nu en dan sijpelde er wel eens iets door via krant of televisie in mijn beschermde wereldje maar verder ging het langs mij en waarschijnlijk ook langs vele van mijn leeftijdsgenoten heen. De kerstvakantie is net voorbij en het is nog dik winter.

Op school en in de buurt wisselen de vriendjes zo nu en dan maar over het algemeen veranderd er niet zoveel. School en klasgenoten waar ik om verschillende redenen veel mee optrok waren Kees de Bruin, Henk Gaal, Hendrik Jan en zijn neef Jan van der Wal en Hielke Sloothaak. Daarbuiten door de buurt, mijn buurjongen Jan Koehoorn en de gebroeders Hielke en Bauke Roelevink, Jacob Dam en Jouke Brouwer en René Bergh.

Waar in het vorig jaar al voorzichtig naar werd gestreefd, namelijk een overdekt instructiebad voor Lemmer, komt voorzichtig iets dichter bij. De tijd waarin wij ons zelf of via vriendjes of ouders het zwemmen leerden of het hoofd boven water leerden te houden in het water van het IJsselmeer, lijkt voorbij en zal bij een instructiebad worden gedaan door zweminstructeurs.

Maar het is nog geen tijd om me daar druk om te maken, er ligt immers nog ijs in de sloten dus is zwemmen, althans ongedwongen nog geen optie. Het is op een zaterdag morgen, 15 januari dat ik onderweg ben naar de winkel van de familie Paters op de Langestreek om iets te gaan kopen omdat ik nog iets mag kopen of voor mijn verjaardag of iets dergelijks. Dat zou later het boekje “veertien dagen op een ijsschots” worden, dat leek me wel toepasselijk in de winter, maar de Urkerstraat uitlopend kreeg ik het gerucht te horen dat de boerderij “Villa Nova” aan de Zijlroede in de brand stond. Dus snel de oude trambaan over en via de bevroren slootjes er naar toe.

Afgebrande Villa Nova.

De geur die ik toen in mijn neusgaten heb gekregen ben ik altijd blijven onthouden en als ik die weer rook in later jaren, was altijd de eerste gedachte Villa Nova en boerderij  brand. Het halve dorp was uiteraard uitgelopen en je zag dode, half of geheel verbrandde koeien liggen. Het heeft destijds veel indruk op mij gemaakt.

De lagere Katholieke Sint Jozefschool verhuisde vanuit de Schoolstraat naar het gebouw van de opgeheven lagere Landbouw school aan de Markerstraat, de schipperskinderen zullen verhuizen van de oude LTS aan de Kortestreek naar de Roomse school. Daarmee kwam ook een beetje een eind aan een ander soort schoolstrijd, die zo nu en dan opwelde en waarbij dan hele groepen kinderen van de ene, meestal De Dam, optrok naar de Christelijke Wilhelminaschool om al scheldend en zwaaiend met afgerukte takken en ander soort van slaghout, de kinderen daar duidelijk te maken dat zij niet deugden. Meestal liep het met een sisser af. De afstand werkte blijkbaar afkoelend genoeg op de emoties. De ijsvereniging organiseerde een hardrijderij voor mannen op de langebaan en wij hadden ook weer een schaatswedstrijd, ditmaal alleen voor kinderen van onze school.

Uit Zuid Friesland van 21 januari.

Er werd geschaatst op een onderwater staand en nu dus bevroren stuk land, in het verlengde van de nieuwe jachthaven aan de Zijlroede, de latere Goudkust. De ijsbaan was blijkbaar om een of andere reden buiten gebruik. Ik had mijn Friese houtjes inmiddels ingeruild voor Friese noren/doorlopers, er waren er bij ons in de klas die al op hoge noren reden, o.a. Jan Coehoorn uit de Schans.

Mijn niveau van schaatsen was door oefening op de slootjes achter huis en soms tochtjes naar de Hege Fonnen, in de voorbije jaren aardig beter geworden dan toen ik in de eerste klas mezelf in de prijzen “rende”. Toch verloor ik mijn rit om in de finale te komen van Jan Coehoorn, dit mede doordat er in mijn baan een bruine boxer van naar ik meen de familie Nijenhuis uit de Lijnbaan, overstak en ik met de hond op mijn schoot, al zittend op het ijs over de finish gleed. Zowel de hond als ikzelf had geen verwondingen opgelopen. Ik werd tenslotte vierde.

Voor de nieuwe jachthaven wordt mijn voormalige buurman de heer L. Drenth benoemt, die daarvoor de rijkswaterpolitie zal verlaten en in klusjes bijverdiensten zal moeten zoeken om aan een volledig jaarsalaris te geraken. Van de Openbare Mulo verdwijnt het hoofd de heer van Heijningen en daarmee ook zijn dochter Truus bij ons uit de klas.

Ondertussen wordt Ard Schenk Europees kampioen allround schaatsen. Wordt er in Heerlen op 9 februari een meisje Suzan geboren, waar ik later nog veel mee te maken zou krijgen, blijft de gemeente Lemsterland nog steeds worstelen met een financieel tekort, wordt nu Kees Verkerk wereldkampioen schaatsen en is de maand februari verder zeer nat.

Op tien maart wordt het huwelijk tussen Beatrix en Claus gesloten, waarbij er met rookbommen wordt gegooid naar de koets waarin zij rijden. Iets ongehoords voor een land als Nederland, maar het zijn wel de zestiger jaren toch. Op 15 maart vindt Jolle Jansma, de man achter de balie van het postkantoor in Lemmer en fervent jager en visser, het eerste kievitsei van de gemeente Lemsterland.

Anker BK Plein.

De vissers familie Coehoorn van de LE 3, uit de Schans krijgt ten noorden van Vlieland een anker in haar netten en voordat het grote anker te gelde kan worden gemaakt bij de oud ijzerboer, wordt het via de VVV en met toestemming van de gemeente geregeld dat het een plaatsje in het centrum van Lemmer kan krijgen om zo de oude visserij nog een beetje te gedenken. Er zal een onderzoek komen naar het nut van de spoorlijn Heerenveen-Lemmer en daarmee dreigt meteen de opheffing. Zakenlieden en gemeente zijn op voorhand al tegen de opheffing van de spoorlijn die kort geleden nog een grote opknapbeurt heeft gehad.

Ik heb heel andere dingen aan mijn hoofd. Elk jaar wordt er een foardrachtkriich voor kinderen van de lagere scholen in Lemsterland gehouden en ik zal ook meedoen.

Of dat is gekomen omdat ik mij heb opgegeven of zo goed was, (nou nou) ik weet het niet meer. In ieder geval ik leerde volgens mij het verhaal “de ferkaldden fisk” van Tute mei de linten, Yn de see fan Pimpompee, swom de fisk Hatsjyhatsjee, mei in pûdsjes sâlte dropkes en in kopke sipeltee, uit het hoofd en stikte van de zenuwen.

Uit onze klas deed ook Bertha Vlig mee, met een verhaal over een scheidsrechter. Hjir stean alve klear – dêr stean alve klear, Tuuuuuuuut docht de fluitmenear, No is it begûn. Zij won daar de derde prijs mee. Het werd gehouden in het Nutsgebouw. En daar sta je dan, alleen op een groot podium tegenover een zaal vol met kinderen en ouders en natuurlijk de jury. Een hele belevenis.

In het Lemstervaart is men druk aan het bouwen en een vreemd verhaal over otters haalt de krant. Langs het Tjeukemeer springt een visotter bij een jongetje achterop, dat daar langs fietst en wordt onophoudelijk gebeten. Als er meerdere mensen verschijnen, verdwijnt de visotter weer. Ik heb dat altijd en fascinerend verhaal gevonden. Mede omdat otters toen al zeldzaam waren.

Op school gebeurt ook iets merkwaardigs. Het was in het lokaal dat uitzag op de Parkstraat. Dus het eerste lokaal direct rechts als je de school binnen kwam.

Onze meester was de Graaf, die om wat voor reden dan ook nog niet in de klas was toen de lessen moesten beginnen. Nu dat levert in een klas kinderen van onze leeftijd natuurlijk een gekakel van jewelste op en nadat hij op de gang zich blijkbaar steeds meer had staan opwinden, kwam hij met opgestreken zeilen en een behoorlijke snelheid het lokaal in en trok daarbij de deur van het lokaal hard achter zich aan, waarschijnlijk om door de dreun die dit zou maken bij het dichtslaan, onze klas te laten schrikken en direct stil te krijgen.

Stil werd het inderdaad, maar dat had wel een geheel andere oorzaak dan de bedoeling zal zijn geweest. In de deur zaten bovenin 2 glazen en die kwamen door de klap achter meester de Graaf aan ook het lokaal binnen gevlogen. Schrik dus. En gelukkig geen gewonden. Gevolg, straf voor de gehele klas, een uur of meer nablijven. Voor meester de Graaf werd de straf wat langer. ’s Avonds kon ik vanuit onze woonkamer voor het raam zittend, kijken naar enkele boze ouders die verhaal kwamen halen. Daar had hij zijn eigen straf, nog enkele uren extra. We hebben er volgens mij daarna weinig of niets meer over gehoord.

Het eerste elftal van CVVO wordt in april reeds kampioen in de 2e klasse KNVB afdeling Friesland en in de gemeente raad wordt er gesteggeld over de openstelling van de bruggen op zondag. Beide wethouders zijn het niet met elkaar eens. Het vorig jaar ingestelde aantal uren handhaven of terug naar de openingstijden van 1965.

Asfaltmolen van der Wal.

Twee jaar nadat bij Wegenbouwbedrijf M. van der Wal de grootste asfaltmolen van Nederland in gebruik werd genomen, is er nu al de in gebruik name van de grootste van Europa. Waar gaat dat heen? Twintig meter hoog en door één man te bedienen. Zo levert de industrie in ieder geval werkgelegenheid op in Lemmer.

Zo loopt het echter ook storm wat betreft de recreatie. De nieuwe jachthaven aan de Zijlroede is nog niet eens in gebruik genomen en is al volgeboekt. De Lemsters hebben ook nog wat anders om zich over op te winden. Waar nadat het strand was voorzien van een hek, de Lemsters tegen voordelige prijzen, entree kaartjes konden kopen, heeft het Ministerie van Binnenlandse zaken nu besloten dat de Lemsters geen privileges meer hebben en dus geen goedkopere seizoenskaarten meer kunnen kopen. Ach ja, waar zijn de tijden dat je met je hele hebben en houden zo tot aan de waterlijn kon komen en gratis van het strand kon genieten? Uit alles wat geld kost, moeten ook inkomsten worden gehaald, dus ….

Mei, het wordt tijd voor het schoolreisje van de vijfde klas. Naar Artis en de bedriegertjes, voor zover ik mij herinner. Genoeg brood en snoep mee voor onderweg natuurlijk, dat halverwege op de heenreis meestal ook al op was. Degenen die teveel van al dat lekkers en dus ook te snel dit naar binnen hadden zitten werken waren dan ook al lichtjes misselijk. Dan werd het een lange dag. Natuurlijk werd er gezongen in de bus.

Eerst nog voorzichtig maar allengs heftiger en luider. Meestal eindigde dat erin dat de jongens tegen de meisjes op zaten te zingen, nadat het zoveelste potje met vet al op de schoorsteen was gezet. Dan ging het natuurlijk om volume. “De meisjes zijn niks, ze weten niet eens wat voetballen (of natuurlijk iets anders) is. De meisjes zullen ook zoiets gehad hebben neem ik maar aan, maar dat wil me maar niet te binnen schieten. En dat zo tijden achter elkaar. Je zult als begeleider maar voorin de bus hebben gezeten.

Eerste stop was in Roosendaal bij kasteel Rosendael in Gelderland. De bedriegertjes. Gelukkig was ik thuis al door mijn oudere broers ingelicht wat dat inhield en toen de fonteintjes tijdens een prachtig verhaal van de reisleider dan ook hun water uitspuwden, stond ik of met mijn voet op het spuitmondje of was al naar de zijkant uitgeweken om snel te kunnen vluchten. Ik hield het redelijk droog. Daarna ging het verder naar Artis in Amsterdam. De papegaaien aan weerskanten als je het park inliep en die je van alles en niet al te fraais toeriepen. Het was natuurlijk een belevenis, in plaats van de provinciaalse koeien, paarden en schapen nu olifanten, giraffes, leeuwen en de ontzettend lawaai makende apen te zien.

Volgens mij stond er in Artis ook een soort machine waar je op een soort ronde munt, lijkend op een sheriff ster je eigen tekst in kon laten stansen. Ik heb dat destijds gedaan met mijn eigen naam en heb die munt nog tientallen jaren gehad, totdat de letters eraf waren gesleten. Je keek je ogen uit maar ook hier kwam weer een eind aan en kon de terugtocht worden aangevangen. Nu werden weer de potjes vet tevoorschijn gehaald en ook natuurlijk het tegen elkaar in schreeuwen dat de jongens of meisjes maar niks waren. Bij menig een viel toen al redelijk snel het stem geluid weg.

Toen we in Lemmer onder de banken van de bus moesten kruipen en stil zijn, koste dat stil zijn niet al teveel moeite. Dan ineens juichend naar buiten, waar de ouders gespeelde verbazing speelden dat we toch in de bus zaten, zij hadden dit tafereel meestal al vaker meegemaakt. En dan je ouders met hese of overslaande stem proberen te vertellen wat je allemaal wel niet had beleefd. Wat een feest. En ’s avonds geen gezeur over naar bed gaan en nog wat eten. Honger had je niet meer en de ogen vielen je vanzelf dicht, zo moe was je.

In de gemeenteraad wordt besloten de straten in het nieuwe plan Lemstervaart te noemen naar 18e eeuwse schepen. Het eerste elftal van Lemmer wordt in navolging van hun buren, ook kampioen en wel van de 4e klasse KNVB.

Grafsteen Janke Schotanus-Kramer.

Op 23 mei is het een treurige dag voor de familie, mijn Beppe Janke Schotanus overlijdt. Na het eten een tukje gaan doen en niet meer wakker worden. Zij werd 73 jaar. De hele familie komt bijeen in het kleine huisje aan de Pietersbuurt. Al snel worden wij jonge hokkelingen als we zijn, naar buiten gestuurd om ruimte en rust te creëren.

En ja wat heb je op die leeftijd voor besef van leven en dood, dus liepen wij buiten al snel te rennen en te vliegen rondom het huis, klieren en lachen, we hadden elkaar tenslotte ook al een tijdje niet meer gezien. We worden dan ook al snel “vriendelijk” verzocht maar even de Lemmer in te gaan om te voorkomen dat het wat uit de hand gaat lopen. Kan me eigenlijk niet eens meer herinneren of wij nu wel of niet naar de begrafenis zelf zijn geweest, op het oude kerkhof aan de Straatweg. En zo gaat dat dan in het leven, leven en dood blijven elkaar opvolgen, want een week later op 31 mei wordt mijn tweede oomzegger André, zoon van mijn broer Wieger en zijn vrouw Volie in Joure geboren.

Geboortekaart André Visser.

Op school hadden we weer de jaarlijkse sportdag en ook dit jaar slaagde ik erin om het hoogste diploma te behalen.

Het einde van dit schooljaar nadert alweer met rasse schreden en er wordt in de gemeente Lemsterland een nieuwe burgemeester benoemd, dhr. F. Faber, voormalig gemeente secretaris in de gemeente Barradeel, de installatie vond plaats op 16 juni.

Burgemeester F. Faber.

Het dorpje Bantega krijgt een eigen voetbalveld en wel direct vooraan gelegen voordat je uit de richting Echten het dorp in rijdt. Ik zou hier nog diverse wedstrijden spelen, tegen de grote boeren zonen van Bangma en Schaap. Voor de wedstrijd, zeker in de begin jaren, de schapen van het veld jagen, zelfs éénmaal een stier, voetballen tussen de schapenstront en in het midden van het veld een kleine verlaging, wat nog als greppel diende of greppel was geweest. Mooie herinneringen.

In Lemmer zelf werd het Nuts gebouw opgeknapt, waar mijn oom M. van Gelderen, de beheerder van was. Het Nuts gebouw deed in die tijd een beetje dienst als dorpshuis, waar dus naast het bezoek aan het café voorin, in de grote zaal en op het podium, uitvoeringen voor de gymnastiek werden gehouden, avonden voor de Fryske Krite, ook de wedstrijden voor het voordragen van Friese gedichten, dansavonden en filmvoorstellingen.

Men blijft aan het opknappen, want ook bij Heeres recreatie op Tacozijl is men druk bezig. Er worden nieuwe steigers in het stroomkanaal aangelegd om nog meer water toeristen naar Lemmer te lokken. Tevens wil Heeres in de toekomst bij zijn drijvend paviljoen, nu meestal gebruikt door de sportvisserij, een camping aanleggen om deze groep van toerisme nog meer mogelijkheden te bieden langer in Lemmer te blijven hangen. Tevens kan hij misschien profiteren van de nieuwe weg die wordt aangelegd tussen Lemmer en Sondel, het grondwerk is al verricht, maar de afwerking en de benodigde nieuwe brug over het stroomkanaal zijn nog niet klaar. Het is begin juni prachtig weer en het Lemster strand beleeft een record drukte.

Rapport klas 5.

Het schooljaar is redelijk rimpelloos verlopen en ook dit keer ga ik met uitstekende cijfers over naar een hogere klas en wel klas 6. De vakantie kan beginnen wat mij betreft.

Buiten school hadden we het nog steeds druk, buiten alle andere bezigheden om, met ons leger. We hadden en dat hadden we van mijn oudere broer Sake en zijn vrienden, zoals Evert Bron en Henk Bergh, afgekeken later ook holen of hutten onder de grond gemaakt. Terwijl zij hun hut helemaal van hout hadden opgebouwd en er later grond omheen en overheen hadden aangebracht, zodat het net leek of er een heuvel lag. Waarin echter wel een hut was verstopt met 3 kamers, waarin zelfs een keukentje.

Het “leger” vlnr: Jan Koehoorn, Jacob Dam?, ??, ik zelf, René Bergh, Bauke Roelevink, Hendrik Jan van der Wal en Jouke Brouwer.

Dat was dus nog voordat er veen grond op werd gebracht vanuit de aanleg van de Rondweg. Hun hut stond ook dichter naar de Trambaan toe, waar later zo ongeveer het gasstationnetje werd gebouwd. Het stuk grond waar later bejaarden woningen kwamen te staan tussen de Urkerstraat en de Rondweg.

Toen wij daar begonnen was er inmiddels die grond op gebracht, veengrond, waarin wij vrij konden graven. En met hout dat overal weg werd gestolen, en stenen die moesten worden gebruikt voor de bestrating van dat deel van de Urkerstraat of de te bouwen bejaarden woningen, bouwden wij hutten onder de grond en loopgraven of tunnels tussen de verschillende vertrekken.

Natuurlijk was er een ondergrondse hoofdbunker en ook een ondergrondse gevangenis, waar we ook wel eigen mensen, Jouke Brouwer o.a. in opsloten, omdat hij een gevangene had laten ontsnappen. Het moet geen pretje zijn geweest om daar in je eentje in het donker te hebben moeten zitten. Er moet daar nog voor een kapitaal aan stenen onder de grond liggen. Bij regenval werd het echt een zooitje en liepen de loopgraven behoorlijk vol water in die veen grond. Net als je wel eens ziet in die oude oorlogsfilms van de eerste wereld oorlog in de Belgische Ardennen waar de Duitsers en de Fransen/Belgen hun loopgraven oorlog uit voerden en dan in de regen.

Uitkijkpost bij bunkers met Jan Koehoorn, ikzelf en ??.

Ook gingen we wel stiekem naar het eiland, het gebied van wegenbouw bedrijf vd Wal. Dat liep een keer verkeerd af. Wij huisden er dan in een leeg staande schaftkeet, die ons hoofdkwartier was. Doch op een morgen werden wij daar verrast door een vijand die wat ouder en sterker was dan ons. Wij werden dan ook gevangen genomen en opgesloten in een andere schaftkeet, blijkbaar hun hoofdkwartier. Na een tijdje werden wij verplicht wat handelingen zelf te verrichtten waarvoor wij amper oud genoeg waren, waarbij zij gingen zitten toekijken.

Laat ik de verdere namen in dit verhaal maar weglaten, dat is na zoveel jaar wel zo netjes. Zij waren meen ik met 4 man en wij slechts met drie. Het was een verschrikkelijke ervaring, waar we het eigenlijk nooit meer over hadden, en ook thuis heb ik er in ieder geval nooit wat over verteld. Ook kwamen we nadien op sterk aandringen van onze vijand nooit meer op het eiland, dat was hun gebied. En daar hielden we ons dan ook zeker aan! Wat een jeugd! Geen nagel om je kont te krabben en elke dag voor je eigen vertier zorgen. Zou het voor geen goud hebben willen missen.

De Wielerronde van Lemmer, wordt voor de tweede maal gewonnen door Tiemen Groen, na een “lange eindsprint” met Piet de Wit. Zo wordt het dan alweer Lemster week, met kermis en skûtsjesilen. De spanning zit er dit jaar behoorlijk in en eindelijk heeft lemmer naast goed zeilen natuurlijk, ook eens het geluk aan haar zijde en wordt op het Sneekermeer in een zinderende finale kampioen van de SKS. Hiermee zorgen Rintje Ritsma en zijn bemanning voor een onvergetelijke afsluiting van de Lemster week natuurlijk. Iedereen lijkt in een roes en er zullen ongetwijfeld vele biertjes zijn gedronken op de overwinning.

Lemster Skûtsje kampioen.

Dat wordt natuurlijk bij de huldiging nog eens dunnetjes over gedaan, ja Lemsters houden wel van een feestje.

Op sport gebied gebeurd er ook op wereld niveau iets nieuws, de opkomst van een nieuwe bokser uit Amerika wordt wereldwijd gevolgd, Cassius Clay, later Mohammed Ali, zorgt ervoor dat er een boks manie ontstaat, waarvoor je zelfs ’s nacht uit je bed kwam om zijn wedstrijden op de televisie te kunnen volgen, nacht uitzendingen, dat was wat! Zijn grote mond en bluffende stijl van boksen, waarbij hij soms tijden lang met de armen langs zijn lijf hangend om de tegenstander heen bleef dansen, was ongekend voor een zwaar gewicht bokser en hij bleef winnen he.

Er was ook een ander die maar bleef winnen, maar dan dichter bij huis. Tiemen Groen won 2 maal goud en éénmaal brons bij de wereld kampioenschappen. Ja, sport was in Lemmer even very hot. Net als de recreatie drukte die niet alleen Lemmer maar heel Friesland trof, men profiteerde nog even volop van het mooie weer, je weet immers maar nooit, het kan zo maar het laatste mooie weekend van het jaar zijn.

Zaterdag middag waren er vaak tafeltennis wedstrijden in de gymzaal aan de Zuiderzeestraat, waar wij, mijn buurjongen Jan Koehoorn en ik, als het zo uitkwam wel eens gingen kijken. Ditmaal was het mooi weer en de deuren aan de zijkant stonden dan ook open zodat het volgen nog makkelijker was. Zelf hadden we al een ijsje gehaald bij “Jantje Jaalsma” in de Flevostraat die daar een soort van winkeltje bestierde dat je met recht de voorloper van een supermarkt kon noemen.

Behalve snoep en ijs waren er meen ik ook wasmiddelen e.d. te koop. Het was maar een klein winkeltje, waar als je binnen kwam je eigenlijk ook gelijk voor de toonbank stond. Deze was voor een groot deel uit glas zodat je aan kon wijzen welke snoepjes of andere snoepwaren je wilde hebben. Achter je was dan nog een plank met uitgestalde waren, waar onze interesse minder naar uit ging. Als je volgens mij drie ferme stappen had gedaan, stond je al in het halletje dat leidde naar het woonvertrek en de opslag.

In deze tijd was er een leuke actie van de ijsco fabrikant Postma uit Sint Nicolaasga, als er namelijk Postma op het ijscostokje stond kon je dat inleveren tegen een gratis ijsco. Dus zaten wij nadat wij geen bonus op onze eigen stokjes hadden gevonden, stiekem toch te hopen op de ijscostokjes die de tafeltennissers naar buiten gooiden. En ja hoor het wilde inderdaad het geval dat op één van de weggeworpen stokjes Postma stond. Zo was ons wachtten niet vergeefs geweest. Al moesten we dit natuurlijk wel met z’n tweeën delen.

Mijn broer Jelle was naast dat hij aan voetbal en kaatsen deed ook lid van het tafeltennis en zo hadden wij natuurlijk ook batjes in huis. Op dagen dat het slecht weer was of er geen vriendjes waren om mee te spelen, moest je jezelf bezighouden en daar had ik meestal weinig problemen mee. In onze gang in de Urkerstraat speelde ik dan met een batje en een balletje hele wedstrijden.

De gang was ongeveer vier meter lang en nog geen anderhalve meter breed. Direct naast de voordeur zat de wc en daarnaast de trap omhoog. Waarvan ik op latere leeftijd precies wist welke treden kraakten en welke niet. Na vier of vijf treden zat er een bocht in omhoog. Het geheel was afgewerkt met een leuning en spijlen. Onder de trap was een in mijn ogen toen, enorme ruimte die op oog hoogte een met planken gemaakte ruimte bevatte waar de wereld aan eten in blik en potten en dozen stond opgestapeld. Wij zouden niet snel honger lijden.

Mijn vader en moeder die de oorlog en de daarbij behorende schaarste met eten hadden meegemaakt waren er op voorbereid als er weer zoiets als een oorlog of andere ramp zou gebeuren. Onder de plank werden de huishoudelijke apparaten zoals stofzuiger en dergelijke bewaard. Verder was er nog een ruimte getimmerd waarin de aardappelen werden opgeslagen, die naar ik meen door de familie Vader uit de polder werden gebracht.

Ze werden van uit de zakken overgedaan in kistjes en voorzien van een behoorlijke laag poeder tegen het uitspruiten. Tevens zat onder de trap de meter voor elektrisch en aardgas. In het begin moest er geld of muntjes in de meter worden gedaan om te zorgen dat je met douchen warm water had. Dit alles werd aan het zicht ontrokken door een rood gordijn.

Aan de kamer kant zat dan na zo’n, drie meter de deur naar de kamer. Dat was dus mijn gehele speelveld als ik mijn “tennis”wedstrijden hield. Mijn “doel” wat ik moest verdedigen liep van de voordeur tot aan de deur naar de kamer. Als het balletje daar dus tegen de muur kwam, had ik een doelpunt tegen. Zelf kon ik doelpunten maken, door het balletje zo de trap op te spelen, dat het bleef liggen op de trap. Nu dat viel nog niet mee.

Op deze wijze speelde ik hele wedstrijden en was ik behoorlijk fanatiek bezig en verloor de werkelijkheid wel eens uit het oog. Zo erg zelfs dat ik bij een poging een doelpunt te voorkomen en het balletje uit de verste hoek te tikken, het batje in de richting van het balletje wierp, doch helaas het balletje ging onder het batje door dat zelf met een behoorlijk gangetje tegen de ruit in de voordeur vloog en er zo voor zorgde dat er een gat en een scheur in het raam zat.

De schrik zat er natuurlijk direct goed in. Hoe dit nu te verklaren? Ik kwam op het lumineuze idee om te zeggen dat er waarschijnlijk een steentje tegen de ruit was gevlogen dat onder de banden van een passerende auto weg was gesprongen. Voor de zekerheid zocht ik een steentje dat redelijk overeen kwam met het gat in het raam en legde dat op de stoep voor de deur.

Doch mijn broer Sake las destijds blijkbaar al detectives en speelde voor Sherlock Homes door te constateren dat het glas van het raam aan de buitenkant lag en het voorwerp wat de schade had aangebracht dus van binnen uit had moeten komen. Ja, dan zit er verder niets anders meer op dan maar bekennen. Nu werd er gelukkig bij ons niet al te moeilijk over dit soort zaken gedaan en misschien hebben ze er wel stiekem met z’n allen om zitten lachen, ik mocht zij het wat voorzichtiger toch mijn spelletje in de gang blijven spelen.

De vakantie loopt al weer op z’n eind en het schooljaar neemt alweer z’n aanvang, hoogste klas bij het hoofd van de school dhr. Tj. Hoekstra in de klas. Met een deel de vaste ploeg waar ik al vanaf de kleuterschool mee optrek, maar ook met nieuwe vrienden. Bert Meester en Jan Coehoorn waar ik nu toch ook regelmatig wat mee op ga trekken.

Uit Zuid Friesland van 25 augustus.

Natuurlijk gebeuren er ook minder leuke dingen en op 25 augustus komen 2 Lemsters, werkzaam bij aannemersbedrijf Frankema om het leven bij een verkeersongeval op de weg tussen Sondel en Oud Tacozijl. Jan de Haan en zijn oom Tjibbe de Haan.

Op school moeten we een werkstuk maken over de derde dinsdag in september, we kregen een groot stuk papier en moesten daarop schrijven hoeveel leden de 1e en 2e kamer hadden en wat de bedoeling van Prinsjesdag was. Dat maakte indruk. Bij ons thuis werd er zelden over politiek gesproken.

Mijn vader kwam uit een rood nest, en was er dus weinig goeds wat er uit Den Haag kwam, mijn moeder was van Christelijke huize en temperde deze zaken dusdanig dat het nooit een onderwerp binnen het gezin kon worden. Op Prinsjesdag zelf zorgden de Provo’s er met rookbommen voor dat het een gedenkwaardige dag werd. Hoewel er in Lemmer ongetwijfeld ook jongeren hebben rondgelopen met sympathie voor de Provo’s heb ik er in ieder geval weinig van meegekregen.

Er wordt subsidie aangevraagd door de gemeente bij het Rijk om het strand definitief richting Stoomgemaal te kunnen verplaatsen, dit mede door de aanleg van een bijna 300 meter lange strekdam. Er waren tot nu toe slechts een drietal houten “duikplanken” die vanaf de basaltblokken een stukje het IJsselmeer inliepen.

Bij ruig weer liep het water er ruimschoots overheen zodat ze spekglad werden, ik ben er zelf een keer behoorlijk verkeerd afgegleden en heb daar nog tijden last van gehad. De planken waren achter een (vanuit de Lemmer bezien) ijzeren hek wat over de oude zeedijk liep, ergens ter hoogte van de ingang naar de camping.
Tevens gaat het gerucht dat circus Boltini naar Lemmer gaat komen.

Geboortekaart Andries Frans Visser.

Op 29 september wordt er een derde kleinkind en dus ook oomzegger geboren. Andries Frans is de zoon van mijn oudste broer Frans en zijn vrouw Tiny, die alweer een tijdje in Harlingen wonen en daar dichtbij het werk van Frans zitten, de Noordzee visserij bij de gebroeders Toering.

Uit Zuid Friesland van 14 oktober met in ieder geval Bauke Roelevink, Jan Koehoorn, Jouke Brouwer en ikzelf.

Er zal een nieuwe raiffeisen bank aan de Vissersburen worden gebouwd en op de schutting die het bouwterrein afschermt, mag de Lemster schooljeugd taferelen van Lemmer gaan schilderen. Natuurlijk staat de Zeebuurt weer vooraan!

En dan is het eindelijk zover, circus Boltini komt in Lemmer. Nu heb ik mijn hoofd dat de tent stond, op een stuk weiland dat nog lag tussen het in aanbouw zijnde bejaarden centrum en woningen staande aan de Vissersburen, je kon er komen door de steeg tussen Nutsgebouw en hotel Boersma door, bij de bakkerij langs.

Het stonk er naar platgetrapt gras en stront van wilde dieren, de eerste geur kon je wel plaatsen maar de tweede zeker niet, ondanks ons recent bezoek aan Artis. Het was volgens mij al donker en met toch wel behoorlijk wat spanning in je lijf liep je de grote verlichtte tent binnen, wat er allemaal te zien is geweest is ondanks dat het behoorlijk indruk gemaakt zal hebben, niet blijven hangen.

Ontwerp nieuw Dorpshuis.

Men is druk doende een nieuw dorpshuis te stichten, het Nuts gebouw voldoet eigenlijk al jaren niet meer aan de moderne wensen en eisen. Dit zou dan moeten komen op de plaats waar nu nog het oude LTS gebouw aan de Kortestreek staat. Dit is echter nog niet afgebroken omdat er nog enkele schipperklassen in les krijgen, terwijl zij wachten op een opknap beurt van enkele lokalen van de RK St. Jozefschool, waar men in zal trekken.

Bij het spelen achter de school, schoot Manfred Fingscheidt een steentje weg dat precies door een wc glasraam ging. Jammer dan. Maar wel lachen natuurlijk. Wie mocht er achter school en wie niet. Achter school was eigenlijk voor behouden aan de hoogste klas. Hadden hier nogal wat moeite mee want in de vijfde klas zaten nog al wat grote knapen, o.a. de gebroeders Feenstra, Tjibbe en Inne en die hield je niet zo maar tegen.

Het is echter nooit uit de hand gelopen. Ook zij hadden wel door dat je traditie niet met geweld moest laten verdwijnen, want dan had je immers elk jaar gevechten om de macht. Zo nu en dan lieten ze ons natuurlijk wel even fijntjes merken dat we gedoogd werden, maar ala. Achter school stond vlak bij de zandbak een grote kastanje boom trots te wezen.

De moderne tijd gaat ook in Lemmer natuurlijk door en er zijn inmiddels zoveel gezinnen in Lemmer die een telefoon hebben of willen dat de PTT moet beslissen dat er voor het abonneenummer een 1 moet komen om genoeg nieuwe nummers te kunnen uitgeven. Het nummer bestaat nu uit vier cijfers. Wij hadden toen nog geen telefoon, want het nummer wat ik mij herinner was 2039. Een groot zwart bakelieten geval wat bij ons in de gang kwam te hangen en waar ik zonder stoel in eerste instantie nooit goed bij kon.

Er blijft gebouwd worden in Lemmer, ook de nieuwe Amro bank bereikt haar hoogste punt en wel aan de Schulpen naast de Wildeman.

Aanbouw Chr. Mulo.

In de Zeebuurt komt aan de Christelijke Mulo een geheel nieuwe vleugel om de aanwas van leerlingen te kunnen opvangen, op de benedenverdieping enkele lokalen en daarboven op een prachtige aula die grotendeels kan worden gebruikt voor het overblijven van de leerlingen uit de buitendorpen. Ook het bejaarden centrum vordert gestaag en er is dus volop werk voor de bouwvakkers in Lemmer.

Elk jaar hield de buurt vereniging de Zeebuurt een avond voor de jeugd. Zo ook nu weer en dit werd natuurlijk gehouden in het Nutsgebouw. Voor de jeugd van 11 t/m 15 jaar. Voor iemand die nog 12 moest worden een hele happening natuurlijk. Volgens mij was er ook zo iets als een quiz, voor de ouderen het raden van muziek en voor de jongeren in teams, plaatsen en jaartallen van dingen in de Lemmer. Kan ook jaren later geweest zijn. Onze groep moest raden wanneer de Riensluis was gebouwd, we bleven er steeds een jaar naast zitten.

Bauke Roelevink en ik met model spoorbaan.

Het begin van deze maand was vrij nat, met in Lemmer op één dag wel 30 mm neerslag. Aangezien 2 van mijn 4 broers inmiddels uit huis waren vertrokken, was er op de grote slaapkamer, wat extra ruimte gekomen waar ik mijn model spoortrein uit kon leggen. Samen met Bauke Roelevink hebben we ons daar menig uurtje vermaakt.

Je had twee bekende merken spoortreinen, Marklin en Fleischmann, ik had de Fleischmann. Twee locomotieven, waarvan één zo’n werkpaard, diverse wagonnen, waarvan één met een hijskraan er bovenop. Enkele huisjes en een stationnetje erbij, niet veel maar toch. Heb helaas nooit een vaste plaats gehad om het te laten liggen en uitbreiden, wat toch wel jammer was.

In deze tijd was Cuiper mijn tandarts, die eerst aan de Straatweg zat, tegenover de ingang van het oude kerkhof, daarna verhuisde hij naar ’t Hop en daar moest je dus 1 of 2 keer in het jaar heen voor controle. Je maakte nog niet net als later het geval was, een afspraak, nee je ging daar naar toe, natuurlijk zoveel mogelijk in schooltijd, en klom dan dat trapje op en dan keek je al wat nieuwsgierig door het raam hoeveel mensen er in het kleine wachtkamertje zaten.

Dan ging je zelf naar binnen en trof of andere schoolkinderen of als je pech had alleen maar ouderen. Vaak probeerde je wel met andere kinderen af te spreken op de zelfde dag en tijd te gaan natuurlijk. Had je wat steun aan elkaar. En daar zat je dan, elkaar bang aan te kijken, vooral als je door de muren heen de boor hoorde jammeren, aangevuld met eventueel gesmoorde kreten van het slachtoffer.

Soms zag je op zulke momenten iemand schielijk verdwijnen. Als ik het voor elkaar kon krijgen liet ik zoveel mogelijk mensen voor gaan om maar zo lang mogelijk de controle uit te stellen net als naar school gaan natuurlijk. Waarom of dat was weet ik niet meer, misschien wel omdat niet iedereen naar de tandarts ging, maar we hadden ook nog de schooltandarts.

Eenmaal heb ik daar binnen gezeten in de bus die dan voor de school aan de Parkstraat kant geparkeerd stond, toen een klasgenoot van mij, een jongen uit Eesterga, hij zat nog maar net bij ons op school, ook aan de beurt was. Het zag er niet best uit en dat had hij zelf ook al ruim van te voren ingeschat, want hij had zich thuis alvast verdoofd met wat vloeibare dranken uit de drank voorraad kast van zijn ouders. De schooltandarts vond hem al zo verdoofd dat de controle beurt niet door ging. Zo kon je er dus ook onderuit komen.

Eerste bewoners Lemstervaart.

In het Lemstervaart worden eind deze november maand de eerste bewoners van de nieuwe huizen verwelkomd. Hierdoor zal er in Lemmer een soort volksverhuizing op gang komen, velen zullen uit de oude te saneren buurten naar deze nieuwe wijk trekken en ook het onderwijs personeel in Lemmer ziet het wel zitten en verhuizen ook naar het Lemstervaart.

In het centrum stopt A. Noppert met zijn gebruiksartikelen winkel en verhuisd naar de gedempte Gracht om daar een winkel voor kinderwagens voort te zetten. Een begrip verdwijnt uit het winkel bestand van Lemmer.

Sinterklaas is al weer in aantocht en dus nadert ook mijn twaalfde verjaardag. Vaak waren we met een hele ploeg aan het voetballen op het pleintje achter de gymzaal bij de Openbare Mulo. Meestal kegelvoetbal. Je was daar door de plantengroei mooi beschut. Er stond bij de school een fietsenhok, waar menigeen op is geklommen, maar ook een arm of been heeft gebroken bij een verkeerde afsprong of te snel en onzuiver uitgevoerde vlucht voor omwonenden of politie.

Meestal hadden we straatstenen, die we gebruikten als kegels. Het moet ook rond deze tijd zijn geweest dat ik Hielke Roelevink vertelde dat Sinterklaas niet bestond en hij huilend en kwaad naar huis rende om achter de waarheid te komen. Tot zijn schrik werd daar mijn verhaal nog bevestigd ook. Volgens Hielke denkt hij op 5 december hier nog vaak aan.

Ook kon je via het luik, dat vroeger werd gebruikt om de kolen binnen te halen voor de kachels, door een kapot slot naar binnen in de kelder van de gymzaal en zo naar de kleedkamers, was wel makkelijk voor het schuilen. Later werden op ons pleintje twee noodlokalen geplaatst.

Op de avond voor mijn twaalfde verjaardag vond er een later legendarisch geworden voetbalwedstrijd plaats, tussen Ajax en Liverpool. De wedstrijd die in Amsterdam in de dichte mist werd gespeeld en die ik op mijn buik liggend voor de radio volgde. Het werd 5-1 en ik heb er evenveel van gezien als de mensen die wel in het stadion zaten, maar wel iets wat je nooit meer vergeet natuurlijk.

Ja, en dan ben je zomaar in eens twaalf jaar. Op de één of andere manier toch ook wel weer een beetje een magisch getal, waarop je meestal van de lagere school naar de grote school gaat. Een ingrijpende gebeurtenis in menig jeugdig leven. Van het vrijwel zonder huiswerk naar school gaan en de hele dag dezelfde leraar, naar huiswerk en les van verschillende leerkrachten. Maar aan die verandering had ik nog een half jaar de tijd om aan te wennen. Wel al werden er gesprekken gevoerd met je ouders naar welk vervolg onderwijs je zou moeten gaan.

Ook deze maand regent het weer eens enorm veel en strijd het bedrijfsleven in de Lemmer, voor het behoud van de spoorlijn Heerenveen-Lemmer. Doch door veranderende verkeersstromen en de aanleg van diverse nieuwe snelwegen, wordt het erg moeilijk. Bij Lemmer hoefde je alleen maar naar de kruising met de rondweg te kijken. Na een tijdje was het al nodig om er stoplichten te plaatsen om de veiligheid wat groter te maken.

Het jaar loopt nu op z’n eind en er wordt gesproken en geschreven over een compleet bungalow park aan de Plattedijk, tussen gemeentelijke camping en het stroomkanaal. Wordt die kans redelijk geacht, de gemeente wil onder geen beding bungalows tussen de Urkerstraat en de Rondweg, de plaats waar zich nu nog onze “bunkers” bevinden.

Maar gebouwd zal er zeker wel worden. Kerst nadert en van de zondagschool ben ik uitgekozen om met het kerstfeest in de kerk solo te zingen met “de herdertjes lagen bij nachte” Dat was wat, een volle kerk, ik verkleed als herder in een oude jutezak, gelukkig was het redelijk donker en zag ik weinig van de mensen. Ik weet nog dat ik de volgende dag bij meester Hoekstra een welgemeend of juist grappig bedoelde opmerking kreeg over het niet af hebben van wat huiswerk, dit natuurlijk omdat ik veel had moeten oefenen.

Zo wordt het oud en nieuw en is er tijd voor enkele beslommeringen, er is in Nederland de start van een nieuw fenomeen, De Veronica Drive In Show, diskjockeys van radio Veronica die het land in trokken om plaatjes te draaien, zoals, Sloop John B van de Beach Boys, Michelle van de Beatles,That day van toen nog Golden Earrings, Paint it Black van de Rolling Stones en Lying all the time van de Outsiders. Ja de roerige jaren zestig zijn al weer voor de helft om.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.