Christelijk onderwijs |8|

1940 -1945 een schooljongen in oorlogstijd.

Hillebrand Lemstra.

Geboren in december 1933 mocht ik op 1 april 1940 naar de "grote" school. Ruim een maand later moest dat gebeuren 'onder oorlogsomstandigheden". Spannend ? Voor zover ik mij kan herinneren ging het schoolgaan gewoon door. Het door Lemmer trekkende Duitse leger had toen ons schoolgebouw nog niet nodig . . . nee toen nog niet!

Trouwens de Rooms Katholieke school hebben ze veel langer in gebruik gehad en aangezien die school grensde aan ons schoolplein, hoor ik nog de marcherende soldaten zingen : „Heide-Marie" en zie nog die grote Duitse legerauto"s op het schoolplein staan. Blauw-grijs waren ze. Hoewel het oorlogsleed niet aan onze klas is voorbijgegaan, integendeel!, werd de oorlog pas merkbaar op school in de tweede en vooral derde klas. We kregen toen oefeningen in bescherming tegen oorlogsgevaar. Op een teken van de juffrouw of de meester moesten we plat op de grond gaan liggen naast de banken, die toen nog in een keurige rij waren opgesteld, met een gangpad ertussen.

Deze oefeningen waren noodzakelijk in verband met de veelvuldig voorkomende luchtgevechten boven zuidwest-Friesland. Zolang het bij oefeningen bleef, hadden we de grootste pret maar toen op zekere dag Duitse jagers achter geallieerde bommenwerpers aanzaten, moesten die hun bomladingen kwijt en dat deden ze niet zo ver van de school af. Toen zat de schrik er voorgoed in en in sommige klassen brak paniek uit. Maar in de derde klas bij meester De Vries, lagen we als soldaten in de loopgraven, naast de bank want meester was tijdens de mobilisatie in het leger geweest! Een emmer met zand en een schop, die in de klas stonden, dienden ter bestrijding van brandgevaar.

Met het verstrijken van de bezettingsjaren werd de situatie steeds grimmiger. Diepe indruk heeft op mij gemaakt het uit de klas halen van een mede-leerling, wiens vader was omgekomen bij het beschieten van de Lemmerboot die bij een luchtgevecht in de vuurlinie was terechtgekomen. Later werd trouwens op alles geschoten wat enigszins op een voertuig leek. Ondertussen was het voedselpakket er niet beter op geworden en daarom werden we op school "bijgevoerd" met sinaasappelen, melk en vitamines in tabletvorm. Onze voorkeur ging uit naar de sinaasappelen, die we beslist op school moesten opeten, dus vonden we het leuk om ze mee naar huis te smokkelen.

Om dat te voorkomen, moesten we de schillen bij de meester inleveren. Geen bezwaar! Zonder die verpakking pasten ze nog beter in de "büse" en thuis had niemand 'ferlet' van schillen. Een ander oorlogverschijnsel waren de evacué's uit het westen des lands, die regelmatig bij ons in de klas neerstreken, wat de gezelligheid alleen maar verhoogde. Volgens onze verhalen zaten er ook 'onderduikers' tussen, maar dat kon je natuurlijk niet hard maken.

In de vijfde klas, het was toen 1944, werd het schoolgaan steeds onregelmatiger. Doordat andere schoolgebouwen waren gevorderd, werd er om beurten les gegeven, zodat we om de haverklap vrij hadden, hetgeen wij de keerzijde van de oorlog vonden. Ook het 'vorderen' van arbeidskrachten en het stagneren van de brandstofvoorziening waren niet bevorderlijk voor een normaal schoolleven. De klad kwam er helemaal in, toen we op een zondagmiddag bericht kregen, dat we onze schoolspulletjes uit het vak moesten halen, want terugtrekkende Duitse groepen hadden ook onze school 'eingespert'. De banken eruit stro, soldaten en vlooien erin!

In onze ogen niet eens zo'n gekke ruil. Naar school gaan kostte ons trouwens toch al te veel vrije tijd, want met een stel kameraden waren we de gehele dag druk bezig de Lemmer af te schuimen op zoek naar brandhout waardoor hele stukken walbeschoeiing de oorlog niet hebben overleefd; zelfs de afrasteringspaaltjes van de Wehrmacht, kwamen weer in het bezit van de rechtmatige eigenaars . . . omdat er thuis toch gestookt moest worden ! We verveelden ons geen minuut; liepen kilometers om melk, rogge of bebogeen te bemachtigen, hielpen evacué's met hun bagage door een pendeldienst te organiseren tussen de Lemmerboot en de bewaarschool, telden alle over-trekkende bommenwerpers, stonden naast de Duitse kanonnen, waarmee ze op de zeedijk aan het oefenen waren en doken bij een luchtgevecht achter de eerste de beste voordeur.

Naar schoolgaan leek iets uit een andere tijd en helemaal toen op dinsdag 17 april 1945 de Canadezen Lemmer binnen trokken. We waren er niet bij weg te slaan, vooral niet wanneer ze zaten te eten
Die Canadezen betekenden natuurlijk wel het einde van : een schooljongen in oorlogstijd "

Chr. lager onderwijs in Lemmer 1945.

Hillebrand Lemstra.

Links op de foto de Kortestreek en rechtsboven de Parkstraat met daarvoor de Christelijke school. De foto (genomen vanaf de toren van de Ned. Hervormde kerk) laat een mooi beeld zien van Lemmer in de twintiger jaren.

5 Mei 1945: de geschiedenis slaat een bladzijde om. De oorlog in Europa is voorbij; een nachtmerrie is ten einde. Vol vertrouwen begint men aan een betere toekomst: de wederopbouw van ons land. Wel moet er vanaf de grond (en nog lager) worden begonnen. En vooralsnog ontbreekt er iedere bouwsteen. De problemen zijn dan ook gigantisch. Heel het maatschappelijk leven is ontwricht en overal ondervindt men de onthutsende gevolgen van deze oorlog. Maar ook al zijn de pakken leeg, men gaat er niet bij neerzitten.....

Integendeel. Op dezelfde 5 mei komt het bestuur van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs te Lemmer, Eesterga en Follega in vergadering bijeen om de problemen onder ogen te zien, die de zojuist afgelopen oorlog ook voor het Christelijk onderwijs te Lemmer hebben doen ontstaan. Het bestuurslid Onderweegs, stelt voor om zo spoedig mogelijk een algemene ledenvergadering te houden, waarin de leden zich moeten uitspreken over het al of niet wijzigen van artikel 5 van de statuten.

Op de op woensdag 13 juni gehouden ledenvergadering zijn niet voldoende leden aanwezig om geldige besluiten te nemen en wordt op 22 juni een bijzondere algemene ledenvergadering belegd. Zestig leden zijn aanwezig, die zich nu moeten uitspreken over de volgende statutenwijziging: Aftredende bestuursleden zijn terstond herkiesbaar, in: Aftredende bestuursleden zijn niet terstond herkiesbaar. Het voorstel wordt met 45 stemmen tegen en 15 voor verworpen.

Op een volgende algemene ledenvergadering is aan de orde de benoeming van een nieuw bestuur, 'opdat uitgemaakt zou worden of het bestuur nog bezit het vertrouwen der leden', aldus de notulist. Dat vertrouwen heeft het bestuur nog steeds, want ze wordt met grote meerderheid van stemmen herkozen. Nieuw in het bestuur zijn de heren G. van der Laan en A. H. Visser.
Vanuit de ledenvergadering werd toen reeds gevraagd om een Christelijke bewaarschool te stichten. Het bestuur voelt daar op dat moment nog niets voor.

De eerstvolgende bestuursvergadering komt de zuiveringscommissie op bezoek, maar dat blijkt voor de lagere school geen konsekwenties te hebben: het onderwijzend personeel stond aan de 'goede' kant! Temidden van al deze 'na-oorlogse-problemen' worden in Lemmer bevrijdingsfeesten gevierd en men heeft geen bezwaar dat de leerlingen van de lagere school aan een gezamenlijke optocht meedoen.

Een voorval dat tekenend is voor die tijd: een onderwijzer van de Koningin Wilhelminaschool blijkt een week gespit te hebben in Smilde en dat zal op zijn salaris worden gekort....

Geen bus, geen tram, geen klompen.

Een ander probleem, dat dringend om een oplossing vraagt is het vervoer van schoolkinderen uit Follega en Eesterga. Er is geen bus te bezetten voor de dertig leerlingen van de Christelijke lagere school en acht van de openbare lagere school. De busondernemingen, Coehoorn, Bangma en Aukema en De Vries, zijn niet in staat een bus te laten rijden vanwege schaarste aan brandstof (Er wordt zelfs overwogen om een overkapping op een vrachtwagen te plaatsen . . .).

Hoe hoog de nood is blijkt uit het feit dat er een suggestie naar voren gebracht wordt om te trachten de Tramwegmaatschappij te bewegen een extra dienst in te lassen voor deze kinderen en wel om negen uur in de ochtend. Dat een dergelijk ingrijpen in de dienstregeling van een tramwegmaatschappij de bevoegdheid van een schoolbestuur te boven gaat had datzelfde schoolbestuur ook wel door, want een dergelijk verzoek is verder niet in overweging genomen. Wel is er op aandringen van de ouders uit Follega en Eesterga alles in het werk gesteld om een bus te laten rijden. Ook al omdat vanuit de Noed, pogingen in het werk worden gesteld om de kinderen uit Follega daar op school te krijgen.

Bovendien krijgen deze kinderen gebrek aan klompen, aldus lezen we in de notulen van november 1945 en dan is de nood toch wel op z'n hoogst, zodat er zelfs een verzoek komt van de ouders om een lagere school in Follega te stichten. Zover komt het niet, maar het is toch pas in de zomer van 1946 wanneer er een bus van de ZWH voor deze schoolkinderen gaat rijden. De gemeente Lemsterland vergoedt een deel van de kosten; het restant moet opgebracht worden door de Vereniging voor Christelijk onderwijs te Lemmer, het Volksonderwijs te Lemmer en de ouders uit Follega en Eesterga. Het exploitatietekort zal elk jaar weer de nodige discussies opleveren.

Op 31 augustus 1947 werd er ter gelegenheid van Koninginnedag een vrolijk schoolfeest gevierd.

Gebrek aan alles.

In de jaren vlak na de oorlog is er nog steeds een groot tekort aan praktisch alle elementaire behoeften. Ook voor onze school betekent dat: roeien met de riemen die men heeft maar ook die ontbreken soms nog. Zo is er een nijpend tekort aan brandstof, waardoor in de strenge winter van 1947 de lagere school enkele weken moet worden gesloten. Ook het onderhoud aan het schoolgebouw moet worden uitgesteld omdat de loodgieter (G. van der Gaast) geen stort meer heeft.

Zelfs het bezoeken van sollicitanten kan soms niet doorgaan, omdat alle vervoersmiddelen ontbreken; een enkele keer lukt het om een auto van Witteveen te huren. Het aanschaffen van nieuw lesmateriaal voor de scholen moet worden uitgesteld tot er betere tijden aanbreken. En wanneer die dan eindelijk zijn aangebroken, hebben sommige boekjes langer dan 25 jaar dienst gedaan.

Maar desondanks gaat het (school)leven door: in de week voor Kerst 1945, wordt er een ouderavond gehouden van de lagere school. F. de Vries zorgt voor een onderwerp, het onderwijzend personeel houdt voordrachten, het orgel van de voorzitter (A. H. Visser) begeleidt de zang en juffrouw Prins zorgt voor de konsumpties. Dat laatste is in 1945 het moeilijkst!

Uittocht leerkrachten.

Blijf zitten waar je zit is er na de oorlog niet meer bij. In een tijdsbestek van nog geen jaar vertrekken er vier leerkrachten van de Koningin Wilhelminaschool naar elders, te weten juffrouw Wassink, meester De Vries, meester Fokkema en meester Homans.
Daar komt nog bij dat het hoofd der school, de heer S. van der Kooy de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt en al op zijn lauweren rustte, ware het niet dat gezien de moeilijke tijd, zowel voor de school als voor de heer Van der Kooy dispensatie wordt verleend en het eervol ontslag nog even mag worden uitgesteld.

Maar voor de andere vier leerkrachten worden sollicitanten opgeroepen. Hoewel het nu niet direkt storm loopt, slaagt men er toch in de opengevallen plaatsen te vullen, hetzij door vaste of tijdelijke benoemingen. Het aantrekken van een vrouwelijke leerkracht geeft nog de meeste problemen, maar daar kon men niet omheen, anders komt het handwerkonderwijs in de knoei. Bovendien moet men ook nog rekening houden met de kerkelijke richting van de sollicitanten....

Langer dan een kwart eeuw!!

op 23 december 1947 verleent het bestuur eervol ontslag aan het hoofd van de Koningin Wilhelminaschool, de heer S. van der Kooy na een dienstverband van meer dan 25 Jaar! Reeds vanaf 1921 zwaaide hij de scepter over de Christelijke lagere school in Lemmer, hetgeen inhoudt dat hij nog aan de Langestreek voor de klas heeft gestaan en de nieuwbouw meemaakte aan de Flevostraat. Er zullen ongetwijfeld twee generaties leerlingen bij meester Van der Kooy in de klas hebben gezeten.

Met ingang van 1 januari 1948 wordt uit 25 sollicitanten benoemd de heer S. Lutgendorff. Door de heersende woningnood, kan zijn voorganger echter niet op tijd een woning in Leeuwarden krijgen en moet de benoeming van de heer Lutgendorff een maand worden uitgesteld. Het woningprobleem zou nog jarenlang bij de benoeming van leerkrachten een negatieve rol spelen. Enkele malen werd hierdoor een reeds aanvaarde benoeming afgezegd; soms ook bracht het betalen van kost- en reisgeld (door de vereniging) uitkomst.

Personeel van de Koningin Wilhelminaschool. Vlnr. Dijkstra, De Boer, juf Slump, Musche, Lutgendorf (hoofd van 1948-1951), Albada, juf Prins, Van Dijk, Dragt, juf Euverman, juf Frankema.

Personeelsvergadering.

Op voorstel van het nieuwe hoofd van de Koningin Wilhelminaschool worden er eens per maand personeelsvergaderingen gehouden, waarvan de eerste wordt belegd op 6 april 1948. In deze vergaderingen komen ondermeer de leermethoden aan de orde, ingeleid door een van de leerkrachten. Als opsteker wordt in de eerste de beste bijeenkomst meegedeeld, dat er een nieuwe taalmethode komt en wel die van Anne de Vries & Nauta, terwijl voor aardrijkskunde een keuze mag worden gemaakt uit het volgende drietal: Prop, Baarslag en Bakker-Rusch. Als winnaar komt Prop, uit de bus.

En alsof het niet op kan, komt de voorzitter met de mededeling dat er waarschijnlijk ook een nieuwe rekenmethode komt die door de vereniging zelf zal worden betaald. Naast onderwijstechnische zaken komen natuurlijk ook andere kwesties aan de orde, zoals de broodnodige wacht tijdens de "broodschool". Vrijstelling voor de onderwijzeressen, zoals wordt voorgesteld, daar ziet de 'andere' kant geen brood is, maar moeten het wel verliezen!

Christelijk Schippersonderwijs.

Het schoolbestuur krijgt op 9 oktober 1947 bezoek van de kommissie Christelijk Schippersonderwijs, vergezeld door de heer Bosma, scheepvaartagent te Lemmer, die het doel en de belangrijkheid van Christelijk onderwijs voor schipperskinderen uiteenzet en medewerking vraagt voor een eventueel starten van een schippersklas in Lemmer. Het bestuur zegt haar medewerking toe om aan de lagere school een klas voor schipperskinderen toe te voegen. Maart 1949 wordt hiervoor een leerkracht benoemd, de heer P. Heidema van Westergeest waardoor de Koningin Wilhelminaschool ook schippersonderwijs in haar portefeuille heeft.

Geboortegolf.

Begin vijftiger jaren wordt ook onze school overspoeld door de na-oorlogse geboortegolf Enkele cijfers: in april 1950 komen er 53 nieuwe leerlingen in de eerste klas; in 1952 worden 55 nieuwelingen ingeschreven en in 1953 zit men op het topje van de golf, want dan melden zich 68 leerlingen voor de eerste klas en 12 voor de hogere klassen.

De opkomst van de Noordoostpolder speelt hierbij natuurlijk ook een rol (kamp Lemmer en de Hopweg). Met de schippersklas erbij begint het aardig vol te worden aan de Flevostraat. Een tijdelijke oplossing is het huren van een lokaal van de R.K. school. Voor een tientje per week is men vooreerst uit de brand. Een aparte ingang naar het schoolplein moet er voor zorgen dat de kinderen van beide scholen elkaar niet voor de voeten lopen, want rivaliteit was er ook toen al.

Door de explosieve groei van het aantal leerlingen is inmiddels een achtste leerkracht aangetrokken en omdat regeren vooruitzien is, gaat een commissie uit het bestuur alvast eens naar de inspekteur voor het lager onderwijs om advies te vragen over eventueel uitbreiding van het aantal lokalen aan de Flevostraat. Een jaar later keurt de gemeente Lemsterland de bouwplannen goed. Er komen twee nieuwe lokalen : één voor de schippersklas en één voor de lagere school, te bouwen aan de Lennastraat-vleugel.

De heer R. van Dijk, van de gemeente, heeft de architectuur, omdat hij ook destijds de school heeft gebouwd en dus weet hoe de vork in de steel zit De aanbesteding wordt gehouden op 8 maart 1951, waarbij blijkt dat de hoogste inschrijver de lokalen wil bouwen voor f 35.690,- en de laagste voor f 29.845,-, terwijl de bouw begroot is op f 29.700,-. Fa. Gebr. Frankema is de laagste inschrijver en de bouwer. De begroting voor het schilderwerk komt uit op f 1.700,- en de laagste inschrijver, A. Nijholt op f 1.575,- en hij wordt dus de schilder. De nieuwe lokalen worden woensdag 31 oktober 1951 "s middags om 3.00 uur feestelijk ingebruik genomen.

Tijdens (niet door) de bouw vertrekt het hoofd van de lagere school en wordt opgevolgd door de heer M. Boiten uit Hasselt, terwijl het schoolbestuur een nieuwe voorzitter krijgt in de persoon van de heer G. van der Laan. Een nieuwe bovenmeester, een nieuwe voorzitter en een nieuwe loodgieter, want de heer G. van der Gaast vertrekt naar Canada. De trek naar het westen is begonnen. In een lokaal van de lagere school wordt 's avonds Engelse les gegeven aan emigranten!

De toekomst van Nederland verschuilt zich nog steeds achter een groot aantal schaarste-problemen. Zo moet de Kerstvakantie 1951 noodgedwongen worden verlengd, omdat er niet voldoende brandstof is.

De ouderavond op 12 december gaat wel door en trekt veel belangstelling door de Kerstcantate, uitgevoerd door de zangklas van de Koningin Wilhelminaschool. Het was meester Glastra, die in 1947 voor het eerst deze zangklas vormde uit leerlingen van de Christelijke lagere school te Lemmer.

23 Jaar voor de klas!

De wat smalende opmerking: „Ze is nooit verder gekomen dan de eerste klas" is natuurlijk absoluut niet op z'n plaats, wanneer we 't hebben over juffrouw Prins en de Koningin Wilhelminaschool. Dat is jarenlang één begrip geweest. Je was pas groot als je juffrouw Prins had gezien. Dan zat je in ieder geval op de grote school. Zonder haar kwam je niet verder in het leven! Voor velen was het dan ook een schok toen het bericht kwam, dat juffrouw Prins zou vertrekken. Na bijna 24 jaar voor de klas in Lemmer te hebben gestaan, wordt op 31 augustus 1952 tijdens een receptie afscheid van haar genomen en breekt voor de Koningin Wilhelminaschool het Prinsloze-tijdperk aan.

Maar al wisselen de leerkrachten, het (school)leven gaat door, ook in 1952. Er komt een half uur Fries voor de klassen 6-8 op het lesrooster; het betegelen van het schoolplein wordt aanbesteed ; een commissie school-tandverzorging wordt in het leven geroepen en men heeft het al weer over een eventuele uitbreiding van de lagere school, want de stroom nieuwe leerlingen is in de bestaande lokalen bijna niet meer te houden, waardoor begin 1953 de schippersklas moet uitwijken naar de ulo-school. De Koningin Wilhelminaschool kan ze niet meer herbergen!

Liever de lucht in....

Een aanvraag om uitbreiding met twee lokalen gaat in februari 1953 de deur uit en reeds in maart komt er bericht dat de gemeente Lemsterland over deze aanvraag gunstig heeft beschikt. Het schoolbestuur laat er geen gras over groeien en vindt binnen de kortste keren een architect voor de bouwplannen, namelijk de heer Mink van Enschede, oud-inwoner van Lemmer. De heer J. Bakker, van gemeentewerken krijgt het dagelijks toezicht.

De architect dient twee bouwplannen in: verlengen van de zijvleugel of een verdieping er boven op. Alle betrokken instanties geven de voorkeur aan bovenbouw en ook het schoolbestuur wil wel hogerop, niet in de laatste plaats om het bestaande schoolplein in takt te houden. De bouwkosten worden begroot op f 55.880,-.

Op 4 november 1954 kan de nieuwe bovenbouw in gebruik worden genomen. Het wordt een drukke dag: 10 uur komen de genodigden, 's middags 3 uur is er feest voor de leerlingen in het Nutsgebouw en 's avonds om half acht kan iedereen de nieuwe lokalen bezichtigen. De Koningin Wilhelminaschool is trots op haar bovenbouw. Wel jammer voor het torentje!

Er verandert echter nog meer in 1954, want aankomende leerlingen verwacht men voortaan niet meer op 1 april, maar op de eerste dag na de grote vakantie op school; late leerlingen behoren eensklaps tot de vroege !
Nog een nieuwtje: naast de schoolreisjes van de leerlingen, gaat ook het schoolbestuur met de hoofden van de scholen (en de dames) een dagje uit: het is april, dus wordt het Keukenhof.

Afscheid en welkom.

De drukte rond de opening van de nieuwbouw is nog maar amper achter de rug of er moet alweer een samenkomst worden belegd, waarin afscheid zal worden genomen van het hoofd van de lagere school, de heer Boiten, die naar Haren vertrekt. Het schoolbestuur prijst zich gelukkig, dat zij op diezelfde avond, 28 januari 1955, dhr. J. Boeienga van Workum, kan verwelkomen als het nieuwe hoofd van de Koningin Wilhelminaschool.

Ruim een jaar later, op 8 mei 1956, wordt afscheid genomen van de heer H. Dijkstra, die 18 jaar lang conciërge is geweest van de lagere school en soms onder zeer moeilijke omstandigheden de lokalen moest schoonhouden en verwarmen; in zijn tijd was alles op de bon ! De heer J. Hoekstra, wordt de nieuwe conciërge. Ook in het schoolbestuur heeft in 1956 een aflossing van de wacht plaats.

De heer O. Plantinga, vindt het na 28 jaar welletjes en stelt zich niet meer herkiesbaar. Vanaf 1946 is hij secretaris geweest van onze schoolvereniging. Een indrukwekkende staat van dienst, gestoeld op datgene waarmee zijn opvolger, de heer J. Kuipers, het jaarverslag over 1956 besluit: „Wij mogen Gode dankbaar zijn voor de vele zegeningen, die hij ons op het terrein van onze scholen nog telkens wil geven en wij hopen, dat Hij ons ook verder hierin wil zegenen en dat Hij ons sterken wil in het werk dat voor onze scholen moet worden gedaan".

Over 1956 valt verder nog te melden, dat er 63 leerlingen voor de eerste klas worden aangemeld; dat er in totaal 364 kinderen naar de Christelijke lagere school in Lemmer gaan en dat er twee naaimachines worden aangeschaft, terwijl melkvoeding op school door het bestuur wordt afgewezen.

Conciërge J. Hoekstra.

Het personeel van de Koningin Wilhelminaschool Vlnr. Landstra, Yntema, juf Bouw, juf Lyclema, juf Poppe, Grundstra, H. Dijkstra, J. Feenstra, Brondijk, Dragt, Boeienga (hoofd van 1955-1958), juf Sneep en zittend Van der Pol.

Uniek jubileum.

De Koningin Wilhelminaschool, beleeft in 1957 een uitzonderlijk jubileum: meester Dragt is in september veertig jaar als onderwijzer aan de school verbonden! Hoeveel leerlingen hebben bij deze meester in de klas gezeten ? Het aantal moet ver boven de duizend liggen ! En wie van deze leerlingen herinnert zich niet meer het psalmzingen in de klas van meester Dragt en de 'gedramatiseerde' verhalen uit de vaderlandse geschiedenis. Vaders en moeders, zonen en dochters zullen deze onderwijzer nooit meer vergeten. Bovendien doen zijn verhalen nog steeds de ronde. Wat dunkt u van : Grote Klaas en Kleine Klaas ? Zoals meester Dragt, dat kon vertellen!

Aanschouwelijk vertellen, daar was deze meester een meester in. Wat de oorzaak is geweest, dat dit jubileum pas op 20 februari 1958 is gevierd, vertelt ons de geschiedenis niet; wél dat het die feestavond erg gezellig was, met een zeer druk bezochte receptie.

Nog even terug naar 1957: er waren in dat jaar 357 leerlingen op de Koningin Wilhelminaschool, die door negen leerkrachten werden onderwezen. Blijkbaar waren vele ouders nog geen lid van de schoolvereniging, want het bestuur organiseert door middel van circulaires een grote ledenwerfactie. Het resultaat wordt niet vermeld. Blijkbaar valt het tegen!

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.