Krasnodebski: Henryk Krasnodebski

Begraven op de Algemene oude begraafplaats te Lemmer. Ereveld, Afdeling C, Regel 12, Grafnummer 1, vrijdag den 3e Juli 1942.

Henryk Krasnodebski.

1206 navigator F/O 300 Squadron RAF. Geboren, woensdag den 7e Januari 1903, te Warszawa, Polen.
Overleden, vrijdag den 3e Juli 1942, te nul uur, 30 minuten in het IJsselmeer tussen Urk en Lemmer.
Neergeschoten door Duits afweergeschut.
Het stoffenlijkoverschot is aangespoeld op vrijdag den 3e Juli 1942, aan de Westermeerdijk of Noordemeerdijk tussen Lemmer en Urk.
In den ouderdom van 39 jaren, 5 maanden en 27 dagen.

Aangetroffen tekst / Grafopschrift

POR.
H. KRASNODEBSKI
301 RQDN.
3 PD LULY 1942 AGE 39

POLISH FORCE

Verhaal:

Vertrek om 23:25 uur voor een operatie naar Bremen in Duitsland.
Waarschijnlijk is het vliegtuig aangevallen door nachtjagerpiloot Oberleutnant Rudolf Altendorf van de 2./NJG 3, die was opgestegen vanaf vliegveld Vechta in Duitsland. Vliegtuigen en bemanning geleend van 301 "Ziemia Pomorska" Squadron Royal Air Force

  • Pilot: 792432 Flt Sgt Teofil Jerzy Kubiak - +
  • Co-Pilot: 782344 Sgt Zdzisław Czapski - +
  • P-1206 Fg Off Henryk Krasnodebski -
  • Wireless Operator / Air Gunner: 793111 Sgt Longin Pokra + nt - +
  • Air Gunner: 783877 Sgt Stanisław Lugowski - +
  • Air Gunner: 794284 Sgt Marian Józef Lozinski - +

Bijgewerkt op 10-4-2021

Bronnen:

verliesregister.studiegroepluchtoorlog.nl
Nachtjagd Combat Archive The Early Years part three CWGC Polish War Memorial RAF Northolt

Beschrijving:

Op 2 juli 1942 is de Wellington Mk IV Z1204, met code BH-V, om 22.25 uur opgestegen van de RAF basis Hemswell bij Lincolnshire voor een bombardementsmissie naar de industriestad Bremen (Duitsland). De Z1204 is een toestel van het No. 300 Squadron RAF en was geleend door het No. 301 Squadron. Het vliegtuig is onderdeel van een formatie van 325 vliegtuigen, 175 Wellingtons, 53 Lancasters, 35 Halifaxes, 34 Stirlings en 28 Hampdens. Aan boord zijn 6 militairen van Polish Air Force, de 26-jarige piloot F/Sgt. Teofiel Jerzy Kubiak, de 22-jarige co-piloot Sgt. Zdzisław Czapski, de 39-jarige navigator F/O Henryk Krasnodębski, de 23-jarige boordschutter Sgt. Marian Józef Łoziński, de 27-jarige boordschutter Sgt. Stanisław Ługowski en de 27-jarige radiotelegrafist/boordschutter Sgt. Login Pokrant. Op de heenweg wordt de Wellington getroffen door Flak, Duits afweergeschut en stort op 3 juli om 0.30 uur in het IJsselmeer neer. Alle bemanningsleden komen bij de crash om het leven. De stoffelijke resten van Ługowski, Krasnodębski en Łoziński zijn diezelfde dag geborgen. Omdat ze aanspoelden op het dijkvak ten noorden van de Rotterdamse hoek werden ze door leden van de Luchtwacht Lemmer geborgen en in Lemmer op de Algemene Begraafplaats begraven. De drie andere bemanningsleden zijn vermist. Hun namen staan vermeld op “The Polish War Memorial" in Northolt (Groot Brittannië). Het kan zijn dat alle vermiste bemanningsleden in Amsterdam op de Nieuwe Oosterbegraafplaats zijn begraven. Drie lichamen spoelden op de dijk ten zuiden van de Rotterdamse hoek aan en werden geborgen en gekist door leden van de Luchtwacht op Urk. Sinds september 1941 stonden de Duitsers niet meer toe dat geallieerde vliegers op Urk werden begraven. Urk was toentertijd een Noord-Hollandse gemeente. De stoffelijke resten moesten naar het administratieve centrum overgebracht worden, in dit geval Amsterdam. Op 20 juli werd een niet geïdentificeerde Poolse vlieger op vliegkamp Schellingwoude aan land gebracht en op de Nieuwer Oosterbegraafplaats begraven in graf 85 A 15. Op 23 juli werden weer twee niet geïdentificeerde lichamen van Poolse vliegers op Schellingwoude aan wal gebracht. Omdat veld 85 vol was werden zij begraven op veld 69, rij E, graven 10 en 11. Maar het is ook mogelijk dat één of meer vermiste bemanningsleden in Lemmer begraven liggen. In de weken na het ongeluk zijn 4 niet geïdentificeerde stoffelijke overschotten geborgen die naast Ługowski, Krasnodębski en Łoziński begraven zijn.

Bron: zzairwar.nl  

Bij het droogvallen van Oostelijk Flevoland in 1957 kwamen bij de Kamperhoek twee motoren en restanten van een vliegtuig boven water. Op 25 april 1961 meldde de wachtmeester van de rijkspolitie eerste klasse, Johan Dijkstra een diefstal bij Ir. Arie Pieter Minderhoud, landdrost van het openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders (ZIJP). Vier jongeren hadden in de omgeving van Kamperhoek zo’n twee- tot driehonderd meter in Oostelijk Flevoland wapens en munitie gestolen uit vliegtuigwrakken. Naar eigen zeggen hadden ze ook nog twee maanden daarvoor een bom uitgegraven en in een sloot gelegd om te voorkomen dat iemand er overheen zou rijden. De bom was inmiddels verdwenen en de wachtmeester vond dat het zo niet verder kon: "ik zou u ernstig in overweging willen geven dat wanneer er vliegtuigwrakken gevonden worden – zowel in het belang van ieders veiligheid als om diefstal tegen te gaan – deze zo spoedig mogelijk te laten opruimen". Bron: Kronieken van het Nieuwe land.

Kort daarna werd het wrak ten zuidoosten van Urk in het Kamperhoekbos geborgen door de Bergingsdienst van de Koninklijke luchtmacht. De lichamen van de drie vermiste bemanningsleden werden niet in het wrak aangetroffen.

BRON:

flevolanderfgoed.nl

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.