Tjerkgaast

TJERKGAAST (d.i. Kerkheuvel), oudtijds Tzerkgeest, d., prov. Friesland, kw. Zevenwouden, griet. Doniawarstal, arr. en 3 u. Z. van Sneek, kant. en 1 1/2 u. N. ten W. van de Lemmer, op eenen zandigen heuvel, aan den rijweg naar Slooten; terwijl de rijweg van de Lemmer naar Sneek dit dorp op de hoogte van het Oude-Wollegaast kruist.

Men telt er in de kom van het d. 22 h. en 130 inw., en met de daartoe behoorende buurtjes Kleine-Gaast en Wollegaast, 35 h. en 220 inw., die meest in landbouw en veeteelt hun bestaan vinden. Rondom de kerk op de hoogte heeft men goed korenland, doch de overige landen zijn laag; men vindt er achttien kleine polders, binnen welk goed weiland is; doch de jaarlijks onderloopende buitenlanden zijn dor en moerassig.

De Herv., die er 200 in getal zijn, behooren tot de gem. Tjerkgaast-Doniaga-St.-Nicolaasga-Idskenhuizen-en-Legemeer. De kerk, welke op het midden van den heuvel staat, waarop het d. gebouwd is, was vóór de Reformatie aan den H. Augustus toegewijd. Die van Slooten stonden destijds voor een gedeelte onder de parochie van dit dorp, welke aan de Kanunniken van St. Pieter te Utrecht 12 postulaat gulden (24 guld.) moesten betalen. De kerk was toen een vrij groot en schoon gebouw, men eenen fraaijen toren, beiden van duifsteen opgetrokken. In het begin der zeventiende eeuw werden beide openlijk geveild, doch de kooper moest, volgens een gemaakt bestek, eene nieuwe steenen kerk in de plaats bouwen. Dit is een net en zindelijk gebouw, met een spits torentje, gebouwd in 1759. De windwijzer bevat de letter M., beteekenende, zoo men wil, het woord Makkum, dewijl de aannemer aldaar te huis behoord. Er is in deze kerk geen orgel.

De Doopsgez., die er 9 in getal zijn, behooren tot de gem. van Joure. - De R. K., van welke men er 13 aantreft, worden tot de stat. van St. Nicolaasga gerekend. - De dorpschool wordt gemiddeld door een getal van 35 leerlingen bezocht.

Vroeger had men hier Solkama-state, die reeds voor lang verdwenen is. - Onder dit dorp behooren mede de wateren Hoyte-Brekken, Brandemeer en een gedeelte van het Slootermeer.

De Generaal Coehoorn had een plan ontworpen, om den Slaperdijk, die in de hoogten van Hemelum ligt, voorbij Slooten, door dit dorp over St. Nicolaasga tot in Schoterland, te verlengen, om dus, bij eenen onverhoopten doorbraak der zuidelijke dijken, het verder doordringen des waters te beletten; doch dit is blijven steken, hoewel het buiten twijfel zeer heilzaam zou geweest zijn.

Ids van Tjerkgaast was een dier Heerschappen uit de Wouden, welke in den vermaarden slag van Slooten, tegen de Saksischen Overste Fox, gesneuveld zijn.

TJERKGAAST-DONIAGA-ST._NICOLAASGA-IDSKENHUIZEN-EN-LEGEMEER, kerk. gem., prov. Friesland, klass. van Heerenveen, ring van de Lemmer.

Men heeft in deze gem. drie kerken, te Tjerkgaast, St. Nicolaasga en Idskenhuizen, en telt er 700 zielen, onder welke ruim 200 Ledematen. De eerste, die in deze gem. het leeraarambt heeft waargenomen, is geweest Gerardus Cleyboker, die in het jaar 1603 hier stond, en welligt reeds in 1599, zoo niet vroeger, herwaarts kwam, en in het jaar 1607 naar Oosthem c. a. vertrok.

Bron: vanderaa.tresoar.nl

TJERKGAAST

De wier op Kleine Gaast 

Ten zuiden van de weg van Sloten door Kleine Gaast naar Tjerkgaast en ten oosten van de Slotervar geeft Schotanus in 1718 een wier aan. Deze lag op de sate die in 1640 door Tjerck Haejes werd gebruikt en eigendom was van de overste capitein Michiel Potter en zijn medeerfgenamen.

Reynalda

In Tjerkgaast vestigde zich aan het begin van de 16de eeuw Ede Aukes (Reynalda), een zoon van Aucke Sippes, die in 1505 edelman in Doniawerstal was en misschien op Reynaerda state in Teroele woonde. In 1530 was hij kerkvoogd in Tjerkgaast. Zijn zoon Aucke Edes Reynalda was in 1582-1589 grietman van Doniawerstal en woonde in 1578 in Langweer. Een dochter Ede Edesdr was getrouwd met Wybren Auckes Waltinga te Snikzwaag, in 1548 grietman van Haskerland. Een zoon Oene Edes was, evenals zijn broer Aucke, voorstander van de Unie van Utrecht en woonde in 1578 in Tjerkgaast.

Solckema

Een zoon van Anne Tjercksz Solckema in Teroele, Tjerck Annez Solckema, vestigde zich in Tjerkgaast. Hij was eerst getrouwd met Both Wybrensdr Waltinga uit Snikzwaag, gestorven na 1565. Via Waltinga was Tjerck Annez Solckema zo zijdelings verwant met zijn dorpsgenoten Ede Aukes en Oene Edes Reynalda; ook via de Waltinga's kwamen goederen in Haskerland aan de Solckema's.

Na de dood van Both trouwde Tjerck Annez met Luts Meinedr Tietema. Met de laatste woonde hij enige tijd in Balk, maar in 1578 wordt hij in Tjerkgaast voor 3 caroliguldens aangeslagen. Met de pastoor en Oene Edes Reynalda behoorde hij tot de vier rijkste Tjerkgaasters. In 1586 was Tjerck Annez enige tijd balling in Steenwijk; hij stierf in 1589 of 1590.

Verschillende takken van zijn nageslacht woonden op Solckema-huizen in verschillende dorpen: Solckema in Teroele kwam aan de nakomelingen van zijn dochter Eet, Solckema in de Dijken aan zijn zoon Idzard, zijn zoon Ulcke vestigde zich op een - sindsdien ook Solckema genoemde - state in Heeg, terwijl Solckema in Tjerkgaast via zijn zoon Tjerck (gest. 1632) vererfde op zijn kleinzoon Tjerck Tjercks van Solckema, kapitein, vicekommandeur en majoor te Coevorden, die in 1666 in de kerk van Tjerkgaast werd begraven.

De laatstgenoemde Tjerck van Solckema bezat in 1640, evenals naaste verwanten Solckema, Solstra en Jongema in Tjerkgaast talrijke boerderijen; nummer FC15 en (deels) ook FC14 en FC19 gebruikte hij zelf. De atlassen van Schotanus (1718) en Eekhoff (1850) geven Solkama tussen Tjerkgaast en Wollegaast aan als een gewone stemmende sate.

Naamlijst Predikanten te Tjerkgaast.

  • 159 . Gerardus Cleyboker, ook Cleibeukerus en Clebeeker en Kleboker, was in 1599 lid der Synode op de Joure wegens deze klassis , doch zijne standplaats is niet genoemd. Hij was welligt hier, althans in 1603, en toen deputalus Synodi, en is verroepen naar Abbega en Oosthem ca. in 't laatst van 1607.
  • 160 . Abraham Dominici, geboren te Leeuwarden, is verroepen naar Heerenveen in 1610.
  • 161 . Obertus Foppii Miederhuis, zeker opvolger van bovengenoemde, was hier althans in 1619, toen hij de formulieren onderteekende. Hij is verroepen naar Scherpenzeel in 1623 ; de klassis maakte zwarigheid om hem te dimitteeren en verwees de zaak naar de Synode , die hem aan Scherpenzeel toewees.
  • 162 . Henricus de Bruine, overleden in 1628, geboren te Groningen A. A. Gr. 1616, verdedigde daar theses in 1618.
  • 162 . Johannes Menelay, ongetwijfeld de opvolger van bovengenoemde en hier gekomen omstreeks 1629, is verroepen naar Oosterzee; de klassis adviseerde, daar de beroeping 1 Maart 1637 ter approbatie ingeleverd was , na examinatie van de formulieren des beroeps en de reden van de beroepende gemeente , eenparig dat hij hier bij zijne gemeente zou blijven; later is hij verroepen naar Lippenhuizen, en gedimitteerd den 24 Julij 1639.
  • 1639. Henricus Nicolaus Swollanus, zoo werd hij in den beroepsbrief genoemd doch naderhand altijd Daventreus, kandidaat, bevestigd den 27 November, is verroepen naar de Joure, geapprobeerd en gedimitteerd den 15 Februari 1643.
  • 1643. Regnerus Lollii of Lollides, kandidaat, geapprobeerd den 18 Oetober, is verroepen naar Kimswerd , en gedimitteerd den 16 April 1645.
  • 1645. Johannes Nicolai Cleijenburg, kandidaat, geapprobeerd den 5 September, is verroepen naar Roordahuizum, en gedimitteerd den 7 Julij 1647.
  • 1648. Lambertus Schuiringa, geboren te Leeuwarden den 10 Julij 1629, kandidaat, geapprobeerd den 2 Augustus , is verroepen naar Bolsward, en gedimitteerd den 9 April 1651.
  • 1651. Adrianus Venneman Joh.zoon te Ferwerd , Barth. Hausman kleinzoon te Ee , kandidaat, bevestigd den 13 Julij, is verroepen naar Reitzum c.a, en gedimitteerd den 5 Oetober 1653.
  • 1654. Obias Augustini Nauta, geboren te Leeuwarden, kandidaat, geapprobeerd den 16 Maart, overleed in 1677. Zijn dood werd den 27 December van dat jaar aan de Deputaten bekend gemaakt.
  • 1879. Sibrandus Jacobi Mancadan, afgezette predikant van Oosterwierum, werd , nadat hij welligt van de Deputaten Synodi weder verkiesbaar was verklaard, hier beroepen, geapprobeerd 30 April. Klasse Z.
  • 1683. Gerhardus Samplonius, Joh. Ger. zoon, Douwes broeder te Oosterhaule, kandidaat, geapprobeerd 3 October, lid der klassis den 14 November 1715, gecommitteerd ter visie der autographa , werd emeritus bij 't collegie den 5 September, is ontslagen den 3 October 1736, en overleden den 27 September 1738, oud ruim 80 jaren. Zijn zoon Serapius, kandidaat geworden den 6 Julij 1729 , is spoedig daarna overleden.
  • 1737. Johannes Potter, gedoopt te Workum, geboren 17 September 1713 3), Andreas broeder te Marssum, kandidaat, bevestigd den 19 Mei, is verroepen naar Menaldum , gedimitteerd den 3 Augustus 1740.
  • 1741. Petrus Stulen, geboren te Noordhoorn in 't Benth., kandidaat, bevestigd den 18 Julij, nam, verroepen naar Ootmarssum, afscheid den 28 Mei 1747, werd emeritus in 1781, en overleed den 16 April 1803 , oud 86 jaren.
  • 1747. Johannes Folkertsma, geboren te Bolsward den 23 Januarij 1722, kandidaat, bevestigd den 1 October, is verroepen naar de nieuw opgerigte gemeente te Veenwouden, en gedimitteerd den 1 October 1755.
  • 1755. Hendrik Gerrit de Valk, geboren te Leeuwarden, kandidaat, beroepen door 't lot, bevestigd den 23 november, is gesuspendeerd voor zes weken de 28 Mei 1760, wegens ergerlijk gedrag, en den 1 April 1761 wederom voor ½ jaar.
  • 1763. Ema Vedder, geboren te Franeker 1737, waar zijn vader en grootvader schermmeesters zijn geweest, broeder van Herm. en Isaac, beiden predikanten in de Oost-Indiën, en Jac. te Haskerhorne, kandidaat, bevestigd den 31 Julij, nam, verroepen naar Nijehaske c. a., afscheid den 9 October 1785.
  • 1786. Hendrik Mantingh, geboren te Borger, Januarij 1760, kandidaat, bevestigd den 10 September, nam, verroepen naar Heeg, afscheid den 4 November 1787.
  • 1788. Johan Christof Schönfeld, geboren te Wubben in 't graafschap Lippe Dethmold, Simonz zoon, kandidaat, deed, na bevestiging, zijn intreerede den 28 September, nam, verroepen naar Lutjegast, afscheid den 14 April 1793, ging naar Sleen in Mei 1794, naar Nuis en Niebert 1799, naar Schuttorp in 1801, naar Roderwolde in 1802.
  • 1793. Nicolaas Vlieg, geboren te Oudwoude den 21 Augustus 1769, Douwes zoon, kandidaat, bevestigd den 27 October, nam, verroepen naar Veenwouden, afscheid den 21 September 1794.
  • 1796. Ulphart Willem Thoden van Velzen, geboren te Rijzum in Oostfriesland den 9 Januarij 1766, Egge Ulph. zoon, broeder van Haijo Udo, te Oenkerk, als kandidaat in dienst getreden te Bellingwolderschans in 1790, vertrok van daar in den herfst van 1793 als Nederduitsch predikant naar St. Eustatius in de West-Indiën, waar hij echter niet is aangekomen; na vele gevaren, rampen en onheilen verduurd te hebben, kwam hij in 't vaderland terug in September 1795, werd daarop hier beroepen, en deed zijne intreerede den 8 Mei; hij nam, verroepen naar Grootegast en Doezurn, afscheid den 30 April 1797, ging van daar naar Oldendorp in Oostfriesland in 1803,werd beroepen te Groot Midlum, maar overleed op zijn vertrek staande den 23 September 1811.
  • 1797. Nicolaas Bakker, geboren te Hoogeveen, als kandidaat te Vledder in 1795, deed, van daar hier beroepen, zijn intreerede den 8 October, en nam, verroepen naar St. Jansga, afscheid den 3 November 1799.
  • 1800. Bocco Hennannus Habbema, geboren te Leeuwarden, kandidaat, deed, na bevestiging, zijn intreerede den 13 Julij, en nam, verroepen naar Buitenpost, afscheid den 11 October 1801.
  • 1802. Otto Schuilinge, geboren te Vries 1765, kandidaat, deed, na bevestiging , zijn intreerede den 7 Junij, en nam, verroepen naar Drogeham , afscheid den 26 Mei 1805.
  • 1806. Johannes Limburgh Oosterhuis, geboren te Groningen, kandidaat, deed, na bevestiging, zijn intreerede den 16 November, nam, verroepen naar ten Boer, afscheid den 10 Julij 1808, ging naar Delfzijl in 1811, en overleed daar den 6 Mei 1813, oud ruim 28 jaren.
  • 1808. Jan van der Sluis, geboren te Lemmer den 12 October 1783, kandidaat, deed, na bevestiging, zijn intreerede den 30 October, en nam, verroepen naar Schagen, afscheid den 16 November 1817.
  • 1818. Lodewijk Lolcama, geboren te Franeker, kandidaat, deed, na bevestiging, zijn intreerede den 7 Junij, en nam, verroepen naar Oosterbierum, afscheid den 1 Augustus 1824.
  • 1824. Lourens Adriani, geboren te Leeuwarden, kandidaat, deed, na bevestiging, zijn intreerede den 5 December, en nam, verroepen naar Edens c. a., afscheid den 29 Julij 1827.
  • 1828. Albert Beekhuis, geboren te Garijp, Willem zoon, Helm. broeder te Oosterhaule en Hempens, deed, als kandidaat bevestigd , zijn intreerede 23 November.

Er ontbreken: D. T. Meinsma 1874—78. J. Heeringa 1879—84. A. Jonker 1885-.

Bron: tresoar.nl/wumkes/pdf

1930: Ds. K. Kloosterman, hervormd predikant te Hantum, is voornemens met ingang van 15 September met emeritaat te gaan, na ruim 41 dienstjaren respectievelijk te Gasselter-Nijveen, Tjerkgaast en Hantum.

Foto van Jantine van Leeuwen: Schoolfoto Tjerkgaast rond 1915-1920 Ik vond tussen oude familiefoto's een schoolfoto waarop ik mijn pake (geb. 1906) meen te herkennen als derde links op de achterste rij en zijn zus (1907) op de derde van rechts op de rij ervoor, ze waren van 1906 en 1907, maar hoe oud ze op de foto zijn… Hun vader was timmerman/aannemer Sjoerd Joustra uit Tjerkgaast. Ik neem dus aan dat het de school in Tjerkgaast is met de leerlingen, leraar en lerares. 

Foto van Jantine van Leeuwen: Deze foto moet iets ouder zijn. Daarop zit mijn pake als tweede van links op de onderste rij. 

Onderwijs en schoolmeesters te Tjerkgaast.

In maart 1593 was Elardt Thijsz, dorprechter van Tjerkgaast. In 1643 was Meine Sorcama, hier dorprechter. In jan. 1707 was Ynse Jacobs, ontvanger en dorprechter van Tjerkgaast.

  • In 1613 was Hoite Gerbensz, hier schoolmeester. Hij en zijn vrouw Trijntien Hoijtes, overleden beiden in 1632.
  • In mei 1632 kwam mr. Jacob Hayes, schooldienaar; zijn vrouw heette Diju Ottes. Ze vertrokken op 1 mei 1635 naar Sloten, waar hij ook schoolmeester was en in 1656 overleden is.
  • Zijn opvolger was mr. Egbert Liekeles, die hier in aug. 1635 kwam en reeds na korte tijd (vóór 1640) overleed. Zijn vrouw was Antie Moleus.
  • Mr. Willem Jarichs, die hier in april 1645 als schooldienaar was, zal wel zijn opvolger geweest zijn. Hij trouwde met Lolck Willems. Hij heeft na korte tijd afstand van zijn schooldienst gedaan, doch bleef hier wonen en was nog dorprechter (in 1666 bijv.) en kerkvoogd (in 1669 en 1670 bijv.). Ook in 1677 was hij hier; echter niet als schoolmeester.

Dit wijst er op, dat ook hier slechts een winterschool was, die 's winters door een of andere ingezetene die er tijd en ambitie voor had, werd waargenomen; door sommigen een reeks van winters achter elkaar, door anderen slechts één of een paar winters.

  • In juli 1651 was Cornelis Johannes hier als schoolmeester; zijn vrouw was Hijlck Cornelis. Ze woonden hier in 1656 nog; in aug. 1658 evenwel was hij inwoner van Sloten en werd toen "voormaals schoolmeester op de Gaast" (= Tjerkgaast) genoemd. Op 8 mei 1659 trouwde hij te Sloten met een eerzame weduwe, Aegh Dootes, aldaar.
  • In okt. 1658 kwamen hier, met attestatie van Boertange: Gerrijt Jansen Kolfhof, schoolmeester op Tjerkgaast, en Willemke Gerrijts, zijn huisvrouw. Hoe lang hij hier de winterschool bediende, is niet bekend.
  • In nov. 1667 was sprake van wijlen mr. Anne Martens, te Tjerkgaast. Dit gedurig wisselen wijst ook wel op een winterschool. De gegevens over dit dorp zijn min of meer fragmentarisch, daar kerkvoogdij-rekeningboeken slechts van 1796 af bewaard gebleven zijn en we dus tot die tijd zijn aangewezen op de doop-, trouw- en lidmatenboeken en andere toevallige bronnen, waar je zo af en toen eens een schoolmeester aantreft.
  • In 1671 was mr. Tjalling Sibolts, in Tjerkgaast; in 1674 was zijn vrouw Beeuw Oeges. Hij was in 1684 "diacon" en kwam hier in 1688 nog voor.
  • In 1692 was hier mr. Roelof Cornelis, als schoolmeester; hij is omstreeks 1695 naar Hemelum vertrokken. In 1690 en 1691 had hij al een paar winters schoolgehouden te Nijega en Ouwsterhaule.

Over de 18e eeuw zijn de gegevens nog schaarser.

  • In de jaren 1715-1719 was hier een Wijbe Wijmers, die als koster een kerkelijke attestatie afgaf en dus ook wel schoolmeester geweest moet zijn. Hij is voor 17 aug. 1719 overleden. In de lidmatenlijst van 1730 kwam mr. Sibbele Folkerts voor; hij was hier in 1749 nog.
  • In juni 1759 was Ale Gosses, hier als schoolmeester, met Antie Gerbens, zijn huisvrouw. Hij was hier in elk geval in 1777 nog, blijkbaar tot 1782, toen een andere "hand" in het doopboek begon en de koster-schoolmeester gewoonlijk het (contra-)doopboek bijhield.
  • Op 30 okt. 1791 zijn te Idskenhuizen getrouwd: Lourens Durks Hornstra, geboren in 1759 en schoolmeester te Tjerkgaast, en Maria P. Brons, ook van Tjerkgaast. Hij is waarschijnlijk de opvolger van Ale Gosses geweest. Na zijn trouwen vertrok hij als schoolmeester naar Joure.

In nov. 1791 verscheen in de Leeuwarder Courant een advertentie, waarbij sollicitanten werden opgeroepen voor de vervulling van de vacante school te Tjerkgaast. Het traktement bedroeg 100 c.g. van de kerk, de schoolpenningen van de leerlingen, vrije woning en enige verdere emolumenten. Er werd ¾ jaar schoolgehouden; men moest zich adresseren aan de kerkvoogden.

  • Hendrik van Dieveren, die hier in 1795 als schoolmeester was, zal wel de in 1791 gelukkige benoemde geweest zijn. Op 12 april 1795 werd hem attestatie verstrekt om te Hasselt te gaan trouwen met Geertje Pinxterhuis, van daar. Hij zal daarheen toen wel vertrokken zijn, want in 1795 en 1796 was de school vacant. Op 29 jan. 1796 werd 8 st. port betaald voor een brief van de schoolmeester, die bedankt had. (De ontvanger moest toen de briefport betalen, niet de verzender) Later werd nog 4 st. betaald voor twee brieven van schoolmeesters.
  • H. Posthuma, nam eerst de vacante school waar. Op 9 juli 1796 werd hem 28 c.g. 15 st. uitbetaald voor 15 weken kerk- en schooldienst.

Ook Rinse van der Baan, kreeg 14 c.g. 3 st. voor kerk- en dorpsdienst. Deze was schoolmeester te Idskenhuizen, maar bediende in Tjerkgaast ook het voorzangersambt. Hij was ook ontvanger van het reëel.

  • Op 1 juli 1796 werd Folkert Jelles, hier tot schoolmeester aangesteld op een traktement als boven vermeld. Hij was ook ontvanger van het reëel en het schoorsteengeld. Hij bediende de school tot 1800.

In de winter van 1800/1801 ontvingen L. Posthumus en Dirk Trekhof, resp. 25 c.g. en 12 c.g. 16 st. als schooltraktement.

  • Op 19 nov. 1800 werd aan Hijlke Sjerps, wegens het examineren en het halen van de schoolmeester 24 c.g. 8 st. betaald. Hij was waarschijnlijk de herbergier.
  • In het voorjaar van 1801 kwam mr. Egbert Piers de Vries; hij werd ook benoemd tot dorprechter. Op 28 okt. 1804 trouwde hij hier met Antje Johannesdr. Het traktement was nog steeds ƒ 100.-, etc. voor schoolhouden, klokluiden en kerkdienst (koster-voorzanger). Ook was hij ontvanger van het reëel. Hij ontving het traktement tot 12 juli 1809.
  • Zijn opvolger was Jentje Jolles Wiarda, uit Follega, die hier in het najaar van 1809 verscheen. Hij trouwde op 26 maart 1811 te Jutrijp met Arentje Johannes Wierda. Omstreeks 1 juli 1815 vertrokken ze naar Balk. Het traktement, dat over 1809 en 1810 ƒ 175 bedragen had, bleef dat ook na 1810: de kerk gaf ƒ 100 en de gemeente vulde het met ƒ 75 per jaar aan.
  • Op 1 juli 1815 trad in functie: Kerst Johannes de Kok, eerst provisioneel, doch op 15 sept. 1817 kreeg hij zijn vaste aanstelling, na aan een vergelijkend examen deelgenomen te hebben. (De kastelein Rudolfus de Jong, te Langweer ontving ƒ 12,50 wegens vertering bij het examen van de schoolmeesters geconsumeerd.) Geboren in 1793, was hij hier in mei 1813 reeds kwekeling bij "master" Jentje Wiarda, toen hij de 4e rang en in okt. van hetzelfde jaar de 3e rang behaalde. Op 11 juli 1820 voegde hij daaraan nog de 2e rang toe. De schoolopziener prees zijn gedrag en vlijt en meende, dat hij verhoging van traktement verdiende. Dat kreeg hij dan ook, maar niet voor hij omstreeks 1 april 1822 naar Workum vertrok.
  • Lieuwe Willems van der Maën, nam de vacante school een half jaar waar, van 6 april tot 30 sept. 1822 voor ƒ 50. Hij bezat de 3e rang en kreeg korte tijd later de school te Bozum.

Intussen had weer het vergelijkend examen bij R. de Jong, plaats gevonden en was tot "Onderwijzer der Jeugd" te Tjerkgaast benoemd: Klaas Rouwkema, die hier op 3 okt. 1822 zijn dienst begon. Het traktement bedroeg nog steeds ƒ 100 van de kerk, ƒ 75 van de gemeente, de schoolpenningen van gemiddeld 30 leerlingen à ƒ 1,20 per jaar en vrije woning. Hij bezat de 3e rang en heeft het hier ook niet lang gemaakt. Reeds begin april 1825 vertrok hij naar Boornbergum.

Toen werd Nicolaas Daniël Kroeze, de provisionele waarneming van de school opgedragen. Hij was ondermeester te Hindeloopen en zag uit naar een school. Hij kwam hier op 1 april 1825 en was hier 1827 nog. Toch scheen hij het met de "schoolmeestersharddraverij" (het vergelijkend examen) niet te kunnen houden, want in 1827 werd tot vaste onderwijzer benoemd: Hemke Hemkes Houtsma, ondermeester te Dronrijp.

Intussen was er in dit jaar 1827 een nieuwe school gebouwd, waar "master" Hemke in juni zijn taak begon. Hij was omstreeks 1807 geboren, en verkreeg in april 1825 als ondermeester te Dronrijp de 3e rang; reeds te Tjerkgaast, behaalde hij in april 1829 ook de 2e rang. Hij kwam uit Drenthe en het hart trok weer naar Drenthe. In juni 1830 werd hij "Onderwijzer der Jeugd" te Bovensmilde.

Een familielid Hemke Jacobs Houtsma, werd benoemd om de school provisioneel waar te nemen. Hij was eerder provisioneel te Wijnjeterp. Te Tjerkgaast, voldeed hij zo goed, dat hij op 27 sept. 1830 zijn vaste aanstelling ontving. Hij was geboren in 1800, verkreeg in mei 1816 de 4e rang en in okt. 1822 als ondermeester te Makkinga de 3e rang. In april 1830, toen hij reeds provisioneel te Wijnjeterp was, behaalde hij de 2e rang. In mei 1836 is hij naar Jubbega vertrokken.

  • Zijn opvolger Pieter Jans Aitema, stond hier van 1 aug. 1836 tot 1 mei 1840, toen hij naar Tjerkwerd vertrok, nadat hij in april 1837 nog de 2e rang verkregen had.

De onderwijzers stonden hier slechts kort: het traktement was nog steeds ƒ 175 (waarvan de dorpsadministratie nu ƒ 165 betaalde en de kerk ƒ 10 voor voorzingen, enz.), plus de schoolpenningen van zo'n 30 leerlingen à 30 ct. per kwartaal en vrije woning.

  • Sieger Rouwkema Hz., die hier op 1 juli 1840 in dienst trad (hij was ondermeester te Lemmer, toen hij in april 1840 de 2e rang behaalde), is hier op 5 mei 1848, op ruim 30-jarige leeftijd overleden.
  • Op 2 okt. 1848 kwam Jan van der Veen (ook een 2e-ranger). Hij was eerder ondermeester te Sneek en vertrok op 1 okt. 1858 als hoofd van de school naar Wijckel.
  • Langer hield Andries S. Drost, ondermeester te Tjalleberd, het hier vol; eerst provisioneel de school waarnemend, verkreeg hij op 18 juni 1859 zijn vaste benoeming. Hij trouwde op 14 mei 1864 te Langweer met B.B. van Slageren, en stond hier totdat hij in 1893 gepensioneerd werd. In 1861 was ook zijn traktement op ƒ 400 bepaald, na het vervallen van de schoolgelden als bestanddeel van het onderwijzerstraktement. In 1862 waren hier 42 kinderen op school. Ook Drost bezat de 2e rang.
  • In 1871 was het traktement ƒ 450, in 1883 ƒ 700. Pas op 1 april 1887 kwam er een onderwijzer aan de school, nl. Durk Tjittes de Vries, reeds in 1888 vervangen door Tijmen Nooitgedagt (tot 1892). In 1891 werd de school verbeterd.

Na meester Drost stond J. Waijer, onderwijzer te Joure, sedert 1893 aan het hoofd van deze school. In 1904 werd hij overgeplaatst naar Idskenhuizen. In 1896 was de school nog weer verbeterd. In 1901 waren de traktementen van de hoofden in Doniawerstal gebracht op ƒ 750 (te Langweer ƒ 800) en die van de onderwijzers op ƒ 500.

Van 1904 tot 1907, toen hij naar Heteren vertrok, was A. Buisma. hoofd van de school te Tjerkgaast. Hij werd in 1907 opgevolgd door F. Viersen, onderwijzer te Herbaijum.

In 1912 werd hij onderwijzer te Drachten. In 1910 besloot de gemeenteraad ook hier een nieuwe school te bouwen op een vrij terrein, evenals te Langweer, Goingarijp en St. Nicolaasga.

Percelen land werden hiervoor aangekocht en rijkssubsidie voor de scholenbouw aangevraagd en eindelijk verkregen. Eerst in 1914 kwamen de nieuwe scholen te Langweer, Goingarijp en Tjerkgaast gereed; in 1918 te St. Nicolaasga. De onderwijzerswoning te Tjerkgaast werd verbouwd.

  • Van 1912 tot 1934 was J.R. Prakken, eerder onderwijzer te Langweer, hoofd van deze school. Naast het hoofd stond een onderwijzeres, wier betrekking per 1 jan. 1927 werd opgeheven (mej. Tj. Koopmans), wegens verandering van de leerlingenschaal.

In febr. 1934 gelastten Gedeputeerde Staten opheffing van deze school; beroep tegen dit besluit door de gemeenteraad en de ouders van de leerlingen bij de Kroon, werd bij Koninklijk Besluit van 13 juni 1934 ongegrond verklaard, waarop de school per 16 juli 1934 gesloten is. De meeste kinderen gingen sedertdien in Sloten naar school.

Van de tien openbare scholen, die de gemeente gehad heeft, waren er toen nog vijf over: Goingarijp, Langweer, Ouwsterhaule, Scharsterbrug en St. Nicolaasga. Verdwenen waren die te Broek, Doniaga, Dijken, Idskenhuizen en Tjerkgaast. Hiermee zijn ook de scholen en het onderwijs in Doniawerstal historisch bekeken.

Bron: www.fryske-akademy.nl

1940: Het echtpaar S.R. Wierda—M. M. Landman te Oudeschoot, dat vandaag zestig jaar is getrouwd geweest. Bijna veertig jaren lang heeft Wierda met zijn vrouw te Tjerkgaast het boerenbedrijf uitgeoefend. Sinds Mei 1918 wonen ze is ruste te Oudeschoot. De oudjes mogen hun diamanten huwelijksfeest in een goede gezondheid vieren. Wierda zelf loopt en fietst nog waar hij wil en ook de „âld-boerinne'' kan zich nog uitstekend redden.

Fen Fryske Groun van 9 mei 1930: In den nacht van 30 April en 1 mei brandde de boerderij bewoond door den heer M. Galama te Tjerkgaast tot den grond toe af. Van de inboedel, die verzekerd was, bleef niets behouden. Een groot aantal biggen, 4 koeien, 2 paarden, 2 stieren en een geit met lammeren kwamen in de vlammen om. Als een bizonderheid dient vermeld te worden, dat de vorige boerderij in 1913 ook totaal uitbrandde.

Hepkema's courant: 02-08-1913

Een tweede foto van de brand te Tjerkgaast, toont U de plaats waar de landbouwmachines waren ondergebracht, die eveneens vernield zijn.

Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, fotografie Gerard Dukker: Boerderij nummer 108, aan weg naar Sloten-Tjerkgaast, aanzicht maart 1965

De kastelein Auke Bergsma, schenkt een borrel in voor het café in Tjerkgaast. Verder op de foto: Broer Hoekstra (met zaag), Andries v.d. Meer en Harm Haringa. De man naast de kastelein is niet bekend.

Deze vier vriendinnen zijn kort na 1900 op de foto gezet. Rechtsachter: Jetske van der Meer (1887-1964), dochter van Tjitske Dries de Boer en haar tweede man Homme van der Meer. Jetske trouwde later met Bergsma, caféhouder te Tjerkgaast. Voor haar: Minke de Jong, later echtgenote van B. van Helden Tucker, directeur van de Hollandia-fabriek in Scharsterbrug. Links achter: Ymkje Rijpkema, die later huwde met Meinze Bonekamp en Noord-Brabant verhuisde. Links vooraan: Margriet Rypkema, later getrouwd met Boersma uit Joure.

Cafe, Bergsma.

Café: Tjerkgaast

Tjerkgaast Smederij.

  • Bovenstaande 7 afdrukken zijn van: Tjisse Peterson

Cafe Spannenburg, van de dames Schürer.

Reactie plaatsen

Reacties

Theewis de Jong
4 jaar geleden

er is nog wel een foto van de bakkerij.
Hendrik Visser bouwde op Tjerkgaast een woning en begon daar een bakkerij

bert jan meijer
4 jaar geleden

Leuk om te lezen en te zien. En wat een mooie oude foto's. Ik kwam op deze site terecht omdat ik zoek naar de bakkerij van mijn overgrootvader, pake Visser genoemd door mn moeder. Zouden er ook foto's bestaan waar deze bakkerij op staat? Mijn moeder is nu 90 en was daar regelmatig als klein meisje. Ik schat dus dat de bakkerij er in ieder geval was omstreeks 1935.