Joure |2|

|    1   |    2   |    3   |    4   |

Herema-State in de tweede helft der achttiende eeuw.

JOURE

Oenema, Uninga of Herema.

De in Akmarijp woonachtige familie Oenema bezat ook in Joure een steunpunt. De plaats was strategisch gelegen, op een kruispunt van de landweg van Staveren naar Drenthe en een belangrijke waterweg. Bovendien lag Joure op de grens van twee ontginningssystemen, dat van Haskerland/Bornego en dat van Doniawerstal/Wagenbrugge.

Het ligt vanwege de centrale ligging voor de hand dat de Jouster Schar, vp de schorren by de Hiouwer, wel als vergaderplaats voor de hele Zevenwouden werd gebruikt: daar werd bijvoorbeeld in 1500 vergaderd, nam men kennis van brieven en mandaten en beraadslaagde men of men zich bij de troepen uit Oostergo en Westergo die zich tegen de Saksische hertog keerden, zou aansluiten.

In 1466 komt het belang van Joure tot uiting in de marktbrief die de plaats van de rechters van Haskerland ontving: de marcket opter Heuwera byder moelen kreeg daarin verschillende juridische privileges. Als medebezegelaar van de brief was Tyepka Onama bij de uitvaardiging van het marktrecht betrokken. Omdat later de familie Uninga van Hoytema, volgens de traditie afstammend van Tyepka's kleindochter Tjets Ulckesdr van Oenema, in Joure over een huis beschikte, ligt de veronderstelling voor de hand dat ook Tyepka Oenema in 1466 al belangen - en een huis - te Joure bezat.

Een zoon van Tjets Ulckesdr van Oenema en Botte Hoytes van Hoytema was Hontye Bottes van die Suaeghe (Snikzwaag), die in 1496 bij het Slotermeer sneuvelde. Zijn zoon Botto Hotzisz werd in 1505 tot de edelen van de Zevenwouden gerekend. In de 16de eeuw waren verschillende Uninga van Hoytema's grietman in Haskerland: tussen 1517 en 1580 worden achtereenvolgens Douwe, Ulke en Hoyte genoemd. De laatste vluchtte vanwege zijn Spaanse gezindheid. In 1581 gaven de Staten opdracht het steenhuis af te breken, ten eynde het selve nyet byden vyandt geoccupeert werde ende daer van een roofnest maecke; in 1589 werd op deze strategische locatie een schans opgeworpen.

Het terrein rond de schans bleef ondertussen wel eigendom van de erfgenamen Unema van Hoytema. Het vererfde eerst op Hoytes dochter Gerland Uninga van Hoytema, getrouwd met Wigle Herema van Tzum en gestorven in 1608; daarna achtereenvolgens op Gerlands dochter Habel van Herema, en (in 1615) op haar kleindochter Ebel van Grovestins.

Een stins werd in die tijd niet genoemd: alleen de zaate ende landen gelegen op d'Joure met de stepachten ende swaneiacht van de Joure ofte Hasschervyffgae. Rond 1625 lieten Ebel van Grovestins en haar man Bartold Tjaerda van Starkenborgh op de plaats van de oude stins een eenvoudig vierkant huis bouwen, dat ze Herema state noemden. In 1679 werd dit huis, met met ondermeer 200 pondematen land, poort, ringmuur, gracht, singel, zwanejacht, kerkebank, visrechten en het recht van vier stemmen door hun erfgenamen verkocht.

Door de nieuwe eigenaars, de familie Vegelin van Claerbergen, werd het huis en het bijbehorende terrein sterk vergroot en verfraaid. Van de vijf stemmen (SC11-15) waarvan in 1698 werd vermeld dat ze behoorden onder de adelyke state Heerema, was in 1640 alleen SC11, wegens Swob Roorda gewesene fenne - één stelle -, van de erfgenamen Starkenborgh; de andere waren toen nog eigendom van leden van de Haskerlandse grietmansfamilie Hylckama.

P.N. Noomen: De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners

Herema-State als sanatorium.

Jkvr. Aurelia Vegelin van Claerbergen (1865-1944); trouwde in 1893 met dr. Jan Gijsbertus Driessen (1855-1940), arts; zij stelden Herema State ter beschikking aan de "Vereniging tot Oprichting van een Friesch Volks-sanatorium" ten behoeve van een volks-sanatorium voor tuberculoselijders en in de state was van 1910-1921 dat sanatorium gevestigd, waarna de state aan het echtpaar Driessen terugviel, dat zij vervolgens verkochten aan hun neef, de burgemeester van Haskerland, die er ging wonen.

Bron: Wikipedia

1947: Herema-State wordt Gemeentehuis.

Midstraat, met links het Gemeentehuis.

Hier ziet u de villa Jamja. Anne Eelkes de Boer, olieslager te Joure en wethouder van Haskerland, liet de villa bouwen in 1885 en verkocht haar in 1897 aan dr. Driessen, die haar de naam Jamja gaf. De naam werd gevormd door de beginletters van de naam van de vijf dochters van dr. Driessen: Anna Aurelia (1894), Jacoba Everdina (1895), Maria Willemina (1897), Aurelia Alida (1898) en Jeanne Gijsberta (1901).

In 1912 werd de villa eigendom werd van het Nutsdepartement Joure voor f 9000,-. In dit Nutsgebouw werden de nutsinstellingen, tekenschool, spaarbank en bibliotheek gevestigd. Villa Jamja werd in 1967 afgebroken. Nu staat er de openbare leeszaal en bibliotheek die de naam Jamja behield.

't Zand, Joure

De Zijl.

De Zijl.

De Zijl.

1931: De bouw van een tabaksfabriek, voor de firma Douwe Egberts te Joure is opgedragen aan P. Huigen te De Krim (Ov)

Het lokaal, waarin de tabakssoorten worden gekeurd.

Forenstraat.

De Merk, Joure

De oudste, ambachtelijke klokkenmakerij van Joure, sinds 1840 was van Willem de Vries. Sinds 1840 is dit bedrijf generaties lang steeds van vader op zoon overgegaan. Bij De Vries werden zowel de uurwerken, de wijzerij, als de kasten met de hand gemaakt, volgens de conventionele vakmankunst. Alleen de wijzerplaten beschilderen zij niet zelf, dit lieten zij door een vak-schilder doen. De wijzers werden wel door hun zelf gegoten.

Carrosserie bedrijf Smit, te Joure was een Nederlands bedrijf dat van 1921 tot 1999 carrosserieën voor autobussen en andere bedrijfswagens heeft vervaardigd.

nl.wikipedia.org

Fa. Slof, die in 1923 een dienst Joure -Leeuwarden begon.

Werf van 'Holtrop v.d. Zee', aan de Groenedijk te Joure.

  1. Eeltje Teadzes Holtrop (1768-1848), scheepsbouwer te IJlst.
  2. Eeltje Holtrop van der Zee (1823-1901), aanvankelijk werkzaam als leerling op de scheepswerf van zijn grootvader (1) te IJlst, na diens overlijden als eigen baas. In 1857 verhuisde hij naar Joure waar een bestaande scheepswerf werd overgenomen.
  3. Auke van der Zee (1854-1939) opvolger op het bedrijf van zijn vader.

Auke van der Zee, ook bekend als Aukebaes.

De werf te Joure werd beroemd vanwege de houten schepen die hier werden gebouwd: tjalken, palingaken, boeiers en Friese jachten. Het statenjacht "Friso" is hiervan de bekendste. "1892: Op de werf van den bekenden scheepstimmerman E. Holtrop v. d. Zee te Joure ligt een sierlijk scheepje gereed, dat H. M. de Koningin bij haar bezoek aan Leeuwarden zal worden aangeboden.

Het scheepje is van het fijnste hout vervaardigd, de randen zijn met gepolijst koper beslagen, terwijl de boorden zijn afgezet met Koud en wit op den donkerblauwen grond. Op de booglijst van den voorsteven prijkt het wapen van Leeuwarden, op het roer de Koninklijke leeuw en op den achtersteven den naam der Koningin in gouden letters op helder witten grond."

In de 20ste eeuw werden ook één of meer motorschepen gebouwd. Voorts hield men zich bezig met onderhoudswerkzaamheden.

Groenedijk te Joure.

Groenedijk te Joure.

Groenedijk te Joure.

Jachtwerf van de Jong, Vegelinsweg te Joure.

De Penninga's Molen is een korenmolen die sinds 1900 in Joure staat.

nl.wikipedia.org

Slachtedijk, Joure.

Voormalige kopergieterij van de fa. Keverling aan de Geelgietersstraat te Joure. Thans is het Museum Joure hier gevestigd.

Vanaf 1769 is deze kopergieterij onafgebroken in handen geweest van de familie Keverling. In 1854 vestigde het bedrijf zich in het gebouw dat nu onderdeel is van Museum Joure. Tot dan toe had Brant-Petrus Keverling (geboren op 24 oktober 1860 te Haskerland, overleden op 21 januari 1937 te Haskerland) een leerlooierij in dat pand, maar hij maakte plaats voor de geelgieterij van zijn familie.

In 1911 moest de fabriek uitbreiden en werd het gebouw aan de overzijde van het grachtje in gebruik genomen. Op dit gebouw staan twee jaartallen, die van het oude en die van het nieuwe onderkomen.

Verschillende bedrijfstakken in en om Joure maakten gebruik van de producten van geelgieterij Keverling; klokkenmakers, zadelmakers, scheepsbouwers en boeren hadden regelmatig behoefte aan gegoten koperen voorwerpen. Het bedrijf 'exporteerde' overigens ook veel buiten de directe omgeving van Joure en de provincie. Een van de afnemers was het Paleis op de Dam in Amsterdam. Het bedrijf floreerde: rond 1900 werkten ongeveer 40 mannen bij Keverling.

Gemeentelijke gasfabriek aan de Sluisdijk.

|    1   |    2   |    3   |    4   |