Oorlogsherinneringen 1940-1945 van Wiebe Feenstra (2)

Maandag 8 december 1941.

De Japanners hebben gisteren een onverwachte aanval gedaan op een Amerikaanse marinebasis op één van de Hawaii-eilanden. Het gevolg is dat Amerika aan Japan de oorlog heeft verklaard. Vandaag heeft Amerika ook aan Duitsland de oorlog verklaard. We hebben er dus een machtige bondgenoot bij gekregen en de Duitsers zullen daarom zeker de oorlog verliezen.

Woensdag 31 december 1941.

Het is oudejaarsavond en het tweede oorlogsjaar zit er bijna op.
De V-teken actie begon dit jaar, maar werd door de Duitse propaganda prompt overgenomen met de leuze: V is victorie want Duitsland wint op alle fronten. In februari is er een grote staking geweest die begon in Amsterdam en die bedoeld was als protest tegen het wegvoeren van de joden naar Duitse werkkampen, waarin het heel slecht moet zijn.
Aardappelen en melk(producten) kwamen op de bon. Op enkele adressen in Lemmer, onder andere op de Schulpen naast bakker de Haan, werden voor vast Duitsers ingekwartierd. Duitse troepen staan voor Moskou de Japanners hebben de Amerikaanse vloot grotendeels vernietigd, zodat het er al met al maar somber en hopeloos uitziet.

Vrijdag 13 maart 1942.

In Sondel is een Duits kamp gekomen waar allerlei vreemde apparatuur staat opgesteld. Wat het is en waar het voor dient weet ik niet. Toen ik gistermiddag in de Oude Sondeler Polder achter de Sonderlerleien aan het eier-zoeken was kon ik één en ander duidelijk waarnemen. Er staat één apparaat bij dat mijns inziens wel 15 meter hoog is.

Sondel, kamp: Na de Tweede Wereldoorlog werden NSB-ers en andere collaborateurs gevangen gezet in kamp Sondel in afwachting van hun straf.

Woensdag 29 april 1942.

Het wordt steeds beroerder voor onze joodse medeburgers. Alle joden moeten een gele Davidster zichtbaar op hun kleding dragen. Politie Doede Kok, die als hij al geen N.S.B.'er is, toch sterke Duitse sympathieën heeft, heeft de arme Sara en Joseph Blok van huis gehaald. Niemand weet waar de oude stakkers naar toe zijn gebracht.

Vrijdag 26 juni 1942.

Vannacht wakker geworden van de vele vliegtuigen die over vlogen.
Het dreunde aan één stuk door. Je kon het gewoon in je borst horen trillen.
Natuurlijk zijn het Engelse vliegtuigen geweest, maar toen ik uit het dakraam keek was er niets te zien.

Zaterdag 4 juli 1942.

Vannacht en ook gisternacht is het weer goed raak geweest. Er werd hoog in de lucht door vliegtuigen geschoten. Gisternacht heb ik een brandend vliegtuig gezien omstreeks een uur of 1 ergens boven Gaasterland althans die kant uit.

Dinsdag 4 augustus 1942.

Vanaf vandaag mogen er geen duiven meer worden gehouden. Deze maatregel zal wel slaan op het houden van postduiven die immers berichten kunnen overbrengen.

Woensdag 14 oktober 1942.

De tramboot "Holland" is vanmiddag na het uitvaren door (Engelse?) vliegtuigen op het IJsselmeer beschoten. Bij aankomst in Lemmer zijn er vijf doden en tien gewonden van boord gehaald. Onder de doden is ook de kapitein van de boot.
De tramboot is beschoten door vier Mustangs P-51's, die vandaag boven Lemmer vlogen en waar de Duitsers hevig met het afweergeschut op geschoten hebben.

Hieronder volgen enkele foto's van Piet Kamminga, over de beschieting van de tramboot "Holland" De zwart/wit afbeeldingen zijn van W. B. van der Bles. Waarvan ook de volgende tekst is:

De tweede wereldoorlog heb ik beleefd van 9-14 jaar. Sinds 17 april 1945 ben ik in het bezit van een 20 tal foto's, genomen na de beschieting van de tramboot "Holland" Hierbij werden twee bemanningsleden gedood, nl. kapitein T. de Wit en matroos A. J. Verheij. Onder de passagiers vielen drie doden: Keimpe Tromp, verloofde H. Roodenburg en Pieter Messemaker.

Drie bemanningsleden raakten gewond nl. C. den Hertog, J. Kamminga en H. Meynen. Onder de passagiers telde men zeven gewonden: A. Tromp, Jan Beekman, Gerrit Tromp en verloofde T. van Essen, Keimpe Tromp neef van overleden Tromp, Alie Bethlehem en Hermanus v.d Zwart.

Toen een week later ook de "Friesland" en de "Groningen IV" werden getroffen, voeren de boten vanaf die tijd niet meer overdag.

De beschieting van de "Holland" vond plaats op 14 oktober 1942 's middags om plm. 2 uur. De tramboot voer toen tussen de Rotterdammer-hoek en Urk. Na de aanval scheerden de Engelse Mustangs laag over Lemmer, waar bij ze hevig werden beschoten. Maar zo goed ik mij kan herinneren werd er niet één geraakt. Na het afmeren van de "Holland" in de tramhaven van Lemmer, ging de droeve mare al snel door Lemmer en was men diep geschokt over de tragische afloop van deze beschieting. dat de consternatie groot was blijkt ook overduidelijk uit bijgaande foto's. Deze foto's zijn zo goed als zeker door een Duitser gemaakt. Slechts enkele wisten dat ik deze foto's in mijn bezit had.

F. de Jong, de machinist van 'De Friesland' december 1939.

Holland-Friesland lijn: Een van de twee eerste tramboten Amsterdam - Lemmer.

De "Holland" voor de Overkapping. Op de kade staan de auto's van de Lemster doktoren en een ziekenwagen uit Sneek. De auto met kenteken B-20500 was toen van Dokter Jannes Haveman, uit St. Nicolaasga. (broer van bakker Haveman, uit Lemmer)

Ziekentransport met behulp van de lier van de heer G. Tromp op 14 oktober 1942 vanaf 'De Holland'

Gewonde wordt weggevoerd na de beschieting van de "Holland".

Aankomst op de haven in Lemmer, Links op de voorgrond staat burgemeester M. Krijger, de 3e van rechts is Jan Kamminga, de vader van Pieter Kamminga, die deze foto heeft geschonken. Verder herkennen we nog, Andries de Vries, Uilke de Jong, Bertus Lemstra (half zichtbaar) en Hidde (de koeper)

Geheel rechts, staat een Duitse matroos en op de achtergrond twee manschappen van de Wehrmacht. Op de achtergrond het tram emplacement van Lemmer. Opvallend de verschrikte zorgelijke blikken van de mensen met die Duitsers in de buurt.

Enkele van de bezetters, waarvan er één driftig staat te fotograferen.

De passagiers verlaten de boot na de beschieting.

Een overzicht van de hulpverlening. Links ontwaren we een groepje Duitse officieren. De ziekenauto van Sneek, staat klaar om gewonden naar het ziekenhuis te brengen.

Woensdag 21 oktober 1942.

Weer zijn er twee schepen tussen Lemmer en Amsterdam door (Engelse?) vliegtuigen beschoten. De tramboot "Friesland" keerde terug met drie doden en drie gewonden. Onder de doden waren Jacob Thijseling en Gerke Bootsma en bij de gewonden was oom Feite de Jong, de man van vaders zuster Geesje. Ook de "Groningen IV" werd beschoten. Op deze boot werd stuurman Stienstra gedood.

Op 21 oktober 1942 voerde de Royal Air Force, dag aanvallen uit met door R.A.F piloten gevlogen Mustangs op diverse doelen in Duitsland, België en Nederland. Ook de 'Friesland' van rederij Koppe, werd aangevallen. Het schip was uit Lemmer vertrokken, met als reisdoel Amsterdam. Net voorbij de Rotterdammerhoek wipten twee Mustangs over de dijk van de Noordoost­polder om vervolgens laag vliegend de 'Friesland' te bestoken. De passagiers waren op het dek beneden, waardoor zij niet werden geraakt. Van de bemanning werden gedood, kapitein Jelle Hendriksma, stoker Jacob Thijseling, geboren op 16 februari 1904, overleden op 21 oktober 1942 te Lemmer. Matroos Gerke Bootsma, (geboren op 23 Mei 1903 te Lemmer, overleden op 21 oktober 1942 te Lemmer, gehuwd met Jacoba Verf), en lichtmatroos Emylius de Hoop, (geboren op 8 januari 1924 in Woudsend).

Tramboot "Friesland"

Tramboot "Friesland" De winter van 1940....De "Friesland" is gekraakt door het kruiende ijs.

Dinsdag 24 november 1942.

De Duitsers willen dat alle kerkklokken worden ingeleverd. Ze maken daar natuurlijk wapens van. Ook de klokken uit de toren van de Nederlands Hervormde kerk moeten er aan geloven. Ik hoop dat ik geen getuige ben van deze diefstal. De Nederlands Hervormde kerk is niet zo ver weg van onze school en als de weghalers dan bezig zijn in één van onze schoolpauzes is de kans vrijgroot dat we wel getuige zijn van de klokkenroof .

Donderdag 17 december 1942.

Het is nu 's avonds 10.00 uur en ik heb de hele avond zitten leren en te schrijven nadat het weer rustig in de lucht is geworden. Na alles wat zich vanavond heeft afgespeeld kun je inderdaad van rustig spreken. Zo rond 6.00 uur vanavond waren er talrijke luchtgevechten.
Toen ik buiten een kijkje ging nemen, zag ik duidelijk de vurige streepjes van de lichtspoormunitie door de lucht klieven. Ik weet inmiddels al heel wat af van wat er zoal om ons heen en boven onze hoofden gebeurt. In de richting Balk althans in Zuid Westelijke richting, zag ik een grote vuurgloed. Hoogstwaarschijnlijk lag daar een neergeschoten vliegtuig te branden.

Oudejaarsavond 31 december 1942.

Moeder, tante Anna, tante Els, mijn twee nichtjes en mijn zus waren naar de kerk.
Vader, oom Pieter, mijn neven Cor en Minne en ik zaten gezellig te éénentwintigen toen Poppe de Rook, de kamer binnenkwam. Nadat hij een tijdje mee gekaart had, kwam hij op de proppen met de ware bedoeling van zijn bezoek. Hij had drie grote schijven magnesium en een zakje kruit uit kogelhulzen bij zich. Poppe is namelijk ook al een beetje lid van onze club die door ingewijden wel de dynamietclub wordt genoemd. Hij is zeer actief op dat gebied.

Poppe had de schijven afgezaagd van een door ons gevonden lichtkogel aan een parachute. De lichtkogel was niet afgegaan en lag punt gaaf in de Brekkenpolder.
De schijven waren ongeveer 4 centimeter dik en hadden een doorsnee van 12 1/2 centimeter. In het midden van de schijven had hij een klein kuiltje gemaakt.

Poppe zei dat als we in het kuiltje een beetje van het door hem ook meegebrachte kruit deden en dit kruit zouden aansteken, we een prachtig oudejaarsavond vuurwerk zouden hebben. Hij had het al uitgetest met een klein stukje magnesium bij zijn vader in één van de hangen. (Poppes vader is een bekende visroker in Lemmer). Wij voelden niet veel voor zijn voorstel, maar toen Poppe bleef aandringen, wist hij ons toch zover te krijgen dat Cor en ik meegingen. In de Schoolstraat vlakbij de parkjes tussen de 1e en 2e Parkstraat ging het gebeuren.

Toen Poppe zo'n ding had aangestoken, schrokken wij ons rot. Het brandende magnesium gaf zo'n fel licht, dat we overal grote slagschaduwen zagen. Dit was verschrikkelijk daar de Duitsers geen straaltje licht wensen te zien als het buiten donker is. Als ze het licht door de gordijnen naar buiten zien schijnen zijn ze in staat zo door de ramen te schieten. De kreet "Licht aus" is maar al te bekend.

We zetten het alle drie tegelijk op een lopen. Ik draafde rechtstreeks naar huis wat gelukkig niet zo ver is. Doodsbenauwd dat ze me te pakken zouden krijgen zat ik thuis aan tafel te trillen. Toen ik na thuiskomst eerst nog even door de gordijnen naar buiten keek, zag ik nog het felle licht boven de huizen van de Parkstraat uitkomen. Als dat maar goed zou komen.

Waar Cor en Poppe waren gebleven wist ik niet, maar wel verwachtte ik ieder moment de Duitsers of 'de hondekop' (een beruchte Schalkhaar politieagent in Lemmer) aan de deur of minstens in de straat. Er gebeurde echter niets. Waarschijnlijk waren de Duitsers met veel Schnapps aan het oudejaarsavond vieren. Ik kreeg van vader flink op mijn falie. Hij had niet geweten dat het zo erg zou zijn, anders was ik beslist de deur niet uitgekomen. Toen moeder en tante Els vlak voor spertijd thuis kwamen (het was toen ongeveer half negen) zeiden ze dat ze op straat niets bijzonders hadden gezien of gehoord en dat er geen mof op straat te bekennen was. Is dat even goed afgelopen?

Het derde oorlogsjaar is nu voorbij. De onoverwinnelijkheid van de Duitsers waar het eind 1940 en eind 1941 nog zo op leek, lijkt aardig te tanen. In Rusland en Noord Afrika krijgen de moffen flinke klappen. Als nu volgend jaar de invasie maar komt, dan zal het uiteindelijk allemaal wel weer in orde komen.
Ik heb het afgelopen jaar niet al de nachten vermeld, waarin het dreunde van de overvliegende vliegtuigen. Dat waren er heel wat.

Een paar extreme nachten moeten echter nog wel vermeld worden. Dat waren de nachten van 20 en 21 januari, 12 juni, 30 juni, 5 september en 14 september.
Op het nieuwe kerkhof liggen inmiddels zeven piloten begraven. Ere wie ere toekomt, de Duitsers begraven hun vijanden tot nu toe met alle eer. Ze lossen een geweersalvo zodra de kist waarin de piloot is gekist in het graf ligt.

Dit jaar is de snoep en de tabak op de bon gekomen. Alles wat op de bon kan is onderhand op de bon en datgene wat nog niet op de bon is, is toch niet meer te koop. Het koper en zilvergeld is ongeldig geworden en moest worden ingeleverd. Hiervoor in de plaats hebben we nu zinken- en papiergeld.

Woensdag 27 januari 1943.

Het was vanmorgen half twaalf, toen we door een oorverdovend lawaai van explosies werden opgeschrikt. We hadden juist les in aardrijkskunde van mijnheer De Vries en verlangden naar het einde van de les. Door de zware explosies trilden de muren van onze school, die zeker 40 centimeter dik zijn, als blaadjes aan een boom. Alles in onze klas stond te trillen en het schoolbord viel naar beneden. Mijnheer De Vries trok wit weg en zei dat we vlug in de gang plat op de grond moesten gaan liggen. We lagen nog maar net op de grond toen alles weer stil werd. Naar mijn gevoel heeft alles hoogstens vijf minuten geduurd. Een paar meisjes bij ons in de gang waren helemaal overstuur en huilden om hun mem. Toen het een poosje rustig was ging mijnheer De Vries naar buiten om te kijken wat er was gebeurd.

 

Intussen moesten wij op de grond blijven liggen. Toen mijnheer De Vries terug kwam zei hij dat er veel vliegtuigen in de lucht waren en dat er vast bommen waren gevallen. Aan de aardrijkskundeles kwamen we niet meer toe en mijnheer De Vries gaf ons opdracht onmiddellijk naar huis te gaan. We hoefden 's middags niet terug te komen. Roelie Visser en ik liepen langs de Schoolstraat op een drafje naar huis. Het was half bewolkt en we zagen dan ook geen vliegtuigen. Wel hoorden we het brommen van de vliegtuigen en er werd ook geschoten hoog in de lucht. Thuis waren moeder en mijn zusje ook helemaal in paniek. Moeder zei dat vader nog op de gasfabriek was en dat die kant uit een heleboel bommen waren gevallen.

 

Moeder was erg ongerust maar durfde niet naar de gasfabriek omdat ze bang was dat de vliegtuigen terug zouden komen. Gelukkig kwam vader even later gezond en wel thuis om ons even te vertellen, dat er niets met hem aan de hand was. Wel waren er vlak bij de fabriek ongeveer 15 meter van de gashouders af enige bommen terecht gekomen. Deze waren in de zachte veengrond gelukkig niet ontploft en zijn met strobalen afgedekt. Verderop achter de tramdijk waar de meeste bommen zijn neergekomen lijkt het wel of alle weilanden zijn omgeploegd.
Later op de dag hoorde ik dat een boerenarbeider die achter de tramdijk aan het werk was, omgekomen zou zijn. Het is een wonder dat er verder geen slachtoffers zijn gevallen.

Vrijdag 5 februari 1943.

Vanmiddag cirkelden enige vliegtuigen boven Lemmer. Volgens mij waren het Amerikaanse Mustangs. De Duitsers namen ze heftig onder vuur, maar hebben gelukkig niets geraakt.

Zondag 4 april 1943

Vandaag hoorde ik dat de moffen de vader van Franke Bootsma, van huis hebben gehaald. De vader van Franke Bootsma, is kapitein op de Friesland IV. Misschien werkt de vader van Franke wel voor de ondergrondse.

Woensdag 14 april 1943.

Afgelopen nacht is een Duits vliegtuig in de Brekkenpolder, neergekomen. Het is te ver om er heen te gaan en omdat het een Duits vliegtuig is zullen we er toch wel niet bij mogen komen.

Maandag 3 mei 1943.

Er wordt momenteel overal gestaakt. Ik weet niet waar het begonnen is maar intussen ligt heel Friesland en ook elders in Nederland de zaak plat. Zelfs de boeren staken mee en gooien de melk voor zover die niet door particulieren is opgehaald in de sloot. Als boeren zelfs staken, dan is het volgens vader wel een heel complete staking. De reden van de staking is dat de moffen onze militairen weer in krijgsgevangenschap willen voeren. Neef Sake die bij de Grebbeberg heeft gevochten, is reeds ondergedoken. Vanwege de staking is het verboden om met meer dan twee mensen op straat bij elkaar te staan. De moffen noemen dat samenscholingen.

Dinsdag 4 mei 1943.

De Grüne polizei of de SD heeft Jouke Bootsma, die met nog een paar mensen voor de open brug naar de Schans stond te wachten, zonder enige aanleiding of waarschuwing doodgeschoten. Jouke is een Lemster visserman, die nog geen vlieg kwaad kan doen. De vuillakken kwamen in een militaire vrachtauto, waarvan het zeil aan weerskanten omhoog was gerold, Lemmer binnen rijden en schoten vanuit die auto op de onschuldige mensen die voor de brug stonden te wachten.

We weten nu allemaal wel dat er geen groter geboefte bestaat dan SD'ers en Grüne Polizei.

(Jouke Bootsma, geboren op 21 augustus 1903 te Lemmer, overleden op 4 mei 1943 te Lemmer. Jouke kwam in de oorlog tijdens de meistaking van zee. Er kwam een groep Duitsers, Lemmer inrijden. Zij begonnen in het wilde weg te schieten. Bij de brug werd Jouke tussen zijn broers geraakt en door de Duitse beulen zo uit het leven gehaald. Dat was hun wraak, die iemand trof van een familie die nog nooit een mens kwaad had gedaan).

Donderdag 13 mei 1943.

Alle radio's met uitzondering van toestellen van de radiodistributie moeten worden ingeleverd. Via de radiodistributie horen we alleen maar Duitse propaganda.

De moffen zijn doodsbenauwd dat de Nederlanders ook de waarheid horen via radio Oranje of de BBC. Mijn ouders hebben zich nooit een eigen ontvangsttoestel kunnen veroorloven en behoeven dus ook niets in te leveren. Ik ken heel wat mensen die wel een eigen ontvangsttoestel bezitten. Ik hoop dat niet iedereen zijn toestel inlevert, zodat we af en toe via via toch nog wat van de werkelijke toestand aan de weet komen.

Vrijdag 14 mei 1943

Vannacht rond 12 uur was het weer goed raak in de lucht. Tussen 11 en 12 uur was het één en al vuur in de lucht.

Toen ik om 12 uur via mijn uitkijkpost, het dakraam aan de achterkant van ons huis, naar buiten keek, zag ik in de richting van de Brekken een grote brand. Dat was vast een neergeschoten vliegtuig.

Ook in de richting Balk/Sloten zag ik een vurige gloed, dat daar zal ook wel een brandend vliegtuig zijn neergekomen.
Vandaag hoorde ik dat er achter de tramdijk ter hoogte van Eesterga een Engels vliegtuig is neergekomen. De gehele bemanning zou dood zijn. Mijn vermoeden van vannacht was dus wel juist. Zodra de kust ter plaatse een beetje veilig is gaan mijn vrienden en ik er een kijkje nemen.

Zondag 23 mei 1943.

We waren vandaag achter de tramdijk aan het zwerven om uit te zoeken, waar het vliegtuig dat onlangs is neergeschoten precies terecht gekomen is. We durfden nog niet al te dicht in de buurt van het wrak te komen, maar van een afstand zou ik zeggen dat het tegen de polderdijk van bûtenlanden is terecht gekomen.

 

We vonden tijdens onze omzwerving een hele partij tijdschriften.
Met grote letters stond er "Vliegende Hollander" op. Deze tijdschriften zijn vast in één van de afgelopen nachten uitgestrooid door een Engels of Amerikaans vliegtuig. Cor, Jan, Willem en ik hebben elk een exemplaar mee naar huis genomen en de rest langs de tramdijk en de Straatweg verspreid.

Zaterdag 12 juni 1943.

Het was vandaag bijna een maand geleden, dat er in het land achter Eesterga een Engels vliegtuig is neergekomen. De vliegers zijn inmiddels begraven op het nieuwe kerkhof en de Duitsers hebben alles wat van hun gading was weggehaald.

Er was nu geen bewaking meer, zodat wij een kijkje konden nemen. We zijn via de reed aan de zuidkant van de Wiele, het land ingegaan. Toen een eindje langs de tramdijk gelopen en daarna via de reed achter de Wiele naar de polderdijk van de bûtenlanden rond de Brekken gelopen. Toen we op de polderdijk waren zijn we richting Follegasloot gelopen. We hadden nog maar een goede 100 meter op de polderdijk afgelegd toen we een groot gat in de wal van de polderdijk vonden. Het stonk er erg naar olie en benzine. De Duitsers hadden kennelijk getracht iets uit het gat te halen maar zo te zien was dat niet gelukt. Misschien zit er wel een vliegtuigmotor diep in de veengrond. Aan de overkant van de sloot zagen we een nog veel groter gat met duidelijke brandsporen.

Omdat we ter plaatse niet over de poldersloot konden, moesten we eerst weer een eind teruglopen, tot we over de houten batting konden gaan. Aan de andere kant van de sloot zijn we weer terug gelopen naar de plaats waar we moesten zijn. We vonden er nog van alles. Mooie grote stukken plexiglas om ringetjes van te maken.

Snoepjes die we maar niet hebben opgegeten en zakjes met een poeder er in dat als we het nat maakten alle kleuren van de regenboog vertoonde. Als het op onze kleren kwam konden we het er niet meer afkrijgen, ook niet met water. Onze kleren kregen dan wel alle kleuren van de regenboog. Er lagen ook veel klokjes en andere dingetjes met voor ons onbegrijpelijke lettertjes en cijfertjes. We wisten niet wat we er mee moesten doen en lieten die maar liggen. Verder vonden we kogels die met een soort schakel aan elkaar vast zaten.

Toen we dwars door het hoge gras weer terug naar de tramdijk liepen, kwamen we voor een grote plexiglas koepel te staan. Er staken twee mitrailleur-lopen uit de koepel. De koepel lag ongeveer halfweg het gat bij de polderdijk en de tramdijk, dus zeker 500 meter verwijderd van de plaats waar het vliegtuig was uitgebrand. De koepel zat een eind de grond in en muurvast. Het lukte ons niet om het ding uit de grond te trekken. We konden niet door het plexiglas in de koepel kijken omdat het glas ook aan de binnenkant helemaal besmeurt was met olie of iets dergelijks. Wij dachten dat er nog best een lijk in de koepel zou kunnen zitten. We denken er over om onze vondst door te geven aan Anne Rottine (Anne Rot) die het dan wellicht weer verder door zal geven.

Maandag 26 juli 1943

Toen we vandaag door de landerijen achter de tramdijk dwaalden, vonden we grote bossen zilverpapier. Het waren strookjes van ongeveer 50 centimeter en 2 centimeter breed. Aan de ene kant waren de strookjes zwart en aan de andere kant zilverachtig. We weten niet wat de bedoeling is van deze strookjes. We hebben wel wat strookjes mee naar huis genomen, want je kunt er misschien leuke kerstversieringen van maken.

Zondag 8 augustus 1943.

Anne (Alberda) en zijn vrouw Rina, waren vandaag bij ons op visite. Anne die met paard en wagen allerlei vrachtklusjes voor boer Heutema, die aan het einde van de Schans woont, verricht, vertelde ons een trieste maar toch ook wel komische anekdote. Een paar weken geleden moest hij het aangespoelde lijk van een geallieerde vlieger ophalen van de N.O.P.-dijk. Hierbij heeft hij altijd hulp van buurman De Jong en Mijnheer Gaal. Toen ze het lijk op de wagen hadden gelegd, deden ze er een dekzeil overheen. Op de terugweg haalden ze ome Leeuwke (Zandstra) in. Ome Leeuwke vroeg Anne of hij mee naar de Lemmer mocht rijden. "Natuurlijk Leeuwke" had Anne gezegd, "Ga maar op het dekzeil zitten, hier vooraan is geen plaats meer".

Zo gezegd zo gedaan. Ome Leeuwke klom op de wagen en ging op het dekzeil zitten. Na een tijdje werd ome Leeuwke nieuwsgierig en vroeg wat er onder het dekzeil lag. "Het voelde zo zacht aan" zei hij. Anne antwoordde: "O niks bijzonders Leeuwke, kijk zelf maar". Ome Leeuwke keek en zag het niet meer zo fraaie uiterlijk van de enige weken in het water gelegen hebbende dode vlieger. Ome Leeuwke die normaliter altijd meehelpt als er naar een drenkeling gedregd moet worden, heeft kennelijk toch een heel klein hartje.

Met een kreet van afschuw sprong hij van de rijdende wagen en ging scheldend te voet verder richting Lemmer. De drie lachende mannen op de wagen lieten hem scheldend achter zich.

Dinsdag 26 oktober 1943.

Vanavond om ongeveer 6 uur was het weer goed raak in onze omgeving.

Het luchtalarm loeide en er werd mirakels geschoten, door zowel het Duitse afweergeschut rond Lemmer als door de vliegtuigen onderling hoog in de lucht.
We hoorden enige zware explosies, waarschijnlijk van vallende bommen. Het was één en al paniek bij ons in huis.
Vader had late dienst op de gasfabriek en tante Els en buurvrouw De Vries met dochter Annie, waren uit angst bij ons in huis gekomen.
Moeder kroop op handen en voeten door de kamer om alles wat door het trillen van de explosies omviel, weer op zijn plaats te zetten en te hangen.

Dinsdag 2 november 1943.

Vandaag ben ik 15 jaar geworden en moet dus voortaan ook een persoonsbewijs bij me dragen.

Zaterdag 13 november 1943.

Het was vandaag een sombere koude dag met weer een nieuwe oorlogservaring.

Ik had geen vliegtuigen gehoord, maar toch werd er om even over twaalf geschoten met het afweergeschut dat op het gemaaltje bij het sluisje naar het voetbalveld staat. Ik herkende dit geschut aan de knallen, die heel anders klinken dan van het 2 centimeter geschut op het tramstation en de N.O.P.-dijk. Iets later op de middag kwam Cor bij me om te vragen of ik mee ging naar het Lemster Hop.

Daar had een groot vliegtuig een noodlanding gemaakt, natuurlijk ging ik mee. De afstand viel trouwens tegen, het was een heel eind de kant van Schoterzijl uit. Toen we bij het vliegtuig kwamen, herkenden we het als een vier motorige Amerikaanse Liberator. Het vliegtuig was behoorlijk gehavend maar we hoorden van omstanders dat de gehele bemanning er heelhuids was afgekomen.

De bemanning is gevangen genomen door de Duitsers van de luchtwachtdienst op de voormalige Zuiderzeepolderdijk. Zonder dat de Duitsers die ook bij het vliegtuig stonden er iets van zeiden, konden we in het vliegtuig kijken. Binnen is het afgezien van allerlei draden, maar een kale bedoening. Even later werden we toch door een andere mof die ook naar het vliegtuig kwam kijken, weggejaagd.

Woensdag 17 november 1943.

Vandaag kon ik op de gemeentesecretarie mijn persoonsbewijs in ontvangst nemen. Het is PB nr. L21-005992. Ik hoop dat ik het nooit nodig zal hebben.