Redders in storm en noodweer |3|

LC-25 november 1930 -Een tjalk bij Lemmer in nood.

Gisteravond om ongeveer 5 uur werden aan de haven te Lemmer lichtseinen opgemerkt van een blijkbaar in nood verkerend tjalkschip. De reddingboot Hilda vertrok direct daarop naar de plaats des onheils. Het bleek dat een paar honderd meter ten westen der haven het tjalkschip "Volharding" schipper J. Harder van Leeuwarden met stuk geslagen zeilen en gebroken gaffels reeds voor anker lag. De opvarenden de schipper met z’n vrouw en drie kinderen wenschten echter niet van boord te gaan doch een sleepboot om in de haven te worden gesleept.

Een motorvlet van de Zuiderzeewerken welke inmiddels ook zee gekozen had heeft daarop twee mannen n.l. G. Poepjes en R. Visser aan boord van de "Volharding" overgezet teneinde den schipper behulpzaam te zijn bij het lichten van het anker en het bevestigen der trossen Een en ander werd door de hooge zee'n zeer bemoeilijkt Het was dan ook reeds ongeveer 8 uur toen het schip door de reddingboot en de motorvlet te Lemmer werd binnengebracht Het schip geladen met gerst was onderweg van Amsterdam naar Oldeberkoop.


LC-29 februari 1931 -Vollenhover visschers in nood.

Te Lemmer binnenkomende Lemster visschers rapporteerden, dat tusschen Urk en Lemmer een Vollenhover visscher met zijn schuit in het ijsveld bekneld zit. Twee opvarenden die in 'n vlet bezig waren met het ophalen van haringnetten zijn afgedwaald en ook in het ijs bekneld geraakt. De motorreddingboot "Hilda" van de Lemmer kapitein Kolk is Zaterdagmiddag naar zee vertrokken om assistentie te verleenen. Des avonds om 9 uur was de reddingboot nog niet terug.

J. Kolk, van de reddingboot ´Hilda´ te Lemmer, die de zilveren medaille van de N.Z.H.R.M. ontving voor zijn vele kranige reddingen.


LC-3 juni 1937 -Botter gestrand.

Lemmer 2 Juni. De havenmeester alhier ontving hedenmorgen bericht dat hedennacht om ongeveer één uur de Urker botter U.K. 26 nabij den Mirdumerhoek op het strand is geloopen. De reddingboot Hilda is daarop uitgevaren om z.g. hulp te verleenen maar pogingen om den botter weer vlot te krijgen mislukten. Daarna heeft men den schipper naar hier gebracht om assistentie uit Urk te vragen. De Hilda is toen weer uitgevaren om bij de U.K. 26 te blijven tot de gevraagde assistentie aanwezig was. Ofschoon er thans geen gevaar dreigt was de toestand hedennacht tijdens den vrij hevigen wind nogal critiek.


LC- 3 mei 1938 -REDDINGBOOTBEMANNiNG ONDERSCHEIDEN.

De Ruyter-medaille toegekend.

Lemmer 2 Mei Hedenmorgen viel aan de bemanning der hier gestationneerde reddingboot "Hilda" een bizondere onderscheiding ten deel door de toekenning van den z.g. de Ruyter-penning. De heer P. E. Tegelberg voorzitter van de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij was in gezelschap van den secretaris dier maatschappij den heer H.Th. de Booij naar hier gekomen om dit eere-teeken uit te reiken waartoe men in de raadzaal van het gemeentehuis bijeen kwam.
Behalve genoemde heeren en de plaatselijke commissie der Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij was ook aanwezig de bemanning van de reddingboot "Hilda"

De heer Tegelberg herinnert er aan dat in 1923 het de Ruyter-comité de gouden de Ruytermedaille aan de Noorden en Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij heeft toegekend als een onderscheiding voor haar werk ter zee. Het bestuur heeft toen nagegaan hoe deze medaille op de beste manier te benutten en besloot ze elke vijf jaren uit te reiken aan het station alwaar in dien afgeloopen tijd de meeste reddingen hadden plaats gehad met verzoek ze een plaats te geven in het gemeentehuis.

In 1923 werd dit eereteeken toegekend aan Terschelling in 1928 aar den Helder in 1933 aan de Insulinde te Oostmahorn waardoor ze gedurende de laatste vijf jaren een plaats had in het gemeentehuis te Metslawier. Nu echter is de beurt aan Lemmer dat met zijn 68 reddingen ver boven de andere stations uitsteekt. Spreker wenscht het station en de bemanning geluk met deze onderscheiding.

De bemanning is volkomen berekend voor haar taak. Aan de plaatselijke commissie brengt spreker dank voor de zorg welke er steeds aan het schip en de bemanning wordt besteed. Hierna biedt spreker den eere-penning den voorzitter der plaatselijke commissie mr M. Krijger aan met verzoek ze een plaats in de raadzaal te geven. Burgemeester Krijger dankt voor deze bizondere onderscheiding. Er is eigenlijk nimmer aan gedacht dat de de Ruyter-penning ook hier nog eens zou komen Lemmer is maar een betrekkelijk klein station en daarom wordt deze onderscheiding zoo buitengewoon op prijs gesteld.


LC- 5 december 1940 -MOEILIJKE REDDING VAN DE HILDA.

Twee Lemster visschers gered.

Gisteravond om halfzeven voer de motorreddingboot Hilda van de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij te Lemmer uit naar een visschersvaartuig dat door den opkomenden storm gestrand was. Dit vaartuig had geen seinmiddelen aan boord zoodat de Hilda in het donker een zwaren speurtocht had. Omstreeks halftien kreeg de Hilda het gestrande vaartuig bij den Mirdumer hoek in zicht. Het was de Lemmer 9 met twee man aan boord. Zij konden op het nippertje worden gered. Het visschersschip verging. Om halfelf zette de reddingboot de beide visschers behouden aan wal.

Hier werd gevaren onder de vlag van het Rode Kruis tijdens de Oorlog.


LC- 16 april 1949 -De acht Friese reddingbootschippers.

Douwe Tot; schipper van de motorreddingboot Brandaris van Terschelling is 62. Een kalme gesloten man die ge nooit zult horen opsnijden over wat hij en z’n mannen deden een man die alle wereldzeeën bevoer in de vorige oorlog alle gruwelen van de zeeoorlog leerde kennen en die nu z’n eigen leven en dat van z’n zoon Klaas - veil stelt voor dat van zijn oud-collega’s die op de gevaarlijke gronden van Terschelling of in de mijnenvelden met de dood worstelen.

Schipper geworden in 1930 maakte hij in totaal 129 reddingtochten daarbij haalde hij 225 mensen uit de klauwen van de zee. Behalve schipper van de Brandaris is hij schipper van de motorstrand-reddingboot. Adriaan de Bruyne die ook in de Terschellinger haven ligt en die gebruikt wordt voor reddingtochten naar ondiepe gedeelten van het Wad en de Noordzee tussen de gronden en de kust.

Douwe Tot.


Joh. Huizinga; schipper van de motorreddingboot "Nicolaas Marius" bij paal 8 op Terschelling (tussen West en Midsland, eveneens 62 jaar. Als schipper van deze juist voor de oorlog door Prins Bernhard in bedrijf gestelde reddingboot in dienst gekomen in 1942. Hij maakte in deze zeven jaren 21 reddingtochten gevallen waarin de Brandaris door haar te grote diepgang onmachtig was en bracht 41 mensen behouden aan wal.

Joh. Huizinga


Botte Ney; op 10 September 25 jaar in dienst van de N.Z.H.R.M. sedert 1935 schipper van de motorstrand-reddingboot "Abraham Fock van Hollum" (A) de meest spectaculaire omdat zij de laatste motorreddingboot is die door paarden in zee wordt gebracht. Botte Ney 51 jaar heeft het Bornrif het Amelander Gat en de Wadden tot jachtgebied. In 59 tochten redde hij 55 mensen het leven.

Botte Ney


Jan IJjes Teerdstra; is de schipper van de motorreddingboot "Johan de Witt" van Schiermonnikoog 61 jaar oud niet gesteld op publiciteit. Hij is schipper per sedert 1940 maakte negentien reddingtochten en mocht het genoegen smaken vier geredden aan wal te brengen. Dat dit aantal niet hoger is is het gevolg van de activiteit van de "Insulinde" die alle grote zaken opknapt. Waarmee mee we niet willen zeggen dat het de mannen van de "Johan de Witt" aan activiteit zou ontbreken het tegendeel is wel bewezen toen ze enige weken geleden
uitvoeren om naar overblijfselen van de vergane Griekse coaster "Ioannis" te zoeken.


Mees Toxopeus; ook al 62 is in dienstjaren de oudste redder van de maatschappen hij werd schipper in 1917 was eerst gestationeerd op Rottumeroog en kwam naar Oostmahorn toen de "Insulinde" in dienst gesteld werd (1927 Mees is een rasechte Groninger die zich evenwel prima thuis voelt tussen de Friezen van de Skâns. Een blozend zeemans-gelaat zo nu en dan gesierd met een witte snor. In 142 tochten waarvan de laatste juist een week oud is haalde hy niet minder dan 251 mensen uit de hel van de Lauwersgronden en het Bornrif. Zoals als bij vele schippers-van-reddingboten het geval is maakt ook zijn zoon deel uit van de bemanning.


Sipke Wielenga; 60 jaar en sedert 1926 van de in Harlingen gestationeerde reddingboot nu de "Twenthe". Gemoedelijke baas met twee blauwe (zee) kijkers witte snor en nét groot genoeg om over de stuurkap van de "Twenthe" heen te kijken. Mannetjesputter die in 54 tochten 55 mensen het leven redde en dat terwijl groot wild zich nooit in zijn jachtterrein (de Waddenzee) waagt.


Gerke Mulder; visser te Hindeloopen en schipper van de motorreddingboot "C.A. den Tex" zes kruisjes, acht jaar in dienst, beschermengel van vele onervaren Hollandse zeilers die even het IJsselmeer oversteken. Loodste in de oorlogsjaren meer dan één Hollands schuitje dat in Friesland vlees en vet kwam bunkeren in veilige haven.


Wouter Vaartjes; (44 jaar) schipper van de Lemster motorreddingboot "Hilda" die het gehele gebied van het Vrouwenzand tot de Lemster haven en al wat daar zuidelijk van ligt, bestrijkt. Olijke baas, oud-sleepboot schipper, en heeft in de drie jaren sinds hij Kolk opvolgde al veertien man (in elf tochten) binnengebracht.


Afdruk van Wim de Roos: Een sollicitatie van zijn vader Arjen de Roos (zoon van Evert, stuurman op de Friesland)


LC-26 mei 1942 -MOTORSCHIP BIJ LEMMER OP STEENEN DAM GESLAGEN.

Het motorschip "De Hoop" schipper F. Smit van Ter Apel geladen met cokes van Amsterdam naar Delfzijl dat in den nacht van Zaterdag op Zondag nabij Lemmer achter den meerdijk voor anker was gaan liggen is van zijn anker losgerukt en bij den vuurtoren op den steenen dam geslagen. De noodvlag werd geheschen waarop de reddingboot Hilda van N.Z.H.R.M. ter assistentie uitvoer. Het motorschip dat ernstige averij had opgeloopen werd met veel moeite door twee sleepbooten vlot gesleept en in de haven te Lemmer gemeerd. De vrouw van den schipper en twee kinderen zijn van boord gehaald. Persoonlijke ongelukken hebben zich niet voorgedaan.


LC-20 december 1954 -Twee Lemmerboten vast op IJsselmeer.

Twee Lemmerboten de "Piet Kaspersma" en de Jan Nieveen hebben gisternacht op het Enkhuizerzand op het IJsselmeer aan de grond gezeten. Gisteren zijn de beide schepen vlotgesleept door de sleepboot Zeemeeuw uit Hoorn; ruim vier uur waren de schepen veilig terug in de haven van Lemmer.

De Piet Kaspersma (115 ton) kapitein A. Veenstra liep Zaterdagmorgen tijdens de dichte mist aan de grond op het Enkhuizerzand toen het schip met een lading stukgoed (waaronder thee) op weg was naar Lemmer. Zaterdagmiddag om twee uur verlieten de Jan Nieveen schipper H. Bouma en de reddingboot "Hilda" schipper Wouter Vaartjes de haven van Lemmer om het schip assistentie te verlenen.

Het lukte de "Jan Nieveen" evenwel niet de "Piet Kaspersma" vlot te krijgen erger nog de Jan Nieveen verspeelde zijn anker en raakte zelf ook aan de grond. De reddingboot Hilda voer daarop naar Lemmer terug maar liet de nieuwe reddingsloep bij de schepen achter opdat die dienst zou kunnen doen wanneer de bemanning in moeilijkheden zou komen. De wind wakkerde namelijk Zaterdagavond sterk aan.

Zondagmorgen is de sleepboot "Zeemeeuw" die met een aak in de Lemster haven arriveerde uitgevaren naar de beide schepen. De sleper slaagde er in de boten vlot te trekken. De beide Lemmerboten zijn gistermiddag bij wijze van uitzondering nog in Lemmer geschut omdat de "Jan Nieveen" gisteravond elf uur weer naar Amsterdam moest vertrekken.


LC-26 april 1958 - Lemsterlands nieuwe burgemeester stapte in de Noordoostpolder vlakbij Lemmer aan boord van de reddingboot "Hilda" om daarna tussen een haag van blij gestemde dorpelingen door naar het gemeentehuis te varen.


LC-3 november 1959 - C de Roos uit Lemmer in Duitsland verdronken.

Hij was jaren opstapper van reddingboot "Hilda" Bij de familie te Lemmer kwam vanochtend het droeve bericht binnen dat de heer C. de Roos in Duitsland in de Rijn was verdronken. De juiste plaats waar het ongeluk is gebeurd was vanochtend nog niet bekend. De heer De Roos die voer op een olietanker zat in een bootje dat achter de tankboot werd gesleept. Vermoedelijk is het bootje in een draaikolk terecht gekomen waarna het kapseisde. Bij dit ongeluk verloor de heer De Roos het leven. Hij was 39 jaren oud was gehuwd en had drie kinderen. Hij is vele jaren opstapper geweest op de reddingsboot "Hilda" te Lemmer.


LC-26 maart 1964


LC-29 september 1966 -Spoedig afscheid twee mannen van de Hilda.

Na 38 en 33 jaar dienst bij KNZHRM.

De stuurman en de motordrijver van de reddingboot Hilda uit Lemmer respectievelijk de heren Wiebe Verhoef en Johannes van Putten zullen binnenkort niet meer tot de bemanning van van deze boot van de Koninklijke Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingsmaatschappij behoren. Op grond van hun leeftijd stappen zij met ingang van de komende maand van boord en dragen zij hun functies over aan de heren A. Griffein en W. Hoekstra die reeds verschillende keren als opstappers mee uitvoeren.

Op 18 oktober zullen de stuurman en de motordrijver officieel afscheid nemen van de KNZHRM op een bijeenkomst in De Wildeman en daarmee hun zeer lange reddingbootloopbaan afsluiten. Officieel althans want ze zullen vast nog wel eens een keer of vaker met de Hilda naar buiten gaan. Het werk op de reddingboot is hun lief geworden en het is niet zonder weemoed dat zij de zuidwester nu aan de kapstok hangen.

Van Putten als Verhoeff heeft de ere medaille in zilver verbonden aan de Orde van Oranje Nassau. De eerste is bovendien Broeder in de Nederlandse Leeuw een onderscheiding die hem jaarlijks vierhonderd gulden oplevert en beiden bezitten de zilveren ere-medaille voor menslievend hulpbetoon. De beide mannen hebben voorts een vijftal medailles van de maatschappij die hun voor diensten in oorlogstijd en na verschillende andere moeilijke tochten werden verleend.

De twee bemanningsleden van de reddingboot Hilda. Links de motordrijver Johannes van Putten die de KNZHRM 38 jaar diende en rechts Wiebe Verhoeff die 1933 als opstapper op de Hilda werd aangesteld en die sinds ongeveer twintig jaar stuurman man is.


LC-25 maart 1974 -Lemmer blij met de nieuwe reddingvlet "Jansje Baart" in plaats van oude vertrouwde Hilda.

LEMMER Het reddingstation van de Koninklijke Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingsmaatschappij te Lemmer heeft een spiksplinternieuwe reddingboot. Het is de Jansje Baart een motorreddingvlet van bijna vijftien meter en met een motor van ruim 250 paardekrachten.

Zaterdag vond te Lemmer onder grote belangstelling de officiële ingebruikneming plaats. Daarbij onthulde mevrouw Anna de Jong-Bartels de vrouw van de ook te Lemmer aanwezige oud-minister-president Piet de Jong de naam van het nieuwe vaartuig. De vlet is genoemd naar mevrouw Jansje Bartels-Baart die de KNZHRM tot haar erfgename benoemde. De voorzitter van de KNZHRM de heer Joris Dudok van Heel, toonde zich zaterdag op een bijeenkomst voor de ongeveer honderd genodigden in De Wildeman bijzonder dankbaar ten opzichte van de erflaatster. Het feit dat zij de reddingsmaatschappij een geweldig bedrag schonk maakte het de KNZHRM mogelijk de nieuwe boot te bouwen.

Aanvankelijk waren er plannen om de meer dan een halve eeuw oude Hilda te moderniseren. Een onderzoek had uitgewezen dat de romp van deze boot nog in prima staat verkeert. De kosten van een modernisering zouden echter zeker f 160 bedragen. Toen de maatschappij het bedrag van mevrouw Bartels-Baart ontving was de beslissing om tot nieuwbouw over te gaan niet moeilijk meer.

Na de onthulling van de naam en de overdracht van de boot aan de plaatselijke commissie maakte de Jansje Baart enkele korte proeftochten met de genodigden onder wie vele familieleden van de erflaatster aan boord op het IJsselmeer. Zij konden zich daarbij overtuigen van de technische kwaliteiten van de motorreddingvlet en de doelmatige inrichtingen daarvan. Burgemeester Feite Faber van Lemsterland de voorzitter van de plaatselijke commissie verklaarde later dat de bemanning zich al verzoend heeft met het idee in het vervolg op een andere boot dan de Hilda te moeten varen.

De Lemster bemanningsleden waren zeer verknocht aan deze boot die zo lang te Lemmer dienst heeft gedaan. Aanvankelijk waren zij dan ook niet zo enthousiast om over te steppen op de nieuwe vlet. Maar hun ervaringen met de Jansje Baart tot nog toe zijn van dien aard geweest dat zij op z’n Lemsters hebben gezegd "dit komt wol goei". De heer Faber zei dat men in Lemmer zeer dankbaar voor de vernieuwing is en het vertrouwen van de reddingsmaatschappij met de Jansje Baart hoopt waar te maken.

De Jansje Baart heeft een lengte van 14.88 en een breedte van 4 meter. De diepgang bedraagt 1.05 meter en de waterverplaatsing 23 ton. Volle kracht varend kan het vaartuig een snelheid van negen knoop halen zo’n zeventien kilometer per uur en heeft het een actieradius van dertig uur oftewel dertig zeemijl.

De nieuwe reddingboot Jansje Baart tijdens de eerste tocht voor een aantal genodigden.


Janny Bergh vertelt: In de Buitenhaven van Lemmer verzamelden zich vrijdag 25 september 2009 26 reddingboten die bij de KNRM. Engelse of Duitse reddingsmaatschappij dienst hebben gedaan. In deze vloot bevonden zich o.a de Zeemanshoop, Susanna, Hilda, Knokkels en Gebroeders Luden en nog veel meer schepen met bekende namen die in het verleden grote reddingen hebben verricht. De schepen maken nu deel uit van de Nautische Vereniging Oude Reddingsglorie.

Reactie plaatsen

Reacties

linda ruiter
4 jaar geleden

Geachte Heer, Mevrouw,
Las het stuk over de reddingsboot de Jansje Baart geschonken door Mevr. Jansje Bartels-Baart. Zij was gehuwd met Henri Jean Mathieu Bartels welke een familielid in de tweede graad van me is. Als u me het verhaal hierover (per mail) zou willen toesturen. Een mooie aanvulling bij de stamboom waar ik mee bezig ben.
Alvast mijn dank.
Met vriendelijke groet,
Linda Ruiter