Werf, W. Nijdam

Wiebe Jelles Nijdam, scheepstimmerman, geboren op 7 september 1877 te IJlst, overleden op 28 november 1944 te Sloten op 67 jarige leeftijd, zoon van Jelle Luitsens Nijdam (Bekend van hellingen in Wartena en de Noorderwerf te Woudsend) en Joukje Wybes Cnossen. Gehuwd op 23 jarige leeftijd op 21 juni 1901 te Lemsterland met Janna Kerstens Koopmans, 27 jaar oud, geboren op 19 januari 1874 te Oosterzee, overleden op 6 maart 1957 te Sloten op 83 jarige leeftijd, dochter van Kerst Uiltjes Koopmans en Rinkje Vonk.

  • Gerben Wierda is de kleinzoon van de zuster van W. Nijdam. Gerben Wierda; Ik weet niet in hoeverre je geïnformeerd bent over de werf van Wybe Nijdam, daarom een stukje eigen verhaal van hem uit een brief die hij heeft geschreven aan de notaris Nanne Ottema, die veel aan scheepvaart geschiedenis heeft gedaan. Het origineel van deze brief is te vinden in het Scheepvaartmuseum te Sneek.

(cit:)..........Ten eerste kan ik u vertellen dat ik een oude scheepswerf heb gehad in de Lemmer a/d Zeilroede op 't westend van de Lemmer. Dat was vroeger een oude sleephelling en een kanthelling plus een oude heele groote schuur, waar vroeger groote houten kofschepen en tjalken werden gemaakt. de kanthelling met schuur was waar thans het Waaigat is. De sleephelling was aan de overkant waar vroeger tjalken en zelfs de Lemmer-Groningen stoomboten werden opgeknapt. Kanthelling is heel ouderwets waar de schepen in 't water bleven maar balken dwars-over werden bevestigd en dan over de kant werden gedraaid, zodat het vlak of bodem boven water kwam te liggen. Deze zaak werd door mij gekocht in 1902 van de toenmalige eigenaar P. Bakker (Poppebaas). In 1913 door mij gedeeltelijk werd verkocht a/d gemeente Lemsterland, omreden daar een nieuwe brug moest gemaakt worden, juist waar mijn langshelling was, om een betere verbinding te krijgen met de nieuwe woningen die gebouwd werden en daarmede was het bestaan van de werf verdwenen. Thans ben ik eigenaar van een oude scheepswerf in Sloten........(einde cit)

Mei 1913

Gezin van WIEBE JELLES NIJDAM.

Wiebe Jelles Nijdam was nadat hij bij zijn vader op de helling in Woudsend werkte als knecht ook enige tijd werkzaam op een helling op Urk en in Lemmer.

Wiebe wordt met zijn vrouw op 12 mei 1902 te Lemmer ingeschreven. Hij werkt dan korte tijd op de hout en ijzerhelling van de familie De Boer. In 1903 werd hij zelfstandig scheepsbouwer te Lemmer. Hij huurt een helling aan de Korte Streek bij de Zeilroeden aan de westkant van Lemmer, die eigendom is van "Poppe Baas" (Poppe Cornelis Bakker). Op 20 febr. 1904 koopt Wiebe de helling van "Poppe Baas" voor 1900 gulden. In 1913 werd de helling verkocht, omdat de gemeente de grond nodig had voor een nieuwe brug over de Zeilroede.

Wiebe koopt vooralsnog geen andere werf, maar gaat varen. Met de van de gemeente Lemsterland ontvangen contanten koopt hij zich in bij de firma Tieleman, die veerdiensten onderhield tussen Lemmer en Bolsward. De schuit de "Tieleman" draagt vanaf 1913 het opschrift : Tieleman en Nijdam". Het schip was de 28,5 ton metende s.s. "Bolsward I". Elke dag Lemmer-Bolsward vice versa met goederen en passagiers. Zeven uur was de afvaart.

Dit avontuur duurde slechts 5 jaar, want de "Tieleman en Nijdam" werd verkocht aan Flevo-Maatschappij, een veel groter bedrijf, dat onder meer veerdiensten onderhield tussen Lemmer-Amsterdam en Enkhuizen.

Geert van der Velde

Rechts de "Tieleman en Nijdam"

Later (vanaf 1918) was hij zelfstandig scheepsbouwer te Sloten. Hij nam de werf van Sijbe Hoekstra over. Volgens familieverhalen heeft hij daar nog een aantal relatief goede jaren gehad. Het bedrijf was in ieder geval florissanter dan dat in Lemmer. Hij had naast zijn werk ook diverse nevenactiviteiten, zoals : wethouder van de gemeente Sloten, bestuurslid van de School met de Bijbel en ouderling in de Gereformeerde Kerk.

IJspret bij de werf van Wiebe Nijdam. De vierkante bak links, is een werkschouw, die bij reparaties werd gebruikt.

Scheepstimmerwerf W. Nijdam. In de vorige eeuw was nog een andere helling aan het Dok, die van Poppe Bakker (op die helling zou in 1880 de laatste brik zijn gebouwd), op de plaats waar het Dorpshuis gevestigd was en waar dus ook de naam 'De Helling' vandaan komt. (inmiddels is dit Dorpshuis verdwenen ).

  • De helling van Poppe Bakker, stond op de plek waar nu het z.g. Vredespaleis staat, het woonhuis daarnaast Langestreek 28 te Lemmer werd door Poppe Bakker bewoond.
  • In 1859 zette de weduwe (Hendrikje Feites Hoeksma) van Cornelis Poppes Bakker met hulp van scheeps-timmerknecht Pier Klazes de Boer de grote scheepswerf van haar overleden man aan de Langestreek voort.

Een opname van het eind van de Kortestreek te Lemmer, waar we nogmaals de helling van Nijdam zien op de plaats van de latere muziektent. Op deze helling vond het onderhoud plaats van de schepen van de Lemster vissersvloot. Geheel links zien we de woning waar nu groentehandelaar Gaastra woont, nog met de witte verf die enkele jaren geleden werd verwijderd.

Daarnaast een gebouwtje dat waarschijnlijk bij de helling behoorde met daarachter een dak, dat van de kerk van de Gereformeerde gemeente zou kunnen zijn. Achter de bomen in het midden stond een boerderij die later in verschillende woongedeelten was opgesplitst. Van de woningen die we hier zien is de meest linkse indertijd afgebroken om de Flevostraat te verbreden. Op de voorgrond, aan de kant van de Langestreek dus, ligt een vlet.

Scheepswerf van W. Nijdam te Lemmer. We zien het laatste stukje van de Kortestreek. Het huis waarvan alleen het dak te zien is, is indertijd afgebroken om de Flevostraat, toen nog het 'Zwarte Wegje' breder te maken. Van de kerk van de Gereformeerde Gemeente is tussen de bomen door een stukje van de voorkant te zien. Rechts voor de wal ligt de LE 117, behalve wat klein varend spul in het water ligt er nog een aak op de wal. Geheel links ligt ook nog een vissersschip tegen de wal en daarnaast ligt zo goed als ik het kan lezen de LE 29.

  • Als het het echt de LE 29 is dan is het de Stella Maris, gebouwd door Bos in Echten en eigendom van Tjebbe de Jager. De Jager was één van de Lemster hangbazen. Hij gebruikte deze aak om, als de vissers langer op zee bleven en er behoefte aan vis was, op zee de vis al op te kopen. Hetzelfde gebeurde ook bij de andere rokerijen. Het lijkt erop, dat hier de gehele familie poseert voor deze opname die gemaakt is door C. Koksma, hier in Lemmer.

Reactie plaatsen

Reacties

Luitzen Jelle Nijdam
5 jaar geleden

Zijn er ook nog foto's van de werf van Wiebe Jelles (de broer van mijn grootvader) in Sloten?