Lemster visserman aak LE 50 |1|

Informatie en mogelijkheid om te varen met de LE 50

Stichting de LE 50
Binnenhaven 1
 8531 DS Lemmer

Houten Pluut LE 50 in de haven van Lemmer, achtergrond Nieuwedijk N.O.P en keten en rijshout voor de zinkstukken.

  • Marten Coehoorn: Na her hardzeilen sleept de LE 24 de LE50 naar de haven deze heeft de schroef verwijderd in verband met de snelheid in de wedstrijd.
  • Wietze de Haan: Vooraan mijn vader en zijn broer Jan de Haan.

De LE 17 'Dolfijn' L 11.20 br 4.06 is in 1901 gebouwd bij scheepswerf De Boer in Lemmer, voor de vissersman Sake Visser, bijnaam 'De Rus' Dit is een ijzeren geklonken aak. De Firma Johannes Sterk, uit Lemmer, heeft deze aak gefinancierd, Johannes Sterk, was getrouwd met Dina Visser een familielid van Sake.

Sake heeft met de aak gevist van 1901 tot 1913 en heeft hem daarna verkocht aan Lubbert Coehoorn, (Lubbert blies Piston bij muziekvereniging 'Excelsior') en veranderde de naam van het scip in 'Presto' en het no werd toen de LE 3

De 'Presto' LE 3 was bij lichtweer een snelle zeiler. Lubbert en zoon Jilling hebben met de aak tot 1946 gevist en tijdens zeilwedstrijden ook vaak in de prijzen gezeild.

In 1946-1947 ging Jilling over naar een kotter, eerst samen met Jelle Toering in de maatschap. Later ging Jilling alleen door met de kotter de LE 3 'Pietje-Antje'. Jilling Coehoorn verkocht de aak aan de Gebr. Pieter, Jan en Lolle Poepjes, de Gebr. Poepjes, kwamen van Sloten naar de Lemmer en hadden een houten pluut, vandaar de bijnaam 'De Pluten.

De Gebr. Poepjes hadden er een ééncilinder Kromhout motor in laten bouwen van 10 pk. Maar bij harde wind was dit te weinig Pk's. Toen hebben de Gebr. Poepjes er een 20 pk Lister in laten bouwen en die werd geleverd door de Firma van Wieren uit Sneek, Van Wieren leverde er twee van deze motoren in de Lemmer, want ook in de LE 64 van Andries en Wiep Visser, werd een 20 pk cilinder Lister ingebouwd, dat dit betrouwbare motoren waren blijkt wel, want de Lister in de LE 50 doet het nog steeds goed.

Lolle Poepjes, ging naar Sloten terug en nam de visserij binnen over van zijn vader, Pieter en Jan gingen door in de Lemmer, bijgestaan door de oude Hendrik Bootsma, die gepensioneerd was.

In 1974 hebben Pieter en Jan, de aak verkocht aan Fred Kroon, uit Hillegom voor de recreatie. Fred was violist bij het Filharmonisch orkest van N.H. zijn bijnaam was 'Fred Viool

Fred Kroon en fam. hebben met de aak gevaren van 1974-tot-1996-daarna werd hij te koop aangeboden. Hij is toen gekocht door enkele personen, die door deze koop deze aan de stichting 'De Vuurtoren' overdeed... HULDE. Toen deze stichting de vuurtoren verkocht aan de Gemeente Lemsterland, ging de aak over naar de Stichting LE 50.

Daar er bepaalde personen twijfelden over de werf waar de LE 17 van Sake Visser, was gebouwd, zij dachten te weten, dat de aak bij Bos in Echtenerbrug was gebouwd.

Hier de bewijzen van de berekening en beschrijving van de spanten voor de LE 6 van Pake Auke Bakker.

Stevens gelijk mal Sake Visser.

Hoogten achtersteven buiten stok in 't mal.

  • Door Auke Coehoorn.

Afbeeldingen van Henk Klaasen

3049_001
PDF – 217,4 KB 764 downloads
3052_001
PDF – 175,5 KB 713 downloads
3053_001
PDF – 83,4 KB 714 downloads

3054_001
PDF – 76,9 KB 687 downloads
3055_001
PDF – 135,2 KB 718 downloads
3050_001
PDF – 307,7 KB 728 downloads

Sake Visser (Sake de Rus) Geboren te Lemmer op 6 februari 1857. Overleden te Lemmer op 20 december 1944, 87 jaar oud.

Het huurcontract van visserman Sake Visser, bijnaam 'De Rus' (Sake huurde in eerste instantie later kocht hij het schip)

Johannes Sterk: Geboren op 17 augustus 1856 te Lemmer. Overleden op 30 november 1932 te Lemmer, 76 jaar oud. Stamreeks Sterk.

Foto van Hielke Roelevink

Lubbert Coehoorn, staat hier op de foto in de deur van zijn huis aan de Vissersburen. Geboren op 3 mei 1875 te Lemmer, overleden op 26 september 1961 te Lemmer.

De Gebroeders Poepjes (De Pluten) Van links naar rechts de gebr. Lolle Poepjes, Jan Poepjes en Pieter Poorting, die samen tot 1950 op het IJsselmeer hebben gevist.

Pieter en Jan op de LE 50 in de haven te Lemmer.

V.l.n.r. Jan Poepjes, Liesje Poepjes, Klaas Poepjes, Aaltje Poepjes, onbekend en Jantje Poepjes.

De drie gebroeders Pieter Poorting*, Jan Poepjes en Lolle Poepjes, zijn in het jaar 1937 vanaf de binnenwateren van Friesland naar het IJsselmeer gegaan, om daar hoofdzakelijk de fuikvisserij uit te oefenen, en hebben in dat jaar besloten samen door te willen gaan om op paling te gaan vissen.

Hun eerste vissersboot was een houten Pluut die in dat jaar 1937 in gebruik is genomen, zij vormden een driemanschap, dat tot het overlijden op 67 jarige leeftijd van hun vader Jacob Poepjes, te Sloten, (die ter plaatse binnenvisser was) zou duren, om precies te zijn was dit op 16 juli 1950. Zoon Lolle heeft het visserijbedrijf van zijn vader Jacob Poepjes, te Sloten na diens overlijden, destijds in 1950 overgenomen, en is alleen als binnenvisser doorgegaan. De gebroeders Pieter Poorting en Jan Poepjes, hebben in juli 1950 besloten (nadat Lolle terugging naar Sloten) samen verder te gaan met deze visserij op het IJsselmeer.

* Pieter Poepjes heeft zijn naam veranderd in Poorting.

Jan Poorting

SLO 3 Sikke en Pieter (De Pluut)

Op 10 juli 1946 is de Pluut vervangen door een mooie gestroomlijnde ijzeren Lemsteraak de Presto genaamd, die zij destijds van de heer Lubbert Coehoorn, hebben gekocht.

Voordat het skûtsjesilen zijn intrede deed in Lemmer, deden de meeste Lemster vissers destijds mee (met hun Lemsteraken, botters en schouwen) aan de befaamde onderlinge zeilwedstrijden die georganiseerd werden door zeilvereniging de Zevenwolden, tijdens de Lemster feestweek.

In dit eerste jaar (1946) zijn de gebroeders na een reeks zeilwedstrijden als eerste in het algemeen klassement geëindigd, en zijn derhalve kampioen met de LE 50 geworden, de verkregen kampioenswimpel herinnerd nog aan die hardzeildagen van weleer, en is in de oudheidkamer te bewonderen. De gebroeders hebben met hun Lemsteraak, destijds met Jilling Coehoorn, aan het helmhout verscheidene prijzen in de wacht gesleept.

Bij deze Lemsteraak was er vanaf het begin van de bouw in 1901 tot het jaar 1947 nog geen motor geplaatst, dus men moest de zeilen hijsen en met de wind in de zeilen vertrouwen op betere tijden omwille het brood te kunnen verdienen voor de huishouding, en dat alles ging niet altijd voor de wind. Later in het jaar 1947 is de bun enigszins ingekort, zodat er ruimte vrij kwam om de eerste motor een 10 pk Kromhout te plaatsen.

In 1953 is de Kromhout diesel vervangen en verkocht aan Tjalling Kuipers van de (LE 31) en is er door Hans van Wieren, een 20 pk Lister diesel in de LE 50 geplaatst, deze motor doet tot op heden nog steeds dienst tot volle tevredenheid.

Omstreeks 1950 hebben de gebroeders in Heeg bij scheepsbouwer de Jong een houten volgboot laten bouwen. In de wintermaanden waren Pieter en Jan druk bezig met het boeten, dus het herstellen en vernieuwen van de beug (schutwand, fuiken en een zegen) in een daarvoor geschikte locatie aan het Waaigat/Nieuwedijk waar broer Jan Poepjes, met Afke Krol, destijds woonde, ook in deze winterperiode visten zij in de tramhaven en langs de Gaasterlandse kust op pootvis, met een zegen en in het voorjaar visten zij op de bekende spiering.

Na de spieringvangst met liefst nog wat spieringkuit op de fuiken ging het tot na de herfst grotendeels om de palingvangst, waarbij de schiere trekpaling de hoogste prijs opbracht, dit in tegenstelling tot de rode drogere paling die dus kwalitatief iets minder was.

In die tijd gingen zij meestal naar de visafslag te Enkhuizen, met de visopbrengst, omdat daar meer viskooplieden waren dan in Lemmer en er een redelijke prijs werd betaald voor de vis. Onderweg naar Enkhuizen, werd de gevangen vis gesorteerd, het grootzeil gehesen, en de motor gestart, al met al werd de overkant vrij spoedig bereikt en kon de vis op de afslag worden gelost.

Flinke streken van bijna 1 km. lengte aan schutwand hadden zij in het Hondennest (onder de kust van Gaasterland) staan, met de LE 50 een Lemsteraak en dus een platbodem, konden zij door de ondiepten ter plaatse toch de beug (streek fuiken)goed bereiken, wel hadden zij een volgbootje nodig om de fuiken te lichten en zoals je wellicht zult begrijpen, moesten schutwand en fuiken regelmatig gereinigd worden door middel van het drogen in de wind en daarna afborstelen van de nylon/perlon fuiken. Verder hadden zij nog enkele streken fuiken staan langs de N.O.P. dijk en bij het Krabbersgat te Enkhuizen.

Visserij-inspecteur dhr. Jonker wees destijds aan op welke plekken het schutwand met fuiken geplaatst mochten worden, dit om misverstanden m.b.t. (wie er dan wel de beste visplek zou hebben bemachtigd onder de diverse visserlui) te voorkomen.

Het oude katoenen garen waarvan de fuiken vroeger gemaakt werden nam veel meer tijd in beslag dan het huidige tegenwoordige nylon/perlon garen, omdat deze na gebruik in het IJsselmeer, eerst in een grote ketel getaand moesten worden en daarna gedroogd in de mast of op de gording bij de haven, pas daarna konden het schutwand en de fuiken weer uitgezet worden.

Het oude katoenen schutwand moest destijds altijd worden getaand, verder waren veel ringstokken nodig en eikenhouten palen die werden aangeschaft via de boswachterij te Gaasterland. Deze ringstokken waren nodig om het schutwand vast te kunnen maken aan de eerder aangebrachte reguliere palen, en zo een geheel (een streek c.q. beug) met de zijwaarts geplaatste fuiken vormden.

Pieter en Jan zijn in 1974 gestopt met de fuikvisserij op paling, vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.

De familie Kroon te Hillegom heeft in dat jaar 1974 de LE 50 gekocht, en werd de vierde eigenaar van deze in oude staat gebleven Lemsteraak, er werden vaartochten gemaakt voor uitsluitend recreatieve doeleinden op voornamelijk het IJsselmeer, de Waddenzee en de Waddeneilanden. In het jaar 1996 is de Stichting de Lemster Vuurtoren de definitieve eigenaar van de LE 50 geworden.

Representatieve zeiltochten met deze Lemsteraak op het IJsselmeer en de binnenwateren behoren tot de mogelijkheden, mede door de inzet van vrijwilligers zoals de heer Auke Coehoorn en anderen, wordt de aak in de vaart en optimale conditie gehouden.

Palingfuiken drogen aan de mast van de pink SLO 3, langszij ligt de in 1903 bij 'De Boer' gebouwde Lemmeraak de LE 50. De SLO 3 'Saakje' van S. Poepjes uit Sloten, liep in 1948 van stapel. De foto is genomen in september 1962 op het Enkhuizerzand nabij het Krabbersgat.

De Le 50 en de Slo 3, voorop staat Jan Poepjes, dan Pieter en Sikke Poepjes.

Pieter Poorting

Pieter met kleinzoon Wibo de Vries.

Pieter Poorting en Jan Poepjes.