De Groene Draeck

Een eerlijk rond schip „Het vaart als eên vis, is bestuurbaar als een tol en zo stevig als een dijk"

De Groene Draeck is het privéjacht van koningin Beatrix en is vernoemd naar het oorlogsschip uit 1623, de Vlieghende Groene Draeck dat onder andere het vlaggenschip was van Piet Hein, met als kapitein vaak Maarten Tromp. Het huidige jacht bevat een mastschild met houtsnijwerk waarop het originele schip is afgebeeld.

De Groene Draeck is een Lemsteraakjacht dat in 1957 werd gebouwd in de scheepsbouwhal van De Vries-Lentsch te Amsterdam. Tegenwoordig ligt het jacht in de haven van Muiden.

De Groene Draeck werd door het Nederlandse volk aan H.K.H. Prinses Beatrix aangeboden ter gelegenheid van haar 18e verjaardag. Het zeilnummer is dan ook VA 18.

1957: Op de werf van de NV Amsterdamsche Scheepswerf G. de Vries Lentsch jr. aan de Grasweg in Amsterdam-Noord is dezer dagen de kielsectie gelegd voor het stalen Lemsteraakjacht, dat het comité „Varend Nederland” op haar achttiende verjaardag aan prinses Beatrix heeft aangeboden. Het jacht krijgt, zoals bekend, de naam „De Groene Draeck”. Vernoemd naar het oorlogsschip uit 1623, de Vlieghende Groene Draeck dat onder andere het vlaggenschip was van Piet Hein, met als kapitein vaak Maarten Tromp. Het huidige jacht bevat een mastschild met houtsnijwerk waarop het originele schip is afgebeeld. De Groene Draeck werd door het Nederlandse volk aan H.K.H. Prinses Beatrix aangeboden ter gelegenheid van haar 18e verjaardag. Het zeilnummer is dan ook VA 18.

De kiellegging werd namens de prinses bijgewoond door haar particulier secretaresse, mej. mr. M. Meurs, en voorts door de heer A. de Boer uit Lemmer, de ontwerper van „De Groene Draeck”. De prinses heeft aan het schip het karakter van kampeerschip geschonken. Zij heeft voor romp en binneninrichting aanwijzingen gegeven en haar persoonlijke wensen tot uitdrukking gebracht.

Afmetingen

De hoofdafmetingen van de „De Groene Draeck” zijn: lengte 15 meter, breedte 4.50 meter, holte 1.87 meter en diepgang 1.05 meter. Het schip voert de volgende zeilen: grootzeil 73 m2, fok 31.5 m2 en kluiver 30 m2, zodat er totaal aan de wind 134.5 m2 is. Voorts zijn er de hulpzeilen: botterfok 47 m2 en jager 92 m2. Het jacht wordt uitgerust met een hulpdieselmotor van 65 pk. De Lemster aak krijgt een ruime cockpit voor acht personen, een salon van 4.30 bij 2.40 meter, een hut voor vier dames, een tweepersoons hut, een kombuis en een schippersverblijf voor twee personen.

Alle houtsoorten voor de betimmering zijn door de prinses gekozen. De belangrijkste versiering wordt een gevleugelde draak op de kop van het roer, die zal worden ontworpen en vervaardigd door mevrouw Katinka Schouten, de lerares beeldhouwen van prinses Beatrix. Aan de voorzijde van de voet van de mast wordt een fraai bewerkt mastschild aangebracht.

Een overzicht tijdens de kiellegging voor „De Groene Draeck”

Aangeboden door de dochter van Ary de Boer, Mevr. S. Scholten de Boer.

Geheel rechts de heer Ary de Boer.

Dit was te gelegenheid van het 150 jarig bestaan van de Lemster WSV Zevenwolden en 60 jaar SSRP stichting rond en platbodem.

Een uitstekend boek

Ir. J. Loeff, (Prinsessejacht De Groene Draeck, ir. J. Loeff, uitgegeven door H.A.M. Roelants Schiedam) heeft in een fraai uitgevoerd boek het ontstaan, de uitwerking der plannen en de totstandkoming van het prinsessejacht beschreven. Van de kiellegging af, op 18 januari 1957, volgt hij de vordering van de bouw en verstrekt interessante gegevens over de wijze waarop men te werk is gegaan. In samenwerking met de technische commissie van het Comité „Varend Nederland" hebben Ary de Boer — een kleinzoon van de grote Pier — en de N.V. Scheepswerf G. de Vries Lentsch Jr. de „Groene Draeck" ontworpen.

De Friese specialist wat betreft het lijnen- en tuigplan, de Amsterdamse scheepswerf wat de rest aangaat. De „Groene Draeck" kreeg een stalen huid. Haar lengte bedraagt 15 meter bij een breedte van 4.60 meter, een holte van 1.87 meter en een diepgang van 1.05 meter. De wind kan 134.50 m. zeil doen zwellen. Als bijzeilen bezit het schip nog een botterfok en een jager. Tot de uitrusting behoren voorts een Perkins scheepsdieselmotor met een vermogen van 65 PK. bij 2.000 omwentelingen per minuut, 2 gelijkstroom dynamo's voor het elektrische net, hand- en zwaardlieren, een gashaard, een gaskomfoor, 2 gasgeisers en een elektrische koelkast.

Gewoekerd met ruimte

„Versierd met kostelijke kameren gelijk Prinsenwoningen", heeft Melchior Fokkens de 17e eeuwse speeljachten beschreven. Zo is ook de indruk als men Ir. Loeff volgt op zijn tocht door het interieur van de „Groene Draeck", de sensatie ervaart van een moderne inrichting in een oud- model schip. Er is op geraffineerde wijze gewoekerd met de ruimte. Naast de salon bevinden zich in de buik van het schip een hut voor vier dames aan bakboord, een tweepersoons-hut aan stuurboord, douche en toiletgelegenheid en een verblijf voor twee bemanningsleden. Een kostelijk bezit

Tal van fraaie foto's verlichten dit fraai verzorgde boek, waarin verder de pentekeningen en aquarellen niet onvermeld mogen blijven, zij maken dit boek tot een kostelijk bezit. Te betreuren blijft het, dat dit jacht van onze prinses zich op de meest populaire watersportcentra als Kaag, Loosdrechtse Plassen en een belangrijk deel van het Friese water niet kan vertonen en wat de vaart op het IJsselmeer Waddenzee en Zeeuwsche stromen betreft, vraagt de ingewijde zich af, of misschien niet de keuze van bijvoorbeeld een hoogaars of schokker niet juister was geweest: de Lemsteraak heeft één hebbelijkheid, zij neemt voor een pleziervaartuig nogal veel water over.

HAYE THOMAS.

Het ontwerp

Het ontwerpen van een belangrijk jacht is altijd een werk, dat zeer veel zorg en liefde vereist daardoor tijd. Elk ontwerp is een compromis - er zijn tal van factoren, die tegen elkaar moeten worden afgewogen, Snelheid en een grote ruimte in het grote schip gaan moeilijk samen; zeewaardigheid, stabiliteit zijn eigenschappen, die strijdig kunnen zijn met de snelheidseisen, en zo is er meer. Bij een traditioneel type, zoals dat werd gekozen voor het Prinsessen - jacht, is deze strijd tussen de verschillende waarde wel niet zo hevig, maar toch zal ook hierbij een afwegen tegen elkaar van verschillende factoren nodig zijn.

Een jacht ontwerp moet groeien in de geest van de architect. Hij zal zich, als een scherp omlijnde opdracht is gegeven, gaan verdiepen in de mogelijkheden met schetsen, door het maken van vergelijkingen met bestaande schepen van een min of meer overeenkomstig type. Het zal in zijn geest de vormen van het schip zien ontluiken en hij zal als het ogenblik daarvoor rijp is, het ontwerp opzetten. Dan zal hij zijn tekentafel niet los kunnen laten voor en aleer het lijnenplan in hoofdzaak daarop is neergelegd. Dan zal hij zijn kritische geest laten werken om te zien of dit nu werkelijk het ontwerp is, dat in zijn geest was gerijpt en hij zal gaan schaven. Hier komt wat meer ronding, daar zal de vorm wat slanker worden. Zo groeit het werk.

Maar alleen het oog en het gevoel voor mooie lijnen kan niet tot het gewenste resultaat leiden. Het schip moet goed op zijn waterlijn drijven, het mag niet te diep liggen en al evenmin te hoog op het water. Het moet gelijk lastig liggen en nog de kop, noch de kont mag wegzakken. Met andere woorden, het schip moet voldoende water verplaatsen, genoeg drijfvermogen hebben om de voorlopige geschatte last te dragen én het zwaartepunt van de waterverplaatsing en dat van het schip, waarvan de plaats voorlopig moet worden geschat, moet boven elkaar liggen. Slechts de nodige inhouds - en momenten - berekeningen kunnen hierop antwoord geven. Meestal zullen de berekeningen uitwijzen, dat er weer aan de lijnen moet worden geschaafd. Misschien moet het schip wat voller worden, misschien wat slanker. Of wel het moet achter wat meer water kunnen verplaatsen en voor wat schraler worden of omgekeerd. En weer moet worden gezocht naar een harmonie tussen alle lijnen. Dan volgen nieuwe controle - berekeningen, totdat alles klopt.

De ontwerper zal een zucht van verlichting slaken en zijn werk laten rusten. Hij zal goed doen de verleiding om weer gauw tot zijn tekentafel terug te keren te weerstaan, om eens een dag op zijn minst iets heel anders te doen. Dan, als hij weer zijn ontwerp ziet met onvermoeide ogen, zal hij weten of dit het ontwerp is, waarmee hij naar zijn opdrachtgever kan gaan met de mededeling: dit is het beste schip, dat ik voor U kan maken ter bevrediging van uw wensen.

Maar negen van de tien keren zal de ontwerper nog iets zien, dat hem niet helemaal bevredigd. Misschien moet toch de kop een haartje hoger worden, moet de zeeg iets meer spreken; misschien moet de dek-lijn voor toch iets voller worden, is het achterschip toch iets teveel geveegd. En waar zal hij de worsteling opnemen, want elke verandering aan een ingewikkelde vorm, als die van een schip, brengt andere wijzigingen mee. Zo groeit het ontwerp tot een scheppingen eerst als de artiest, die elke jachtontwerper moet zijn, geheel tevreden is met zijn schepping, zal hij durven afleveren.

De ontwerper:

Toen eenmaal besloten was, dat het Prinsessenjacht een Lemsteraak zou worden, was de grote vraag wie het ontwerp zou moeten maken. Het ontwerpen van jachten van de oud - Nederlandse types is zeker niet ieders werk ja, gezegd mag worden, dat er maar enkele scheepsarchitecten zijn, die hiervan een bijzondere studie hebben gemaakt, die er voor nodig is. Zonder twijfel was het een logische gedachte van de technische commissie, die met de bouw van het jacht was belast, eerst van al de bakermat van dit jachttype, de Lemmer, op te zoeken, waar nog altijd de werf van Gebrs. de Boer bestond, waar het oorspronkelijke type bijna een eeuw geleden was ontstaan, en waar behalve talrijke vissersschepen ook enige mooie Lemsteraak - jachten waren gebouwd.

Er bestond hoogstens enige twijfel door dat de werf reeds lang geen jachten had gebouwd en de laatste nieuwbouw van dien aard uit het begin van de dertiger jaren stamde. Hoe het zij met de huidige eigenaar van de werf, de Heer Ary de Boer, werd in overleg getreden en deze toonde zich zonder aarzeling bereid de lijnen tekening en het zeilplan voor het Prinsessenjacht te maken. Daarbij werd hij zoveel mogelijk vrij gelaten. De lengte over de stevens werd hem gegeven en verder werd gevraagd een mooie en snel - zeilend Lemsteraak - jacht te tekenen.

Om de lengte over de stevens te kunnen vaststellen, waren door de technische commissie verschillende schetsplannen van de inrichting gemaakt om na te gaan welke grootte van schip nodig zou zijn om te voldoen aan de verlangens, die de Prinses voor de inrichting koesterde. Daar bij was uit gegaan van de stelling, dat het jacht zo handelbaar mogelijk moest zijn en dus vooral niet groter moest worden dan strikt nodig zou zijn. Het resultaat was, dat een lengte van 15 meter gewenst geacht werd en met dit enkele gegeven kon de heer de Boer aan het werk gaan.

Het moet voor hem geen gemakkelijke taak zijn geweest; hij moest zich concentreren op een probleem, dat alweer bijna nieuw voor hem was, want de bouw van de laatste Lemsteraak - jacht te de Lemmer was bijna een kwart eeuw geleden. Natuurlijk stonden hen de oude ontwerp - archieven van de werf ten diensten en de oude ervaring, die in een dergelijk bedrijf levend blijft, ook al wordt tiental jaren lang geen ander werk verricht dan aan bedrijfsvaartuigen en baggermateriaal. Hoe het zij, toen de heer de Boer met zijn tekening te voorschijn kwam, bleek hij een jacht te hebben ontworpen, dat er bijzonder aantrekkelijk uitzag.

De werf:

Nu kon de technische commissie een stap verder gaan en in overleg treden met een werf voor het bouwen van het jacht. Hier voor had de Amsterdamse scheepswerf G. de Vries Lentsch Jr zich reeds direct aangemeld en aan deze jachtwerf van wereldnaam, die ook het Koninklijke jacht "Piet Hein" heeft gebouwd, werden nu de voorwaarden voor de bouw van het jacht naar ontwerp De Boer gevraagd. Nadat tot een overeenstemming was gekomen, kon het ontwerp - bureau van de werf aan de gang gaan met het uit werken van het inrichtingsplan. Hiervoor moesten eerst de beste gekozen worden door de technische commissie, waar het uiteindelijke plan door de Prinses werd uit gezocht. Nu volgde de bouwtekening en het bestek. vooral aan de hand van deze beide werd de gewichtsberekening gemaakt.

Voor elk ontwerp is het altijd een kritiek ogenblik, wanneer het gewicht, dat het schip volgens berekening zal krijgen, vergeleken wordt met de waterverplaatsing, die de lijntekening aangeeft. Immers de romp moet voldoende drijfvermogen om alles te kunnen dragen: schip. motor, tuigage, inrichting, inventaris en opvarende, zonder dat het schip dieper zakt dan de ontworpen waterlijn. Het is maar zelden, dat de overeenstemming tussen berekend gewicht en ontworpen waterverplaatsing tussen berekend gewicht en ontworpen waterverplaatsing direct wordt verkregen.

Ook nu leek het, dat de waterverplaatsing aan de kleine kant was, en van de verschillende middelen voor verbetering werd gekozen de romp iets breder te maken en hem iets meer holte en diepgang te geven, waardoor tevens nog aan stabiliteit werd gewonnen.

Intussen was reeds een stabiliteitsberekening gemaakt, waar door was gebleken dat het jacht een ruim voldoende stijfheid zou hebben. Bovendien was een bestaand Lemsteraak - jacht, van vrijwel dezelfde afmetingen als het Prinsessenjacht, de "Onrust" opgemeten en waren de twee lijntekeningen aan een kritische vergelijking onderworpen. Daarbij was het zelfde karakter van de lijnen gebleken met slechts onbetekende verschillen en daardoor was de zekerheid verkregen, dat het nieuwe jacht niet bij dit uit 1915 stammende, beproefd goede, schip zou achterstaan.

Waar het aanbod luidde een jacht geschikt om er mede de binnenwateren van ons land te bevaren, met inbegrip van de Waddenzee, Zuiderzee, Zuidhollandsche en Zeeuwsche stromen, is de keuze gevallen op een schip van nationaal type, een rond vaartuig. Teneinde het onderhoud niet te bezwarend te maken werd besloten tot een stalen schip. De Lemsteraak bleek het beste aan de verlangens te voldoen, Waarom de keuze op dit scheepstype werd gesteld, een keuze die zonder twijfel tot velen in den lande sprak.

Een gelukkige omstandigheid was, dat Lemmer, de bakermat van dit soortvaartuig was, een bij uitstek deskundige op het gebied van Lemsteraken bezit. Het is de heer Ary de Boer. Aan hem stelde het Comité de vraag lijnen-manoeuvreerbaar. De heer de Boer voldeed naar het oordeel van het Comité aan deze opdracht. Meer algemene Scheepswerf G. de Vries Lentsch Jr. en in overleg met haar werd langdurig en met grote zorgvuldigheid gewerkt aan het op papier voorbereiden van de bouw en het overleggen van alle details. Het heeft lang geduurd alvorens deze papieren bouw tot tevredenheid was voltooid. Overhaasting zou hier uit den bozen zijn geweest. Wijzigingen tijdens de bouw behoren bij jachtbouw, althans op essentiële punten, tot de opgaven, die vermelden dienen te worden.

Geboren in Friesland en aan de oude Zuiderzee, vond zij niet alleen snel haar weg in haar eigen omgeving, doch tevens als geen ander Zuiderzeeschip veroverde zij een een eigen plaats onder de Zeeuwse vissersschepen. Dat de Lemsteraak - vorm ook het hart van de rasechte jachtzeilers zou winnen lag voor de hand.

Merkwaardig is daarbij te constateren, dat de Lemsteraak op Neerlands meren en binnenwateren niet de indruk wekt van de verdwaalde zeekakelobes zoals de botter, de hoogaars en andere zeevissersvaartuigen als regel wel doen. misschien komt dit, door dat haar grootmoeder van de Friese meren stamde, misschien dat de Lemsteraak zich beter dan de andere houten vissersvaartuigen leende tot staalbouw.

Bij al deze opvallende charmes mogen wij niet vergeten, dat wel haast geen ander scheepstype zo uiterst gevoelig is voor haar zuivere samenspel van haar lijnen, van steven tot steven, van boeisel en berghout, van zeeg en van huidgangen, van mast , tuig en zeilen. Het is daarom goed, dat de Technische Commissie van het "Comité Varend Nederland" terug ging naar de bron en aan de kleinzoon van Pier de Boer, de schepper van het scheepstype, opdracht gaf het algemeen plan, de lijntekening en het tuigplan te maken.

Ook met de beste ontwerptekeningen kan men echter nog geen originele Lemsteraak bouwen. Meer wellicht dan het getekende onderwerp, was het dan ook het wakend oog van de in de praktische bouw van Lemsteraken ervaren scheepsbouwer Ary de Boer, dat waakte over de gehele bouw van het casco en aldus garant bleef voor de zuiverheid van haar lijnen.

Prijzen wij ons dan ook gelukkig, dat twee scheepsbouwmeesters elkaar de hand reikte, Ary de Boer als ontwerper, De Vries Lensch als uitvoerder, opdat de harte wens van onze Kroonprinses zou worden vervuld in een originele Lemsteraak.

"De Groene Draeck" en de stichting stamboek ronde - en platbodemjachten.

Dat H.K.H. Prinses Beatrix Haar keuze bepaalde op een Lemsteraak, heeft ieder verheugd, die in zijn hart een warm plekje heeft voor de typisch Nederlandse scheepsvormen, zoals deze in eeuwen zijn ontwikkeld en als het ware zijn vergroeid met ons waterland in al zijn verscheidenheid. Wie zou er meer verheugd mogen zijn over deze keus dan de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten en haar groeiend aantal vrienden?. Deze Stichting, in oktober 1955 gegroeid uit de door het Friese Scheepsvaart Museum in april 1952 ingestelde Commissie Stamboek voor Friese Ronde Jachten, stelt zich ten doel de bevordering van de belangstelling voor het Ronde en Platbodemjacht.

In het "Stamboek" zijn thans meer dan 250 Ronde en Platbodemjachten ingeschreven, terwijl reeds vele gegevens zijn verzameld betreffende de historie, de traditie, de bouw en de bouwers van deze schepen. In de watersport wereld neemt de Stichting haar eigen plaats in. Een watersportvereniging in de gewone betekenis van het woord, is zij niet. Zij organiseert ook geen wedstrijden, doch verleend wel medewerking aan watersportverenigingen, die wedstrijden voor Ronden en Platbodemjachten willen organiseren en vooral bij speciale watersportevenementen , welke een geschikte achtergrond vormen voor een reünie van Ronden en Platbodemjachten. Het al oude zeilen in admiraalschap vormt daarbij een vast nummer op het programma.

Wie zo de boeiers en Friese jachten, de botters en de blazers, schokkers en hoogaarzen, de Lemsteraken, tjalken, schouwen en Staverse jollen in admiraalschap verengd ziet, zoveel mogelijk soortgewijs gerangschikt in eskaders, beseft eerst goed, hoe nodig het is, dat Nederland niet alleen waakt over zijn natuur en architectonische monumenten, doch ook over zijn "Varende monumenten".

Het is juist daarom zo bijzonder verheugend, dat het Oranje - huis in de persoon van de Kroonprinses een voorbeeld heeft gesteld, dat aan de gelukkig weer groeiende belangstelling voor onze ronde en platbodemschepen die aanmoediging moge geven, welke deze vaderlandse schepen zo ten volle verdienen. Deze aanmoediging is niet alleen gegeven door de keuze van een oud - Nederlands rond jacht, maar vooral ook door het aanvaarde van de functie van beschermvrouwe van de Stichting Stamboek Ronde en platbodemjachten op 15 juni de dag waarop "De groene Draeck" aan haar werd overgedragen.

Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten

1960: Lemster werf bouwt twee fraaie Lemsteraken.

Veel brieven voor ontwerper Ary de Boer.

(Van een onzer verslaggevers)

LEMMER Op de scheepswerf van de 'Gebroeders De Boer' te Lemmer staat thans een Lemsteraak op stapel. Dat mag gerust een bijzonder feit worden genoemd, omdat deze fraaie schepen nog slechts zelden in Friesland — en ook elders trouwens — worden gebouwd. Zodra dit schip echter klaar is wordt er meteen aan de bouw van een tweede van precies hetzelfde type begonnen. Voor de bouw van de tweede aak heeft de Firma Gebroeders De Boer weliswaar nog geen opdracht ontvangen, maar men is er toch echt wel zeker van dat daar straks een liefhebber voor gevonden wordt.

De belangstelling voor dit type schip neemt namelijk de laatste jaren zeer sterk toe niet alleen in ons land, maar ook ver daarbuiten. Op het kantoortje van de werf heeft de heer Ary de Boer onder anderen brieven liggen uit verre landen met verzoeken om inlichtingen over de Lemsteraak. Manilla, Seoel, Hongkong, Curaçao, Antwerpen, het zijn er slechts enkele van de vele plaatsen, waar mensen zitten, die belang stellen in de Lemsteraak en er waarschijnlijk zelf graag een zouden bezitten.

Grote bekendheid

Die brievenstroom begon te vloeien nadat de heer Ary de Boer het ontwerp maakte voor het Prinsessejacht De Groene Draek en daarmee zoveel succes oogstte bij alle kenners en liefhebbers van ronde schepen. Dank zij dit fraaie ontwerp, plus het feit dat de prinses indertijd haar keus liet vallen op de Lemsteraak toen Varend Nederland haar een jacht ten geschenke bood, heeft dit scheepstype een grote bekendheid gekregen en de belangstelling voor de Lemsteraak gestimuleerd.

Er kan daarom ook gerust gezegd worden dat de Lemster scheepsbouwer en - ontwerper Ary de Boer in de reeds geslaagde pogingen om de ronde- en platbodemschepen in hun oude glorie te herstellen een belangrijk aandeel heeft gehad. De Stichting Stamboek Ronde- en Platbodemjachten heeft dit ook zo gezien en daarom deze Lemster verleden jaar reeds geëerd door de toekenning van de zo waardevolle W. H. Vos-wisselprijs, een sierlijk zilveren Lemsteraakje.

Erkenning

De komende zomer zal hij dit scheepje weer moeten afstaan aan een ander, die volgens de Stichting dan voor deze Prijs in aanmerking komt. Dat gaat nu- eenmaal zo met een wisselprijs, maar de erkenning voor het werk van de heer Ary de Boer zal natuurlijk blijven bestaan. Daar is trouwens zon zilveren scheepje, hoe mooi ook, op de schoorsteenmantel niet eens voor nodig. Per slot van rekening ligt de erkenning van zijn werk in het feit, dat het Prinsessejacht zon sierlijk schip is en er voor dit type zon grote belangstelling is ontstaan.

De twee nieuwe Lemsteraken zullen straks zonder twijfel opnieuw de aandacht op zich vestigen bij alle liefhebbers van deze oude en ronde schepen. In de loods op de werf is nu al te zien, dat ook het schip, dat hier thans op stapel staat, zeer fraai gelijnd is en op het water straks zeker een juweeltje van Lemster scheepsbouwkunst zal zijn.

Deze aak wordt 11,50 meter lang bij een breedte van 3,80 meter. Het schip zal worden voorzien van een hulpmotor en krijgt een fok en een zeil met een gezamenlijke oppervlakte van 80 vierkante meter. Ook zal er dan nog een kluiver gevoerd kunnen worden.

1960: Friese koerier

In de haven van Lemmer.

De Lemsteraak
PDF – 1,4 MB 108 downloads

Reactie plaatsen

Reacties

Willem Barendrecht
5 jaar geleden

Weet u of dit boek nog ergens te verkrijgen is?
Mvg,
Willem Barendrecht

Roelie Spanjaard-Visser
5 jaar geleden

U zou het hier kunnen proberen: http://www.worldcat.org/title/prinsessejacht-de-groene-draeck/oclc/23393321