Bijnamen, die de Lemsters kregen V

Vaartjes, Pieter. Piter Boat. Voorop een melkboot.

Veen v.d. Wim. Wim Hurrie

Veen van der, Rinse. Rinse Earpel. Aardappelhandelaar.

Veen, Bouke. Bouke Vugeltsje

Veen, v.d. Herre. Lange Herre

Veen, v.d. Piet. Bintje

Veen, v.d. Willem. Oude Speur

Veenstra, Aaltje. Aaltsje Blankebûk. Voor meerdere vrouwen gebruikte bijnaam. Maar het meest werd genoemd "Aaltje Blankebûk".

Verhoef, Wiebe. Wiebe Klotsje. Werd bestolen van zijn papieren zakje met weekloon, maakte veel misbaar over het verdwijnen van zijn 'Klotsje'.

Vink, Appie. Appie Kim

Visser J. Barelds, Winters en van Diepen. De Brobbel (s). De oorsprong is Sake Visser, getrouwd met Meintje Lammers. Zoals het vroeger ging kregen de kinderen vaak de bijnaam van hun vader mee. Familie Winters was een dochter van Sake Visser. Mogelijk naar hun ronde koppen Of: 'brobbelden' als baby (beltsjeblaze).

Visser Jan Eiberts en Klaas de Jong. ’t Boerke. Liep er bij als een boertje.

Visser Rins(z)e Reense fan Bouk. Naar de Moeder.

Visser, Andries en Jan Visser. Andrys Fan Fetsje. Jan fan Fetsje. Bij veel dezelfde namen werd als persoonsaanduiding vaak gebruikt gemaakt van de naam van een van de ouders, dus Andrys van Fetje.

Visser, Andries Jelles. De Witing. Vissoort....Wijting.

Visser, Andries Stevens. Âlde Mosje. De gebroeders Visser waren vaak bij elkaar, en zaten dan naast elkaar op een stek, (wat musjes dus ook vaak doen) Âlde staat voor oudste.

Visser, Andries. Andries Pânne. Visverkoper met visbakkerij thuis. Riep uit zijn kar 'Weer een bot in de pânne' Zie ook Cor Visser 'Panne'

Andries Visser (Pânne)

Visser, Andries. Andrys, se roepe dy. Uitspraak die gebruikt werd, als iemand veel praatte, of die ze even weg wilden hebben.

Visser, Andries. Desmonds. Uit stripverhaal.

Visser, Andries. Fatsoen. Uit stripverhaal.

Visser, Andries. Mosje of De Mos(k)jes. De gebroeders Visser waren vaak bij elkaar, en zaten dan naast elkaar op een stek, (wat musjes dus ook vaak doen)

Visser, Andries. Skele Andrys. Loense ogen.

Visser, Andries. Stok(jes) onder de egen. Was op school vaak wat slaperig.

Visser, Ane. Ane Ibel

Visser, Anne. Brêgewipper. Brugwachter op de brug naar de Schans, die er nu niet meer is. Ze woonden in de Dubbelstraat.

Visser, Anne. Ibel Anne. Anne van Ibel(tsje) moeder.

Visser, Annie. Pukky. Had een aangeklede hond in de kinderwagen.

Visser, Arend. Arend Skeet. Liet veel winden.

Visser, Bouke. Grutte-Bouke. De oudere broer van Lytse, enz.

Visser, Cornelis (Cor). Hoores. Was zijn stopwoord. Slechthorend.

Visser, Ebert. Eibert, mei de Sinten. Was redelijk vermogend.

Visser, familie. Haile Selassie. Vergelijkende gelijkenis, naar uiterlijk naar de keizer van Abessinië.

Visser, gebroeders. De Takkebossen. Zes broers, waarvan hun haar harder groeide dan dat de kapper kon knippen. Dus kwam het wel eens voor dat ze met een ruige bos haar liepen.

Visser, gezusters. De Weesjes. 'Drankenhandel' Werden al heel jong wees.

Visser, Hans en Hendrik. Dennebos. Vissers gebruikte veel stokken, om 'want' te markeren en netten te drogen. Zo'n verzameling stokken noemde men wel 'Dennebos'

Visser, Hidde. Hidde de Kûper. Bijnaam naar zijn beroep: Vatenbinder, kuiper. Vroeger werden de delen van de vaten niet met ijzeren banden maar met bewerkte wilgentenen verbonden.

Visser, Jaap. Mosje of De Mos(k)jes. De gebroeders Visser waren vaak bij elkaar, en zaten dan naast elkaar op een stek, (wat musjes dus ook vaak doen)

Van links naar rechts, op het eerste bankje: Leeuwke Bootsma (Leeuwke van Riek) Andries Visser, Andries Visser (De Bereboot), ?, met zonnebril op is Jaap Poepjes. Op het middelste bankje, van achter naar voren: Met pet op is Jopie Bootsma (Jopie Sjuore), Bassie de Haan en Reitze Lemstra.

Op het rechter bankje van links naar rechts; Jaap Visser (Mosje), Rikus Vlig (Riekes skeet), Andries Visser (Panne) Rense Visser (Mosje), Sake Visser (Ingelse Sake. Staand met fiets is Klaas Bijlsma.

Visser, Jacob Kleis. Jappie fan Kleis. Gezinsaanduiding, naar vader.

Foto van Ans Kamstra: Links; Jacob Kleis Visser. (Jappie van Kleis) Rechts; Pieter Bijlsma, hij woonde op het hoekje van de 4e Parkstraat, naast Leeuwke en His Zandstra.

Visser, Jan Hendrikzoon. Jan Ketje. Ketje of ket is een Brussels woord voor kind of jongen, meer specifiek een buitenjongen. Als bijnaam kreeg ik “Jan ketje”. ’s Avonds mochten wij graag buiten spelen. We speelden dan met z’n allen “hoekje besjen; kotteploegje en zoek boartsje”.

Visser, Jan. Jan fan Sake. Gezinsbenoeming, naar vader.

Visser, Jan. Jan Lorre. Jan had een papegaai.

Visser, Jan. Jan mei de Sinten. Was redelijk vermogend.

Visser, Jan. Jan Storm

Visser, Jan. Reade Jan (Rojo)

Visser, Japie. Bullie (Brobbel). Niet te mager. V.l.g. 'bulletje bonestaak'

Visser, Jelle. De Bogaard.

Visser, Jelle. Dikke Niekie.

Visser, Jelle. Witte Jelle. Waarschijnlijk naar zijn witte haar, Jelle woonde op het Achterom.

Visser, Johannes. De Neppert

Visser, Johannes. S. De Keallekeapman. Veehandelaar, vooral in kalveren.

Visser, Joop. Jopie Taks

Visser, Klaas. De wijze Geit. Stripfiguur uit Bruintje Beer, met brilletje.

Visser, Kleis. Oude Kleis

Visser, Marten. Broek en Baitsje. Timmerman, naar zijn kleding.

Visser, Marten. De Huizer. Viste bij 't Súd bij Huizen.

Visser, Meine. Meine Kiep

Visser, Nicolaas. Dikke Pieter.

Visser, Olke, Ans en Hennie. De Barren

Visser, Pierkje. Pjirkje. Gehuwd met Jacobus Leempoel van Brugh. Naar voornaam.

Visser, Rense. Mosje of De Mos(k)jes. De gebroeders Visser waren vaak bij elkaar, en zaten dan naast elkaar op een stek, (wat musjes dus ook vaak doen)

Visser, Rense. Rense van Beike

Visser, Rinse. Carlsen. Naar het Noorse verhaal waar hij altijd over sprak. (Januari 1952: de wereld is in de ban van de Flying Enterprise. Een schip in nood, een aanhoudende storm en een kapitein die ondanks alles weigert zijn schip te verlaten. Er ontstaat een wereldwijde mediahype rond de moedige kapitein).

Visser, Rinse. Rinse fan Beike. Naar de grootmoeder.

Visser, Rinze. Ach, ach, flau Bouk. Albert Aukema, vertelt:  Yn "In Kuijerke Troch It Forline" ût 1975 fan A. E. Klijnsma: De fiskerman Rinse Stevens Visser (ach, ach, flau Bouk) kaem, neffens it sizzen, ris dronken thús. Doe't syn wiif, Bouk fan Wob - sa't men har neamde - potstrou op 'e tafel sette, sei er: "ach, ach, flau Bouk" en smiet de hiele boel troch de ruten.

Visser, Sake Andries. Tyske. Zijn haar was altijd een warboel.

Visser, Sake. Ingelse Sake. Gevochten in de Spaanse burgeroorlog, is daarna in Engeland gaan wonen.

Visser, Sake. Reade Sake. Zeer markante inwoner van de Lemmer. Er waren veel Lemsters met de bijnaam 'Reade' Jelle, Jenne, Joppe, Klaas, enz.

Sake Visser

Visser, Sake. Sake de Rus. Ook werd Jan Atsma 'De Rus' genoemd (Familie van Sake Visser) De schouw van deze communist hete 'De Vrije Rus' omdat Sake veel met Rusland ophad.

Sake de Rus.

Visser, Sake. Sake van Ute. Ute is waarschijnlijk afkomstig van Oate.

Visser, Siebe. Fluwelen tong. Mooi prater.

Visser, Steven. De Slide. Verwees naar de vorm van zijn boot. In 1948 is de Slide (Fries voor slede) gebouwd in opdracht van Lemster visserman Steven Visser, als zeilend vissersvaartuig.

Visser, Steven. Dikke Steven

Visser, Steven. Grutte Steven. De oudere broer van Lytse, enz.

Visser, Steven. Steven de Spylman. Speelde bij stil weer harmonica op zijn Aak.

Visser, Steven. Steven Roet. Stak zijn hoofd in de schoorsteen, terwijl de schoorsteenveger een massa roet naar beneden gooide.

Visser, Theunis. Staverse Theunis. Kwam uit Stavoren.

Visser, Theunis. Theunis de Flapper. Mogelijk van bep. Zeiltechniek. Droeg ook altijd een hoed met Flappen.

Theunis Visser

Visser, Trijntje. Trien Dot

Visser, Wiebe. Piewie. Bootnaam van Wiebe en Pieta.

Visser-van der Zee. Dikke Jel.

Vries de, ?. Skeve holtsje. Hield het hoofd altijd scheef/schuin tijdens het wandelen.

Vries de, Albertsje. Albertsje Piteroalje. Ook D. de Vries en T. Zijlstra. Verkoper (ster) van Petroleum.

Vries de, Andries. De Koaning fan de Skâns. Straalde autoriteit uit.

Vries de, Anne. Anne Kater. Hartstochtelijk jager, visser en eierenzoeker voor zijn hobby.

Vries de, Auke. Auke Nekje. Had een korte nek.

Vries de, Auke. Auke Pypke. Lurkte voortdurend aan zijn pijpje.

Vries de, Evert. Carro. Evert werd zo genoemd omdat hij schepijs verkocht met chocola en verschillende smaken en werd zodoende in verband gebracht met het Italiaanse ijs. (Carro is een gemeente in de Italiaanse provincie La Spezia).

Evert de Vries

Vries de, Evert. Noasdrup. (Ook Carro). Verkocht zijn waar, zelfs bij ijzige kou in de buitenlucht. Hij had dan wel eens een drupneus.

Vries de, Ferdinand. De Wynhoun. Had een witte snor.

Vries de, Jaap. Jaap de Sliper. Sliep graag en veel.

Vries de, Jan. Grutte-Jan. De oudere broer van Lytse-Jan, enz.

Vries de, Jan. Jan Kryt. Had spierwit haar.

Vries de, Jan. Joppe. Vervolg op eerdere bijnaam 'Reade Joppe' de mastmaker.

Vries de, Johannes. A. Grutte-Jehannes, De oudere broer van Lytse, enz.

Vries de, Johannes. Radio. De eerste radio van de Veenpolder, van Echten.

Vries de, Peke. Peke Pruts. Kon alles repareren aan jachten.

Vries de, Piet(er) Pitter Healburd. Vertrok half geschoren uit de kapperszaak, toen kapper Otten wat te hardhandig met het mes om ging.

Vries de, Rommie. Skreeuwerige Rommie

Vries de, Sybren. Duco anker overboord. Meester Sybren de Vries, bekend van het Duco-verhaal: "Duco anker over boord", "Pa er zit geen touw aan", "Duco anker overboord"..... en daar ging het anker.

Vries, Auke. De Bulteskiter. Deed als eierenzoeker zijn behoefte op een hoopje slataarde (gebaggerd slijk)

Vries, de Jan. Jan mei 't Bakje. Inpakker van bokkingen in de hang.

Vries, de Pelle. Petje Drieven. Als jongen was hij te water gesprongen, om zijn pet eruit te halen. Hij vertelde dit in zijn eigen, voor Lemsters vreemde dialect.'mien petje bleef drieven'

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.