Meekeren, Rijkje van

Rijkje van Meekeren, ambtenaar bij de Nederlandse Spoorwegen, geboren op 27 april 1895 te Hindeloopen, overleden op 18 november 1944 te Herbaijum, zoon van Hendrik Martens van Meekeren en Klaske Reiziger. Gehuwd met Gerritje Elisabeth de Jonge


In de 2de wereldoorlog was hij naar aanleiding van de door de regering in ballingschap te Londen geproclameerde algehele spoor- en tramstaking in september 1944, ondergedoken in de Kleine Hoogstraat. Toch werd hij door de Sicherheitsdienst gearresteerd. Op de Rijksweg waren kopspijkers gestrooid.

Represaille.

Op het kerkhof van het voormalige dorp Huizum rusten naast elkaar de stoffelijke resten van de N. S.-adjunctcommiezen Bote L. Dijk en Rijkje van Meekeren, die eveneens als represaillemaatregel, op 18 november 1944 bij Herbaijum werden doodgeschoten. De heer Dijk bereikte de leeftijd van 45 jaar, zijn collega was 49 jaar.

Beiden hadden het bevel van onze regering in Londen stipt opgevolgd. De heer Dijk dook onder bij een boer in Hylaard waar het leven in deze vrij rustig gebleven omgeving alleszins draaglijk was. Bij de andere onderduikers op de boerderij waren ook de twee zoons van commies Dyk, Alle en Gerrit. De eerste — 17 jaar — had geweigerd voor de bezetters te werken, de 19-jarige Gerrit zat toentertijd op de Spoorschool in Utrecht.

Op een herfstige avond stuitte een groepje onderduikers, daar ze in dichte duisternis nog wel eens een ommetje in de buorren maakte, op een patrouille Duitsers, die her en der willekeurig aan het speuren waren. Alle Dijk: „Het was hartstikke donker en iedereen raakte in verwarring. Enkelen liepen weg en ik liet me plat op de grond vallen. Ze begonnen te schieten en de kogels floten vlak over mijn hoofd maar gelukkig werd ik niet geraakt. Op die manier was er weinig aan de toestand te doen. Ze vonden me en bevalen, dat ik naar huis moest om een fiets te halen. Nou, dat deed je dan wel.

Maar toen ik bij de boerderij kwam merkte ik, dat niemand me volgde. In de stal zag ik mijn vader en ik riep: Kom, er zijn moffen! Ik rende het land in. Na enige tijd kreeg ik door, dat vader niet achter me aan kwam. Ik weet niet of hij het nog heeft geprobeerd, of het nog kon toen. De moffen kwamen kort daarna de boerderij binnen en zagen mijn vader, die een uniformbroek van het spoor droeg. Toen was hij er bij. We hebben hem niet terug gezien. Bij Herbayum zou sabotage gepleegd zijn. De Duitsers hadden kopspijkers op de weg gevonden. Samen met Van Meekeren en een jood — ik weet niet wie — is hij daar op 18 november doodgeschoten. Tijdens de rit in de auto erheen had hij nog kans gezien op een stukje karton een laatste boodschap aan ons te schrijven. Dat werd later tussen zijn kleren gevonden."

De heer Van Meekeren was eveneens een volkomen onschuldig slachtoffer van de Duitse terreur in deze laatste periode van de bezetting. Ook zijn lot was door een kleinigheid bepaald — een voor de S. D. verdachte schrik toen men binnen kwam in de timmerzaak aan de Kleine Hoogstraat waar de commies als onderduiker plaats had gevonden. Hij werd gearresteerd en opgesloten. De totale onverschilligheid voor recht maakte dat hij werd uitgekozen om bij Herbaijum de bevolking tot afschrikwekkend voorbeeld te dienen. 

Als represaille werden Rijkje van Meekeren, Bote Lieuwe Dijk en Julius Gast op Zaterdag 18 November 1944 bij Herbijum gefusilleerd. Oorspronkelijk begraven op de hervormde begraafplaats te Herbaijum, maar later herbegraven op de bijzondere hervormde begraafplaats te Leeuwarden-Huizum. Hun namen staan op het monument op het perron van station Leeuwarden.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.