Christelijk onderwijs |9|

Schoolkrant.

Twee weken na de viering van het 40-jarig jubileum van meester Dragt vindt er een andere belangrijke gebeurtenis plaats: in Het Baken wordt op 3 maart afscheid genomen van het hoofd van de Christelijke lagere school. De heer J. Boeienga, vertrekt naar de schippersschool te Sneek. Drie jaar heeft hij in Lemmer de school gerund en daarover schreef hij ons het volgende:

Gaarne voldoe ik aan het verzoek om enkele tegels in het jubileumboekje ter gelegenheid van het 125 jarig bestaan van het Christelijk onderwijs te Lemmer te schrijven. Lang waren wij daar niet slechts drie jaar, van 1955 tot 1958. Dat spoedige vertrek was niet omdat we ons in Lemmer niet thuis voelden. Maar van Sneek kwam een verzoek om te solliciteren naar een school voor schipperskinderen met internaat En dat trok me wel aan, temeer omdat twee van onze zonen in Sneek naar school gingen. Na 'mijn tijd' kwam in Lemmer al een tweede school en zelfs een derde. Als ik zo af en toe nog eens in een school kom, zie ik dat er veel is veranderd en dat is goed ook, want iedere tijd vraagt weer andere aksenten.
Ik wil graag van deze gelegenheid gebruik maken om personeel en bestuur gezondheid en krachten toe te wensen om steeds de aanpak naar behoefte te vinden en feliciteer graag de vereniging met dit jubileum.

God zegene uw arbeid.

L. Boeienga,
Oranjewoudflat, Heerenveen.

Opvolger van de heer Boeienga is de heer J. Caspers, van Amsterdam, die een variant van het gezegde: nieuwe heren, nieuwe ideeën, maar meteen in de praktijk brengt en het eerste nummer van een schoolkrant laat verschijnen. Een goed idee, want sindsdien beleven de leerlingen, de leerkrachten en de ouders veel plezier aan deze periodiek verschijnende uitgave. Ook de ingevoerde kijkavonden voldoen uitstekend. De band tussen school en huis worden door deze 'nieuwigheden' belangrijk verstevigd.

In het voorjaar van 1958 vindt er op de Koningin Wilhelminaschool een ernstig ongeval plaats. Na schooltijd zijn er nog enkele leerlingen in het schoolgebouw, die spelenderwijs op de zolder terechtkomen en waarbij een meisje door het plafond zakt en daarbij haar hand zodanig verwondt, dat er blijvend letsel is opgelopen. De schoolvereniging wordt voor dit ongeval aansprakelijk gesteld. Nadien zijn er ongetwijfeld de nodige maatregelen getroffen om dergelijke ongevallen te voorkomen, maar zoals altijd is het leed dan geschied.

De klassen 1 en 2 hebben in 1958 samen 98 leerlingen en op grond daarvan mag een leerkracht worden benoemd, maar het bestuur twijfelt er aan of dit aantal wel 't gehele jaar zal worden gehandhaafd en wacht even af Om te komen tot het oprichten van een schoolbibliotheek zal aan" de ouders een bedrag van plm. vijf gulden worden gevraagd, want voor de 100 boeken die daarvoor nodig zijn, ontbreken de financiële middelen en een artikel zoveel, waarop het kan worden aangevraagd.

Volle bak.

De inmiddels van start gegane Christelijke kleuterschool klopt bij de Koningin Wilhelminaschool aan om een lokaal, maar deze is zo afgeladen vol, dat er geen kleuter meer bij kan. Alleen aan de buitenkant blijkt nog ruimte te zijn, want daar komt met grote letters 'Koningin Wilhelminaschool' te staan. Zij wil niet bij de nieuwe uloschool achterblijven. Zelfs Frans prijkt op de lesrooster van de lagere school, zij het één keer per week en niet in de eerste klas ! Na Fries, nu Frans! De lagere school krijgt allures !

Aan de andere kant is het natuurlijk oppassen geblazen met al die 'vreemde' talen op de lesrooster, want de kans is groot, dat er later door het voortgezet onderwijs op- of aanmerkingen aanmerkingen worden gemaakt in de trant van : 'hebben jullie die lessen soms gelijktijdig gegeven ?" ' Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst moet het schoolbestuur gedacht hebben toen het in de herfst van 1959 alsnog besloot een lokaal voor de Christelijke kleuterschool beschikbaar te stellen.

Het verzoek van de zustervereniging is langdurig besproken en van alle kanten bekeken, waarbij blijkt dat het water de kleuters aan de lippen staat: geen ruimte voor de derde klas. Na veel passen en meten weet de lagere school toch nog een gaatje te vinden, groot genoeg om met ingang van 1 januari 1960 een kleuterklasje te herbergen. Met het oog op de toekomst gaan er veel makke (!) schapen in een schoolgebouw.

Die toekomst zal ook een rol hebben gespeeld bij het besluit om iedere woensdagmorgen enkele hospitanten en kwekelingen in de gelegenheid te stellen praktische ervaring op te doen in de klas, uiteraard onder leiding van de betreffende leerkrachten.

Het hoofd van de school dringt er op aan, in het belang van het onderwijs de schoolradio op de lagere school in te voeren. Het bestuur heeft geen bezwaar en schaft voor f 115,- een toestel aan.
Bij het verlaten der school krijgen de leerlingen als herinnering een bijbels dagboekje, daarmee de weg wijzend voor het verdere leven.

Mammoetwet.

Het onderwijs ageert fel tegen de invoering van de Mammoetwet van minister Cals. Op 7 mei 1960 wordt in Amsterdam een grote betoging gehouden als protest tegen de invoering van deze wet Het schoolbestuur laat een bus rijden om het onderwijzend personeel van haar beide scholen in de gelegenheid te stellen aan deze betoging deel te nemen. De gehele onderwijswereld is in rep en roer, hoewel deze Mammoetwet uitsluitend betrekking heeft op vernieuwingen bij het voortgezet onderwijs en het lager onderwijs er min of meer zijdelings bij betrokken is. Maar wat is zijdelings als jouw leerlingen een paar jaar later met deze vernieuwingen te maken krijgen.

Deze wet bevat zulke ingrijpende veranderingen voor het voortgezet onderwijs, dat niemand er in 1960 ook maar enig zicht op heeft en alleen maar vragen oproept. De betoging in 1960, die massaal wordt bezocht, is de eerste in een reeks van protesten en discussiestof zal nog lang het uitzicht belemmeren, voor deze Wet op het Voortgezet Onderwijs van 1963 op 1 augustus 1968 in werking treedt.

Maar we gaan terug naar onze Koningin Wilhelminaschool, waar in januari 1960 meester Brondijk, wordt benoemd tot plaatsvervangend hoofd. Na de radio komt er een pick-up in school, zodat de leerlingen muziek naar eigen keuze kunnen beluisteren. Het bestuur is voor het eerst aanwezig bij de rapportuitreiking; de uniekollekte brengt f 858,50 op; het schoolfeest op 31 augustus wordt zeer geslaagd genoemd; de vloeren van de lokalen zijn geschikt om die te beleggen met vinyltegels; de leerlingen bezoeken voor het eerst een school-concert en een delegatie van school woont de opening bij van de huishoudschool in Lemmer.

Van de gemeente Lemsterland ontvangt men bericht dat er voortaan acht uur handwerkonderwijs mag worden gegeven. De schoolarts konstateert nogal wat minder begaafde leerlingen op de Koningin Wilhelminaschool, het schoolhoofd legt het bestuur uit dat er een mogelijkheid bestaat hiervoor een extra leerkracht aan te trekken en krijgt vrij mandaat om dit te regelen.

Ouderavond.

De ouderavonden van de Koningin Wilhelminaschool, staan bekend om de gezellige sfeer en trekken dan ook altijd veel belangstelling van de kant van de ouders. Voor het onderwijzend personeel is het inmiddels een ere-zaak geworden deze avonden elk jaar weer optimaal te doen slagen, zo ook die van 1960. Tijdens de personeelsvergadering van 18 oktober wordt het programma voor de komende ouderavond uitvoerig besproken.

Volgens de notulen komt het volgende op het menu te staan: de heer Brondijk zang met mondorgelbegeleiding, de heer De Boer, zorgt voor een koortje met medewerking van de heer Smits, de dames Duiker en Hoekstra, zorgen voor een zangspelletje met de lagere klassen en juffrouw Van der Werf, weet een leuk spelletje met kinderen in hun pyjama's. De heer Kramer organiseert een wedstrijd voor de ouders (uitbeelden van belangrijke personen), de heer Dragt, zal een verhaal vertellen met behulp van een flanelbord en de heer Caspers gaat een forum vormen uit het onderwijzend personeel. Zie hier de ingrediënten voor een gezellige ouderavond!

Hoge bomen vangen veel licht.

De op het schoolplein staande bomen groeien zo voorspoedig op, dat de bewoners van de aangrenzende Parkstraat, er geen licht meer in zien en de ganse dag zitten te schemeren. Ze zien door de bomen het licht niet meer, behalve dan dat van PEB, maar dat gaat niet voor niks op Dus komen er klachten bij het schoolbestuur, die deze kwestie van alle kanten belicht en blijft twijfelen tussen rooien en snoeien. Uiteindelijk wordt het snoeien, want een schoolplein heeft z'n grenzen en dat is voor de omwonenden maar goed ook.

Voor de rest is 1961 een betrekkelijk rustig schooljaar, hoewel de nadruk wel op betrekkelijk moet liggen, want het gaat nog steeds over een school met meer dan 350 leerlingen, waarvan er trouwens dat jaar maar elf naar de ULO gaan en dat is zeer weinig, de rest gaat naar de LTS !

Het internaat voor schipperskinderen krijgt in Lemmer eindelijk gestalte, zodat ook deze leerlingen zich ergens 'thuis' kunnen voelen. Het schoolbestuur, onder voorzitterschap van de heer J. Koopmans, wordt verblijd met het bericht, dat de Chr. B.L.O.-school te Emmeloord géén compromisschool zal worden. Geruime tijd heeft men moeten pleiten om het christelijk signatuur van deze school te behouden. De heer G. van der Laan, had namens onze schoolvereniging zitting in het bestuur van de Chr. B.L.O.-school, die mede door zijn inzet dus als christelijke school doorgaat.

"Niets is hier blijvend...."

Wanneer de Vereniging voor Christelijk Onderwijs te Lemmer, Eesterga en Follega op 1 maart 1962 eervol ontslag verleent aan haar onderwijskracht, de heer J. T. Dragt, wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, dan zal dit zeker met veel weemoed zijn gedaan. Men moet van middelbare leeftijd zijn om zich een Chr. lagere school in Lemmer te herinneren, waar geen meester Dragt, voor de klas stond. Drieënveertig jaar heeft hij met veel liefde en inzet het Christelijk onderwijs in Lemmer gediend; als cijfers u misschien niets zeggen: dat is vanaf de Eerste Wereldoorlog!

Toch is ook hu voor hem de tijd van afscheid nemen aangebroken, want "niets is hier blijvend" geldt ook voor een langdurige loopbaan van meer dan 40 jaar bij een en dezelfde schoolvereniging; van zijn werk mag deze vereniging echter getuigen : "maar wat, gedaan wordt uit liefde tot Jezus, dat houdt zijn waarde en zal blijven bestaan". Op woensdag 28 februari 1962, de laatste schooldag voor meester Dragt, wordt 's middags afscheid genomen van collegea en leerlingen van de school. Onder het uitspreken van vele goede wensen, worden heel wat cadeaus overhandigd.

De maandag daaraan voorafgaande was reeds in Het Baken officieel afscheid genomen, waarvoor een overweldigende belangstelling bestond. Zo wordt het de één gegeven een lange carrière te mogen afsluiten, terwijl een ander aan het begin daarvan plotseling wordt weggerukt. In de zomer van datzelfde jaar komt meester Smit, door een tragisch verkeersongeval om het leven. Op de Koningin Wilhelminaschool heerst grote verslagenheid door dit gevoelige verlies, waar men nog niet overheen is, wanneer in het najaar twee van haar leerlingen kort na elkaar slachtoffer worden van het verkeer, namelijk het dochtertje van de familie Osinga uit Follega en een zoontje van de familie Bakker uit Tacozijl. Drie keer in een jaar komt de Koningin Wilhelminaschool voor dat "waarom" te staan, waarop de mens geen antwoord heeft. Maar haar treuren kan en mag niet zijn als degenen, die geen hoop hebben.

Schoolbenodigdheden.

De wasbakken in de lagere school zijn aan vervanging toe, dus wordt door het schoolbestuur artikel 72 geraadpleegd en op grond daarvan een aanvraag ingediend bij de gemeente, die toestemming verleend om voor een bedrag van f 2613,70 wasbakken met bijbehorende verlichting aan te schaffen. Ook schoolbanken en schoolborden zijn aan slijtage onderhevig en daarom komen 90 sets banken en 7 bordstellen de gelederen versterken. Trouwens het bestuurslid W. Poppe, attendeert erop, tijdig aanvrage te doen voor nieuw materiaal, anders raakt de school achterop vergeleken bij de andere scholen in de gemeente; als wethouder heeft hij daar natuurlijk een goede kijk op.

Het aanschaffen van schoolbenodigdheden, meestal in de vorm van vervangend materiaal, wordt in die jaren dus iets gemakkelijker gemaakt Met het aantrekken van onderwijskrachten gaat het iets minder vlot en hoewel we ze niet willen rangschikken onder "schoolbenodigdheden", zijn ze toch broodnodig voor een school. Op een gegeven ogenblik zit de lagere school zo krap in het personeel, dat men er twee te kort komt en de klassen om beurten een dag vrij krijgen. Maar
daar zit het bestuur meer mee dan de leerlingen.
Het is dan ook het bestuur, dat alles in het werk stelt om door middel van advertenties en het beschikbaar stellen van een nieuwe woning in het Rienplan sollicitanten aan te trekken.

Tot overmaat van ramp zijn er ook nog veel zieken onder het personeel, trouwens ook onder de leerlingen zijn veel thuisblijvers. De strenge winter, die op dat moment heerst (1962-63) wordt als mogelijke oorzaak aangewezen. Aan de andere kant verschaft deze winter de scholieren ook veel ijspret „Er worden zelfs ijswedstrijden gehouden", melden de notulen verbaasd.

Maar ook die winter "ist vergangen" en in het voorjaar wordt op 7 april voor het eerst een Paaswijding in de kerk gehouden met de leerlingen van de Koningin Wilhelminaschool, ook de ouders worden hierbij uitgenodigd. De lente ontvouwt haar bloemen, het schoolbestuur zijn plannen: op 17 april wordt besloten architect Teeuw, te Leeuwarden opdracht te geven om een schetsplan te maken voor een verbouwing van de lagere school. In een vorige vergadering heeft bestuurslid B. Bergsma, afscheid genomen in verband met vertrek naar Duitsland. De heer J. Hofstee, volgt hem op. Eesterga en Follega, blijven daarmee vertegenwoordigd in het schoolbestuur.

Nieuw schoolhoofd.

Op 1 juli 1963 komt het schoolbestuur in een korte spoedvergadering bijeen in verband met een ontslagaanvrage van de heer J. Caspers, hoofd van de lagere school, wegens benoeming per 1 oktober als hoofd van de lagere school te Heemskerk. Besloten wordt om eervol ontslag te verlenen en tevens advertenties te plaatsen in de schoolbladen en in het Friesch Dagblad om zo spoedig mogelijk in deze vacature te voorzien.

Op deze oproep komen drie sollicitaties binnen, namelijk van de heren Hoekstra van Metslawier, Remkema van de Tijnje en Melissen van Zwijndrecht. Alle drie worden door het bestuur en de heer Caspers, met een bezoek vereerd. Het resultaat is, dat het bestuur met algemene stemmen besluit de heer P. Hoekstra, van Metslawier te benoemen als hoofd van de Koningin Wilhelminaschool, hoewel de heer Caspers, ook wel wat zag in een van de andere kandidaten.

De benoeming van de heer Hoekstra houdt wel de consequentie in, dat het schoolhuis geheel opgeknapt zal moeten worden, maar dat vormt voor het bestuur geen probleem, want dat is ook de mening toegedaan dat het reeds 40 jaar oude schoolhuis "niet meer beantwoord aan de eisen die momenteel hieraan gesteld worden".

In een buitengewone vergadering, die op 26 september in Het Baken wordt gehouden, neemt de heer J. Caspers, afscheid en wordt de heer P. Hoekstra, geïnstalleerd. Van deze bijeenkomst is het volgende verslag gemaakt: „De voorzitter opende met gebed en las Lucas 17 versen 7 - 10. Na een toespraak van de voorzitter, waarin hij o.a. aanhaalde dat de heer Caspers, ondanks de vele moeilijkheden (ziekte, red.), die hij had ondervonden, toch de school op peil had weten te houden, werd aan het scheidende hoofd een elektrische klok overhandigd en aan zijn echtgenote een boeketje bloemen.

Verschillende leerlingen uit de hoogste klassen hadden enkele toneelstukjes ingestudeerd, die zeer bij de aanwezigen in de smaak vielen. De burgemeester, die als eerste de rij der sprekers opende, herinnerde in zijn toespraak aan het feit dat B. en W. meer bemoeienis hebben met openbare dan met Christelijke scholen. Desondanks is de samenwerking tussen dit college en de Chr. scholen steeds goed geweest.

Hij sprak de hoop uit dat dit zo zou blijven. Namens het personeel van de lagere school bood de heer Brondijk, de heer Caspers een bureaulamp aan. De heer Larooy, sprak over het prettige contact dat hij steeds heeft gehad met de heer Caspers. Hij wenste hem en de heer Hoekstra, Gods zegen toe in hun nieuwe werkkring. Namens de openbare ulo, schippersschool, landbouw- en landbouwhuishoudschool sprak de heer Kloosterman, die te kennen gaf dat hij in het bijzonder de vriendschappelijke omgang met de heer Caspers, zeer waardeerde. Nadat de heren Caspers en Hoekstra, nog het woord hadden gevoerd, waarbij zij beiden er uitdrukking aan gaven dat zij hun werk slechts met Gods hulp kunnen doen, besluit ds. De Wit deze avond met dankgebed".

Fiets wint van bus.

De in 1946 zo moeizaam op gang gekomen schoolbusdienst Lemmer - Follega v.v. wordt eind 1963 opgeheven, mede doordat de gemeente geen vergoeding meer geeft. De, kinderen van Eesterga en Follega, komen nu op de fiets naar school en daarom besluit het schoolbestuur om een nieuw en groter fietsenhok bij de lagere school te bouwen. Architect Teeuw, maakt hiervoor de bouwplannen en de begroting, terwijl bouwbedrijf A. H. Visser, het werk wordt gegund, maar .... er is geen geld, zo bericht de gemeente Lemsterland.

Pas in 1965 komt er schot in, want dan verzoekt de gemeente het schoolbestuur om een aanvraag in te dienen voor een fietsenstalling voor plm. 70 rijwielen (in eerste instantie was gevraagd om een berging voor 48 fietsen), dus dient de schoolvereniging met spoed een aanvullende aanvraag in en komt eindelijk 2 december 1965 de vergunning af voor het bouwen van een nieuwe fietsenstalling aan de rand van het schoolplein.

Over de vraag: welke leerlingen mogen op de fiets naar school komen? zal nog jaren "strijd" worden gevoerd, want Lemmer breidt zich uit en de afstanden worden steeds groter. De leerlingen uit de kom van Lemmer moeten in ieder geval de fiets thuis laten !

In 1963, want daar waren we in feite gebleven, zijn er zoveel mutaties bij het onderwijzend personeel van de Koningin Wilhelminaschool, dat voor de periode 10 september -1 december meester Dragt, van stal wordt gehaald om tijdelijk in te vallen; men kan het blijkbaar nog niet zonder hem stellen. Meerdere keren zal nog op deze gepensioneerde leerkracht een beroep worden gedaan, tot dat het ministerie van onderwijs ingrijpt met de mededeling, dat er op iemand met een dergelijke leeftijd géén beroep meer mag worden gedaan.

Ondertussen mag er een negende leerkracht bij de lagere school worden aangesteld, gelet op het totale aantal leerlingen. Dat jaar worden aan de Christelijke lagere school te Lemmer benoemd mej. A. van der Neut, van Lemmer (tijdelijk), mej. F. Wester, van Bolsward, de heer Ensing, en de heer M. Fleer, van Lemmer. Tel daarbij het nieuwe schoolhoofd en u zult begrijpen dat het schoolbestuur een druk jaar achter de rug heeft; maar ook een jaar waarin de vereniging goed boert, want er komen 18 nieuwe leden bij, terwijl bestuurslid R. van der Veen, zitting neemt in het stichtingsbestuur Schippersonderwijs.

Ook in 1964 zit men niet stil. Architect Teeuw, heeft de schetsplannen klaar voor de verbouwing van de lagere school; er komt een nieuw hek om het schoolplein; er mogen nieuwe meubels worden aangeschaft (zij het in gedeelten) en een kommissie 100 jaar Chr. school, wordt in het leven geroepen, bestaande uit de heren Poppe, Hofstee en Larooy. Meester Brondijk, heeft een ongeval met de bromfiets en meester Dragt, valt voor de tweede keer in .... ten tenslotte wordt op 3 december f 1200,- overhandigd aan ds. Schalwijk, van de Surinaamse Zending, door de leerlingen van de lagere school bijeengespaard.

Bestuursfoto naar aanleiding van het 100-jarig bestaan van de vereniging in 1963. Vlnr. staand: J. Caspers, B. Bergsma, J. Mast, J. Koopmans, W. Poppe, P. Larooy. Zittend: J. Kuipers, G. van der Laan, J. Zijlstra.

Een eeuw Christelijk onderwijs in Lemmer.

In het jaar 1865 werd het startsein gegeven voor Chr. lager onderwijs in Lemmer en dus is men 1965 zover om het feest van een honderdjarige te vieren. Eerdergenoemde commissie heeft eind 1964 een voorlopig programma opgesteld. Het feest hoopt men te vieren op 6 en 7 juli. De eerste dag is er een groots feest voor de leerlingen, terwijl 's avonds een herdenkingsbijeenkomst zal worden gehouden en waarvoor als spreker professor Diepenhorst, is uitgenodigd, terwijl de medewerking wordt verkregen van het Chr. Vocaal Dubbel Kwartet, van Menaldum. Verder zal de heer Dragt, in beknopte vorm een overzicht geven van dit 100-jarig schoolgebeuren in Lemmer.

Op de tweede dag is er 's middags een receptie met daarna een koffietafel. Dit feestprogramma kan in grote lijnen zo worden uitgevoerd. Echter met dien verstande, dat het allemaal wat soberder moet worden opgezet in verband met de kosten. En ook ontvangt men bericht van verhindering van prof Diepenhorst, omdat die intussen minister is geworden. In zijn plaats wordt mr. dr. K. de Vries, directeur Fryske Akademy te Leeuwarden, bereid gevonden de herdenkingsrede uit te spreken.

Het programma voor de herdenkingssamenkomst ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan der Chr. Nat School te Lemmer op dinsdag 6 juli 1965 's avonds 8 uur in de Gereformeerde kerk, ziet er als volgt uit: samenzang psalm 103 : 1; gebed ; openingswoord door ds. J. de Lange; optreden door het Chr. vocaal dubbel kwartet; herdenkingsrede door mr. dr. K. de Vries; vier nummers van het Chr. vocaal dubbel kwartet; slotwoord door ds, L. de Wit: het dubbel kwartet zingt met sopraansolo : Blijf bij mij Heer; waarna met gebed en het zingen van psalm 150 : 1 deze samenkomst wordt beëindigd.

De terugblik op honderd jaar Christelijk onderwijs in Lemmer wordt in 1965 op treffende wijze verwoord door de openingspsalm: Loof loof den Heer, mijn ziel met alle krachten, verhef zijn naam, zo groot, zo heilig 't achten och, of nu al wat in mij is Hem preez'! Loof loof mijn ziel, den Hoorder der gebeden, vergeet nooit een van Zijn weldadigheden: vergeet ze niet; 't is God, die z' u bewees.

"Wij samen"

De schoolkrant "Wij samen" van de Koningin Wilhelminaschool besteedt ook de nodige aandacht aan het 100-jarig bestaan. Wij citeren: " naar een ruwe schatting hebben zeker meer dan 20.000 kinderen de lagere school bezocht. We mogen met grote dankbaarheid vervuld zijn, als we bedenken, dat deze allemaal de boodschap van Jezus, hebben mogen horen en hoeveel van hen zullen die thuis niet gehoord hebben.

Wat is de zegen van dit onderwijs groot geweest Laten we daarom blijven waken over dit voorrecht en niet verslappen in de liefde voor ons Christelijk Onderwijs in al zijn vertakkingen. Men zegt wel eens, dat de schoolstrijd voorbij is, maar juist doordat van ons geen offers meer gevraagd worden, dreigt het gevaar, dat we dit voorrecht niet meer zien. Behalve in de kerken moeten we ook thuis de school in ons gebed gedenken.

Juist in deze tijd, nu er van alle zijden pogingen worden gedaan om deze vorm van onderwijs, die verdeeldheid zou brengen onder jeugd, aan te vallen, moeten we naast elkaar staan en dit erfgoed verdedigen. Laten we in deze geest het honderdjarig bestaan mogen gedenken".

Een leerling uit klas 1a ervaart dit feest op zijn eigen manier: Wij heden feest van school, want de school is 100 jaar en den word het een groot feest dan komen alle klassen bijmekaar, vinden juli dat niet leuk".

Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan hebben de leerlingen een opstel gemaakt over de schoolstrijd, waarvan in het jubileumnummer van de schoolkrant gewag wordt gemaakt. Enkele krasse uitspraken willen wij u niet onthouden: „Er is nu nog wel schoolstrijd in ons land, maar niet om geld, maar om de Christelijke school te onderdrukken. Ze zeggen, dat wij één willen worden. Wat we moeten kiezen: De eenheid en Christus in een hoekje onder het stof zetten, of nee zeggen".

Verder schrijft een leerling die blijkbaar goed op de hoogte is: „Vroeger was het zo, dat men vocht voor de school. Dat is er helemaal uit. Dat ziet men wel aan de leden. Er komen maar een 35 op de ledenvergadering. Men zegt de staat betaalt het nu wel, wat hebben wij er mee nodig. Maar dat is niet zo, want men gaat denken, er is geen interesse voor het Christelijk onderwijs. En dat mag niet want dan komt het nog zover, dat deze school over de kop ging ".

Kernachtig en met de nodige visie schrijft een derde: „Maar in andere landen moeten de ouders zelf de leermiddelen nog betalen. Daar kunnen wij aan meehelpen, door geld te geven aan de Unie-collecte. Daardoor maken we veel mensen gelukkig ".

In de schoolkrant van 1965 komen we (gelukkig) ook uitspraken tegen van het lichtere genre, zodat het toch nog een evenwichtig blad genoemd mag worden. Maar oordeelt u zelf: Hare Majesteit werd hartig door de bevolking toegejuicht; De hoed zink hem in de schoenen; Hij liet zich dood neervallen en We trapten, want het was niet zo betijd meer.

Tijdens de ledenvergadering van 24 juni 1965 wordt afscheid genomen van de heer Zijlstra, die 15 jaar penningmeester is geweest van de schoolvereniging. Hem wordt een Zaanse klok aangeboden als blijk van waardering voor het zeer vele werk dat hij voor de verereniging heeft gedaan. Een jaar later vertrekken er twee bestuursleden, namelijk de heren J. Koopmans en W. Poppe, die jarenlang hun beste krachten aan de scholen hebben gegeven.

In verband hiermee neemt de heer R. van der Veen, de voorzittershamer over, terwijl de heer J. Visser, de nieuwe penningmeester is geworden. In 1966 telt de lagere school 15 zittenblijvers, gaan 22 leerlingen naar de ulo, 3 naar de hbs, 1 naar de vissersschool en 7 naar de huishoudschool.

Een vrije woensdagmiddag vindt nog geen genade in de ogen van het bestuur; een voorstel van enkele leden om het bestuur uit te breiden tot negen personen (4 Gereformeerden, 4 Hervormden, 1 Gereformeerde Gemeente) ondergaat hetzelfde lot, nadat een telling heeft uitgewezen dat de schoolvereniging 145 Gereformeerde leden heeft, 100 Hervormde leden en 15 van de Gereformeerde Gemeente.

De pruik van de koning.

"Leerlingen haalden uitmuntend op kinderoperette 'De pruik van de koning'. Met deze lovende kop doet de plaatselijke pers verslag van de ouderavond van de Koningin Wilhelminaschool op donderdag 16 maart 1967, waarin zij ondermeer schrijft: „Een ouderavond-nieuwe-stijl heeft ouders van leerlingen van de Koningin Wilhelminaschool voor chr. lager onderwijs te Lemmer en andere leden van de schoolvereniging, donderdag enkele bijzonder plezierige uren bezorgd.

Op de planken van het toneel in 'Het Baken' voerden namelijk de 27 leerlingen uit de hoogste klas van het hoofd, de heer P. Hoekstra, met bijzonder veel sukses de kinderoperette 'De pruik van de koning' op. Zij vulden daarmee de hele avond, maar geen ogenblik heeft het iemand verveeld, daarvoor was het veel te spannend en trouwens de jeugd zag kans door spel en zang (met goede pianobegeleiding van meester Tj. de Jong) de aandacht van de ouderen tot het laatst te boeien.

Een halfjaar durende repetitie had haar vruchten ruimschoots afgeworpen. De regie had meester Wiebe Bergsma, die ook voor de decors had gezorgd en alle juffrouwen hadden de 27 scholieren in fraaie kleding gestoken".

De hoofdrollen waren goed verdeeld bij Andries de Jager (een zeer overtuigende koning Archibald), Joke Kattestaart, Jan de Jong, Tommie Meijer en Oene van der Veen. Alle 27 leerlingen hadden een rol. Bovendien zongen zij, ook als zij niet acteerden, mee in de koren. Enkele weken voor de uitvoering zat men echter met de handen in het haar, want de ouders van koning Archibald, verhuisden naar Dronten, uiteraard met de kinderen. Wat nu? De oplossing was zowel simpel als geniaal: Andries werd drie weken lang in Lemmer in de kost gedaan, 's avonds na de voorstelling heeft men hem in Dronten afgeleverd en niet eerder. Maar het was de moeite waard!

Bouwplannen in drievoud.

De schetsplannen voor de verbouw van de lagere school zijn nog maar amper opgerold, wanneer het schoolbestuur besluit de benodigde papieren aan te vragen voor het stichten van een lagere school in de Lemstervaart en een maand later gaan de stukken de deur uit voor een te bouwen school in plan West. Aangezien de Chr. kleuterschool weer dringend een lokaal nodig heeft, vraagt het bestuur zich af of er in Lemmer-west, samen gebouwd kan worden, want de huidige situatie vraagt dringend om een oplossing, temeer daar de inspectrice het verhuren van een lokaal heeft afgewezen.

Maar de nood breekt ook haar wet: van april tot augustus 1968 zitten er toch weer kleuters in de lagere school! en die school, die wordt al voller en voller! Enige soelaas biedt de nieuwe stookinstallatie, zodat enkele bijverwarmingen kunnen worden opgeruimd, evenals, pardon .... de hulpstoker, de heer Kortstra beëindigt per 1 mei zijn taak, want we leven hier tenslotte niet in Engeland.

Veel meer opluchting geeft in juni 1967 het bericht dat B. en W. van Lemsterland een gunstig advies hebben uitgebracht voor het bouwen van een 4-klassige school in het nieuwe
uitbreidingsplan Westvaart (de secretaris raakt een beetje in de war met al die nieuwe woonwijken in Lemmer).

Nuttig handwerken.

Met een kompleet feestprogramma wordt op 17 oktober 1968 afscheid genomen van de handwerkonderwijzeres mevr. A. Poppe-Bangma. Reeds vanaf 1934 is zij in dienst geweest bij de Vereniging voor Christelijk onderwijs te Lemmer. In dat jaar kreeg zij namelijk een vaste benoeming aan de uloschool en in 1954 ook aan de lagere school, waar zij toen al jarenlang regelmatig bijsprong in het vak nuttig handwerken.

Mej. Anneke Bangma, behaalde in 1923 de akte K Nuttig Handwerken en begon haar loopbaan aan de lagere school te Oosterzee; kwam dus in 1934 naar Lemmer, waar zij werkzaam was tot 1948 en trouwde toen met de heer M. Poppe. Na een onderbreking van zes jaar keerde zij in 1954 terug als mevr. A Poppe-Bangma, de handwerkonderwijzeres in vaste dienst van onze scholen.

Inmiddels behaalde zij ook de akte Fraai Handwerken. Twee periodes van 14 jaar werkzaam aan dezelfde scholen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd, betekent natuurlijk wel, dat het afscheid op grootse wijze gevierd diende te worden om de dank voor haar vele werken tot uitdrukking te brengen. Het programma loog er dan ook niet om: aankomst mevrouw en de heer Poppe, toespraak voorzitter, koffie, toespraak hoofd lagere school, toespraak hoofd mavo, koffie, film 'groei van de zaal waar u nu zit', personeel lagere school met 'de waarheid', film 'mevr. Poppe met pensioen', spel personeel mavo.

Enkele weken van te voren hadden leerlingen van de beide scholen reeds een bloemenhulde gebracht bij haar aan huis. Wanneer iemand van het mannelijk geslacht iets wil schrijven over het vak 'nuttig handwerken' kunt u hem het beste vergelijken met die kat en die hete brij: hij begint er niet één-twee-drie aan. Hoewel onze vroede vaderen het nut van dit vak wel degelijk inzagen en er alle aandacht aan schonken, zijn de jongens van middelbare leeftijd toch te vroeg geboren om er aan deel te nemen. Zij kregen een 'natuurlijke' vrijstelling en daar werd niet van afgeweken!

Vandaar dat handwerken voor hen nog steeds iets is van een andere planeet. Om toch de brij te bemachtigen hebben we een bezoek gebracht aan mevr. Poppe-Bangma, en een avond les gehad in Nuttig Handwerken (gelukkig bleef het bij theorie!). Toch is er die avond heel wat op de pennen gezet: "nuttig handwerken begint in de derde klas van de lagere school met het breien van breilapjes, overgaand in boekenleggers, shawltjes en poppekleertjes met of zonder koortjes. Na één recht één averecht volgen nog verschillende steken, die overigens heel onschuldig blijken te zijn.

Een klas verder bekwaamt men zich in borduurtechniek en wat daarmee samenhangt (of soms niet) en in de hoogste klassen beginnen de naailessen, eerst met de hand en dan met de naaimachine. Babysloopjes en -lakentjes of twee echte slopen, schortjes en capejes, dat alles mocht tegen een kleine vergoeding mee naar huis worden genomen. Naast de naaimachine ontbrak ook niet de strijkplank, want alles moest netjes worden afgeleverd. Op kijk- en ouderavond werden de voorwerpen eerst tentoongesteld, meestal hadden die dan al een wasbeurt achter de rug vanwege het langdurige gevecht met de materie.

Mevrouw Poppe spreekt nog steeds met grote waardering over de hulp van de ouders, die zij vooral tijdens en vlak na de oorlog heeft ondervonden. Er was toen bijna niet aan materiaal te komen en zonder textielpunten kon je het helemaal wel vergeten, zodat de punten van vele ouders zeer welkom waren. Hiermee gewapend toog zij naar de middenstanders in Lemmer en wijde omgeving om zo veel mogelijk materiaal los te peuteren.

Haar werkterrein besloeg een groot deel van de provincie, dat fietsend werd afgelegd. Tijdens één van haar strooptochten naar Balk overviel haar een dikke plensbui waardoor het water haar in de schoenen stond en aangezien die nieuw waren (in die tijd zeer zeldzaam), stopte ze de schoenen in de fietstas en fietste op sokken de hoofdstad van Gaasterland binnen.

Wat men er al niet voor over heeft om eigen werk te promoten! Mevr. A. Poppe-Bangma, die destijds mej. Euverman, opvolgde, werd na haar pensionering op haar beurt opgevolgd door mej. Attie Beetsma, van Lemmer, die tot in 1970 werkzaam was aan de lagere school; in haar plaats kwam juffrouw Verloop uit Oudega (W).

De onderwijzeressen van de eerste en tweede klas gaven ook les in nuttig handwerken. Een handwerkcommissie hield een oogje in het zeil. Mocht ik in dit verslag over nuttig handwerken enkele steken hebben laten vallen, dan is het oog van de naald waar ik doorheen moest kruipen, daar debet aan!

Op de kijkavonden bestaat er veel interesse voor de gemaakte stukken.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.